De mediane, algehele overleving steeg bij patiënten na resectie van 19,4 maanden naar 26,8 maanden en bij patiënten met metastasen van 2,3 naar 3,4 maanden. Bij patiënten zonder metastasen die geen resectie kregen, was geen stijging zichtbaar in de mediane, algehele overleving.
Als de tumor groeit, wordt de doorgang van de galweg steeds smaller. De gal kan dan steeds minder makkelijk door de galweg heen naar de dunne darm. Uiteindelijk komt de galkleurstof bilirubine in het bloed en kunnen klachten ontstaan, zoals geelzucht en jeuk. Galwegkanker groeit na verloop van tijd verder de galweg in.
De kanker kan zich zo door het lichaam verspreiden. Als galwegkanker uitzaait, dan is dat meestal naar de lever of de buikholte.
Wanneer de kanker is uitgezaaid bij diagnose
Bij uitgezaaide kanker is genezing meestal niet meer mogelijk. Dit heeft effect op de overleving. Bij mensen met uitzaaiingen is de gemiddelde overleving na 5 jaar ongeveer 15%. Bij mensen met kanker zonder uitzaaiingen is de overleving na 5 jaar een stuk hoger: 75%.
Een tumor aan de galwegen veroorzaakt bijna altijd klachten zoals jeuk, pijn, gewichtsverlies, verminderde eetlust en koorts.
Daarnaast is galwegkanker een agressieve vorm van kanker die snel kan uitzaaien naar andere delen van het lichaam.
Bij galwegof galblaaskanker is de behandeling met chemotherapie vaak palliatief. Dit wil zeggen dat de behandeling zich vooral richt op het remmen van de groei van de tumor, waardoor de klachten worden verminderd. Er zijn verschillende soorten chemotherapie.
Veelvoorkomende lichamelijke klachten van mensen met kanker in de terminale fase zijn pijn, misselijkheid/braken, vermoeidheid, anorexie (gebrek aan eetlust) en obstipatie. Pijn komt bij 70-90 procent van de kankerpatiënten voor, anorexie bij 40-80 procent.
Het aantal patiënten dat overlijdt aan alvleesklierkanker is groot en overtreft naar verwachting over ruim tien jaar de sterfte aan darmkanker of borstkanker. Dat blijkt uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie.
Uitbehandeld zijn wil dus eigenlijk zeggen dat er geen curatieve behandeling (een behandeling die gericht is op genezing) meer mogelijk is. Uitbehandeld zijn, wil dus niet per sé zeggen dat je snel komt te overlijden. Met een ongeneeslijke ziekte kun je nog lang leven, dat hangt erg af van je persoonlijke situatie.
Vooruitzichten bij cholangiocarcinoom
Bij uitzaaiingen is genezing meestal niet mogelijk. Wel zijn er dan behandelingen mogelijk om het leven te verlengen en klachten tegen te gaan. De prognose voor cholangiocarcinoom is het best als een operatie mogelijk is, in een vroeg stadium van de ziekte.
Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Je kunt prima leven zonder galblaas. Wel kunnen sommige mensen zonder galblaas minder goed tegen vet eten.
De algehele overleving verbeterde van 4,8 maanden in de periode 2005 – 2009 naar 6,1 maanden in de periode 2010 – 2016. De mediane, algehele overleving steeg bij patiënten na resectie van 19,4 maanden naar 26,8 maanden en bij patiënten met metastasen van 2,3 naar 3,4 maanden.
Er is geen duidelijke oorzaak van galblaaskanker. Voor zover bekend is, is galblaaskanker niet erfelijk. De kans op galblaaskanker is wel groter door de volgende aandoeningen: galstenen.
Operatie aan de lever
Een operatie waarbij de chirurg de tumor probeert weg te halen, is alleen mogelijk wanneer er geen uitzaaiingen zijn. Het is de enige behandeling waardoor iemand helemaal kan genezen van galwegkanker. Dat betekent niet dat iedereen die geopereerd is, ook zal genezen.
Wat het sterftecijfer betreft, zal longkanker naar verwachting de koploper blijven, gevolgd door pancreaskanker, lever- en galwegkanker, colorectale kanker en borstkanker.
Overleving varieert sterk per soort kanker
Dit geldt onder andere voor kanker van de darm, blaas, nier, hoofd-hals en baarmoederhals. De groep met de laagste overleving (minder dan 30%) omvat onder andere longkanker, maag- en slokdarmkanker, alvleesklierkanker en acute myeloïde leukemie.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
Mensen die sterven, hebben vaak weinig of geen behoefte meer aan voedsel en vocht. Ze kunnen snel in gewicht afnemen. Het lichaam verandert: de wangen vallen in, de neus wordt spits en de ogen komen dieper in hun kassen te liggen.
Dat heeft te maken met de belasting van de tumor op het lichaam als geheel. Het delen van de cellen, het groeien en uitzaaien kost heel veel energie. Uiteindelijk ga je je eigen cellen afbreken om genoeg energie te kunnen leveren. Dat is funest voor je afweersysteem, waardoor je aan een simpel virus al kunt overlijden.
Maak onderscheid tussen continue kortademigheid en episodes van kortademigheid. Patiënten met eindstadium COPD zijn vaak continu kortademig bij minimale inspanning, met daarnaast kortdurende episodes (meestal korter dan 20 min), met of zonder uitlokkende factoren.
Het is niet altijd mogelijk om te genezen van galwegkanker. De chirurg zal proberen de tumor te verwijderen als er geen uitzaaiingen zijn en als de tumor niet in andere organen is gegroeid. Zijn er wel uitzaaiingen of is de tumor in andere organen gegroeid, dan is het vaak niet mogelijk om te genezen van galwegkanker.
Gal is een vloeistof die door de lever wordt gemaakt. Gal is belangrijk voor het verteren van het eten, en vooral voor het verteren van vetten. De galwegen zitten in de bovenbuik. Ze beginnen in de lever, lopen dan een stuk buiten de lever, door de alvleesklier (door de kop) en eindigen dan in de twaalfvingerige darm.