Als je uien zover gegroeid zijn dat ze wat los boven de grond komen te zitten, kun je ze helemaal los halen en boven op de grond laten drogen. Na een poosje (ongeveer een week) zijn ze genoeg gedroogd. Natuurlijk kun je ze dan opeten, maar je eet ze vast niet allemaal tegelijk op.
Hoe sneller de hals van de ui droogt, des te minder kans dat schimmels en bacteriën de ui in groeien. De kwaliteit van de ui blijft hierdoor beter gewaarborgd.
Het loof verwijderen we, verdorde bladeren knippen we eraf en de wortels komen samen met de verdorde blaadjes op de composthoop. Vervolgens bewaren we de uien in de schuur. Hier is het koud, vorstvrij en donker.
Bewaar uien buiten de koelkast op een donkere, droge plek. Bewaar uien niet direct naast aardappelen, want uien nemen snel vocht op uit de aardappelen waardoor beide eerder gaan rotten. Bewaar een restje ui verpakt in huishoudfolie of in een bewaarbakje in de koelkast.
Uien en sjalotten zijn oogstbaar wanneer het loof dor begint te worden en tegen de grond gaat. Wil je het proces versnellen, help ze dan een handje door ze allemaal dezelfde kant op te duwen. Het loof, net boven de bol, zal dan snel neervallen.
Uien donker en droog ophangen
Ik hang ze onder het afdak van het houthok. Zorg ervoor dat je de vlecht op een droge, ietwat donkere plek hangt, waar het wel goed kan doorwaaien. Tegen de tijd dat het gaat vriezen, moet je ze wel vorstvrij bewaren.
Uien groeien onder de grond, het zijn tweejarige planten. Je zaait ze in het ene jaar, hier groeien kleine uitjes uit, pootuien of plantuien genoemd. Deze pootuien bewaar je droog en koel en plant je na de winter in het volgende voorjaar uit. Ze groeien in één zomer uit tot een stevige, smakelijke bol.
Verwarm de oven voor op 200 graden en leg een vel bakpapier op de bakplaat. Plaats de flinke berg met dungesneden uienringen op de plaat en besprenkel met een goede scheut olijfolie en wat water. Het water zorgt ervoor dat de uien licht gestoomd worden en zacht worden.
Het oogsten van de uien is een kwestie van de bollen uit de grond trekken zodat de worteltjes loskomen van de bodem. De uien inclusief het loof kunnen vervolgens op de grond blijven liggen totdat het loof helemaal is uitgedroogd. Uitgedroogd loof zorgt ervoor dat de uien beter houdbaar zijn.
Bewaar rauwe uien op een koele (12-15°C), donkere en droge plaats buiten de koelkast. Zo zijn uien een paar weken te bewaren. De rode ui is iets minder lang houdbaar dan de gele ui. Bewaar de uien niet naast aardappels.
Oogst de uien van zodra het loof bruin wordt, dat gebeurt tussen mei en juli afhankelijk van het weer en het moment van aanplant. Krijgen de uien voordat het loof bruin wordt een zaadzakje op het loof, dan gaat er iets fout in je teelt.
Rode uien zijn hier veel gevoeliger voor dan gele uitjes. Het gevolg is dat verkleumde rode plantuitjes niet uitgroeien tot mooie dikke rode uien. In plaats daarvan blijven de uien zelf klein en gaat alle energie naar de ontwikkeling van een overigens prachtige, paarse bloem.
De stengels van alle verse alliums zijn heerlijk bruikbaar.
Verse alliums zijn extra sappig, dat zorgt voor die kenmerkende stevige geur! Goed fijngehakt of geperst geeft verse ui en knoflook de meeste smaak, want dan snijdt je de meeste cellen kapot, waardoor de smaakstofjes optimaal vrijkomen.
Verse uien zijn heel sappig, extra sterk en ook het nog mooie groene loof kun je dan eten. Sterker nog, die bloeistengel kun je ook eten (niet alleen van uien maar ook van knoflook, prei, etc.).
Voor dikke uien om te bewaren kweek je eenvoudigst met pootgoed maar het kan ook door rechtstreeks te zaaien. Meestal zaaien we wel Stengelui voor in rijtjes om dan uit te dunnen op 5 tot 10 cm en 30-40 cm tussen de rijen.
Uien moeten schraal bemest worden, het liefst voor de winter met goed verteerde stalmest. Omdat uien een oppervlakkige beworteling ( ca. 30 cm) hebben is het van belang dat er niet te diep bemest wordt.
Ui kan heel goed tegen vorst, dus het hoeft niet vorstvrij te zijn.
Uien en knoflook met groene uitlopers zijn nog prima eetbaar. Het enige nadeel is dat de uitlopers vrij bitter van smaak zijn. Dit is dus niet in elk gerecht wenselijk en vooral bij een rauwe bereiding kan de bittere smaak overheersend zijn.
Dek het snijvlak dan af met huishoudfolie of doe het in een bewaarbakje met deksel in de koelkast. Je kunt uien ook invriezen. Wel even blancheren (kort verhitten) vlak voor invriezen. In een goed gesloten plastic zakje of bakje kun je stukjes ui tot 12 maanden in de diepvries bewaren, bij minimaal -18°C.
Alle grondsoorten zijn bruikbaar voor de uienteelt. Als je groentetuin op een zure grond of zandgrond ligt, dan moet je wel eerst nog kalk toedienen. Als je uien in je eigen tuin wil telen, zorg je ook best voor een goed bemeste ondergrond.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
“Voor een vroeg uiengewas zijn meer planten per vierkante meter nodig. 80 planten per m2 is normaal, maar voor een vroeg ras en vroege aflandlevering is 100 planten per m2 beter. Bij een hogere plantdichtheid zullen de uien eerder gaan strijken en dus beter afrijpen, met als neveneffect dunnere nekken.
Uien houden niet van verse (stal) mest, of van mest of compost met grove bestanddelen. Ideaal is een goed verteerde mest die voor de winter al werd aangebracht. De maden van de uienvlieg boren gangen in de bollen. Ze worden o.a. aangetrokken door verse stalmest.