De kabels van een zonnepaneel zijn gewoonlijk een meter lang. Het is dus noodzakelijk om de kabels netjes weg te werken achter het paneel en wel op een dusdanige manier dat de kabels en stekkers niet kunnen gaan bewegen door de wind.
Kabels zonnepanelen tot de omvormer
De kabels van de zonnepanelen tot de omvormer dienen bij voorkeur niet veel langer te zijn dan 15 tot 20 meter. Zo blijven de kabelverliezen ruim onder de 1%. Als u langere kabels wilt toepassen, dan kunnen wij een kabelberekening voor u maken.
De kabel van de omvormer naar de meterkast
Voor omvormers (fase 1) wordt een 3-aderige kabel gebruikt (3 x 2,5 tot 6 mm2) en voor omvormers (fase 3) 5 x 2,5 mm2. Deze kabeldikte kan berekend worden met behulp van het vermogen van de omvormer en de lengte van de kabel.
Vrijwel alle fabrikanten van zonnepanelen gebruiken 4mm² bekabeling. Dit is ook logisch, aangezien de stroom van de zonnepanelen vrij laag is in verhouding tot deze kabeldikte.
Kabels van zonnepanelen wegwerken doen we zo
Voor het wegwerken van de kabels maken we zoveel mogelijk gebruik van bestaande doorvoeren – een ventilatiepijp bijvoorbeeld. De wisselstroomkabel kan vervolgens via een bestaande loze PVC-leiding naar de meterkast geleid worden, of via een centrale koof.
Wanneer de panelen op je dak liggen en we de omvormer hebben geïnstalleerd, trekken we een kabel van de omvormer naar de meterkast. Dat is nodig om de opgewekte stroom van je zonnedak via de omvormer naar de meterkast laten lopen. Via deze kabels sluiten we de zonnepanelen aan op de hoofdmeter en op de hoofdzekering.
Op een zonnige dag kan het voorkomen dat de omvormer veel vermogen wil terugleveren en dat er tegelijkertijd weinig stroom wordt verbruikt in het huishouden. De netspanning loopt op, de limietwaarde wordt bereikt en de omvormer wordt uitgeschakeld.
De omvormer kan het beste worden opgehangen op een plek die niet al te stoffig is en waar de omvormer zijn warmte goed kwijt kan. Een krappe slecht geventileerde meterkast of een hooischuur is daarom geen goede plek. Een koele garage, daarentegen, is de perfecte plek.
Wanneer er grotere elektrische ingrepen plaats gaan vinden dan is het volgens de regelgeving wel verplicht om deze oude stoppenkast te laten vervangen. In het geval van zonnepanelen aansluiten moet dit volgens de regelgeving dus worden vervangen voor de moderne groepenkasten.
Een omvormer heeft een stekker en een groep heeft meerdere stopcontacten dus je kan af fabriek meerdere omvormers achter één groep zetten. Als er zowel opwekkers als verbruikers op de groep zitten kan hierdoor bij normaal gebruik een hogere stroom lopen dan dat de kabel op gedimensioneerd is.
Als je 24 zonnepanelen of meer wilt plaatsen heb je altijd een 3-fasen omvormer nodig. Het grootste voordeel bij een 3-fasen omvormer is dat de stroom over 3 verschillende fasen wordt verdeeld. Er is hierdoor sprake van minder kabelverlies. De energie wordt daarnaast ook over 3 fasen verdeeld.
Zonnepanelen op het dak leveren hun stroom niet rechtstreeks aan het elektriciteitsnet, maar aan een omvormer in de meterkast. De omvormer maakt de stroom geschikt voor het elektriciteitsnet. Zonnepanelen met stekker hebben hun eigen omvormer. Daarom kun je ze direct aansluiten zonder de meterkast aan te passen.
Een set van 10 zonnepanelen kost gemiddeld 5.400 euro inclusief installatie en btw. De btw van 21 procent kan je grotendeels terugvragen aan de Belastingdienst. Je ontvangt dan 900 euro terug en betaalt feitelijk 4.500 euro. Je gaat meteen besparen op je energierekening door de groene stroom die je zelf opwekt.
Let op! Ook als zonnepanelen nog niet zijn aangesloten op het stroomnetwerk en de zon schijnt flink, kun je een schok krijgen. Let dus goed op waar je de zonnepanelen vastpakt!
Het liefst plaatsen we de omvormer op een plek waar hij niet in de weg hangt, en waar je hem niet hoort wanneer hij in de ochtenden opstart. Houd er rekening mee dat er al snel een vrije ruimte van één bij één meter beschikbaar moet zijn voor een goede ventilatie van de omvormer.
Voor zonnepanelen heeft u twee soorten kabels nodig. Eén kabel met gelijkstroom (DC) loopt van het paneel naar de omvormer. Deze kabel heeft u niet nodig bij micro-omvormers. De andere kabel gaat met wisselstroom (AC) van de omvormer naar de meterkast.
Allereerst is het verplicht om PV-panelen altijd op een aparte groep in de groepenkast aan te sluiten. Dit geldt ook voor de kleinere panelen die rechtstreeks met een steker in het stopcontact kunnen worden aangesloten. Een PV-omvormer kan niet zondermeer op een extra eindgroep worden aangesloten.
De omvormer is een elektronisch apparaat, vergelijkbaar met een TV of wasmachine. Deze bevat printplaten met elektronische componenten die bij defecten of overbelasting in brand zouden kunnen vliegen. Theoretisch zit hier dus een risico. Gelukkig hebben de meeste omvormers een volledig metalen behuizing.
Tegenwoordig hebben de meeste omvormer een normale geluidsemissie van 25-40 decibel.
Met een pakket van 10 zonnepanelen van 365 Wattpiek (High Power) wek je per jaar ongeveer 3103 kWh op. De gemiddelde dagopbrengst rekenen we als volgt uit: het maximaal vermogen zonnepaneel in Wattpiek x 0,85 = verwachte jaaropbrengst in kWh, gedeeld door 365 dagen. Het vermogen van 10 zonnepanelen is 3650 Wp.
De niet-verbruikte stroom wordt teruggeleverd aan het energienet. Als er relatief veel zonnepanelen in uw buurt zijn, kan dit leiden tot zogenoemde 'files' op het elektriciteitsnet. Het kan dan voorkomen dat zonnepalen tijdelijk geen energie kunnen terugleveren.
De netbeheerders herhalen de boodschap dat als er in één keer veel (zonne-)energie op het stroomnet komt, er hoge spanningen kunnen ontstaan, waardoor omvormers van zonnepanelen kunnen uitschakelen. Op zo'n moment kunnen de zonnepanelen tijdelijk geen elektriciteit leveren.
Naast tikken en zoemen kan de omvormer ook een brommend geluid maken. Deze bromtoon ontstaat doordat het omvormproces van gelijkspanning naar wisselspanning onder een bepaalde frequentie gebeurd. Hierdoor kunnen delen van de omvormer beginnen met trillen.