Jouw kindje gaat, als het goed is, 2 tot 4 weken voor de bevalling, indalen in het bekken. Dit kan samengaan met een drukkend gevoel, pijn in de onderbuik en ook stekende pijn in de liezen en vagina. Wat wel fijn is dat je daardoor weer wat meer lucht krijgt omdat jouw kindje ineens een stuk lager komt te liggen.
Na het indalen
Soms vindt het indalen al tijdens 30 weken zwangerschap plaats, en de bevalling pas met 41 weken. Echter kan je baby ook pas aan het einde van de zwangerschap indalen, of pas tijdens de bevalling. Wanneer je baby indaalt, hoeft dus niets te zeggen over wanneer de bevalling zal plaatsvinden.
Na het indalen is het voor een baby heel lastig om nog terug te draaien. Als je baby met 36 weken nog in een stuit ligt, krijg je vaak een liggingsecho om goed te kunnen zien hoe je baby in de buik ligt. In het geval van een stuitligging kun je voor een uitwendige versie kiezen.
De meeste baby's dalen vanaf de 30e week van de zwangerschap in. Veel aanstaande moeders zijn bang dat dit te vroeg is, omdat zij denken dat de baby dan ook eerder geboren wordt. Dit is echter niet het geval! Het moment van indalen zegt niets over het tijdstip van de geboorte.
In tegenstelling tot weeën tijdens de bevalling, duren indalingsweeën vaak maximaal 30 seconden en stopt het na een paar uur. Naast de krampen door het indalen, kun je ook last krijgen van harde buiken.
De weeën beginnen en zijn regelmatig
Je kunt het vergelijken met menstruatiepijn of lage rugpijn. Na verloop van tijd komen die krampen regelmatig terug en worden ze ook krachtiger. Echte weeën zijn overduidelijk te herkennen. Je kunt ook misselijk zijn tijdens weeën.
Ook als het hoofdje van de baby al diep is ingedaald kan gemeenschap geen kwaad.
Al dagen tot weken voor je bevalling kun je beginnen met “rommelen”. Hiermee bedoelen wij dat je regelmatig harde buiken hebt die soms ook echt wel een beetje pijn kunnen doen. Met deze harde buiken is je lichaam zich aan het voorbereiden op de bevalling.
Doordat de baby is ingedaald en hij steeds wat groter wordt, heeft hij niet zoveel bewegingsvrijheid meer. Het is dan ook heel normaal dat je hem anders voelt bewegen. In plaats van flinke schoppen of stompen, voel je hem nu wat heen en weer schuiven met zijn voet of hand.
activiteit is een aanrader. Je beste bondgenoot is de zwaartekracht. Als je rechtop staat, zal je baby meer druk uitoefenen op je baarmoederhals dan wanneer je op de bank ligt. En hoe meer je je bekken beweegt, hoe meer je baby zal indalen.
Dat wordt nog vaker plassen… Als je baby is ingedaald kun je ook last hebben van een drukkend of zeurend gevoel onderin je bekken of in je vagina. Je kunt ook bekkenpijn of een zwaar gevoel op de bekkenbodem ervaren wanneer het hoofdje ingedaald is; met name bij het opstaan en beginnen met lopen.
Je verloskundige of arts meet tijdens een vaginaal toucher de ontsluiting.Met de wijs- en middelvinger voelt ze in je vagina hoeveel ruimte er is in de baarmoedermond. Afhankelijk van hoe ver de wijs- en middelvinger van elkaar geopend kunnen worden tijdens dit onderzoek, schat ze hoeveel ontsluiting er is.
Vaak worden baby's kort voor de bevalling rustiger.Ze slapen veel en dan bewegen ze soms wat minder. Zo sparen ze energie voor de bevalling, want ook voor baby's is dat een hele inspanning.
Als de baby niet goed is ingedaald
Dan kunnen de vliezen wel veilig worden gebroken. Lukt dit niet, dan bespreekt de verloskundige of gynaecoloog wat verder te doen.
Sommige baby's gaan ook al langzaam indalen in het bekken. Dit betekent dat het hoofdje in het bekken van de moeder gaat liggen. We onderscheiden twee liggingen in het bekken: “beweeglijk in het bekken” (ook al BIBI genoemd door verloskundigen) of “vast in het bekken” (ook wel VIBI genoemd door verloskundigen).
De beweeglijkheid van jouw baby zegt iets over zijn conditie. Daarom is het belangrijk dat je het beweegpatroon van je baby goed leert kennen. Als je baby minder of anders beweegt dan je gewend bent, kan dit een signaal zijn dat er iets verandert in de conditie van je baby.
Tot ongeveer 36 weken in de zwangerschap kan je kind nog zelf draaien. Wanneer dit niet gebeurt, kan er besloten worden om, met hulp van de gynaecoloog, het kind te draaien. Dit gebeurt meestal rond de 36 weken, soms kan dit eerder of later zijn, afhankelijk van jouw situatie.
De eerste weeën zijn meestal onregelmatig, kort van duur, en nog niet zo sterk. Wanneer je deze weeën hebt, wil het nog niet zeggen dat de bevalling is begonnen; het kan nog afzakken. Pas als de weeën langer gaan duren, regelmatig en krachtig zijn, lijkt het dat de bevalling echt begint.
Het voelt als een soort kramp in je onderbuik die langzaam opkomt, erger wordt en dan weer afzakt. Je kunt een wee vergelijken met een golf die aanspoelt op het strand. In het begin voel je de pijngolf aan komen rollen. Net voor de golf omslaat, is de pijn het hevigst.
Tijdens de bevalling maakt jouw lichaam een stofje aan wat je de nodige hulp en energie geeft om een bevalling te “klaren”. Ook kort na de bevalling merk je daar nog het e.e.a. van. Je merkt vaak dat je over je hele lichaam begint te trillen, vooral je bovenbenen lijken niet te stoppen. Je kan ook gaan braken.
Je kunt tijdens de hele zwangerschap veilig soloseks toepassen.Het is niet gevaarlijk voor jou of je baby. Masturberen kan je natuurlijk ook samen doen in je relatie.
Kindje wordt rustiger
De bewegingen van je kindje worden minder. Doordat het hoofdje is ingedaald heeft hij minder ruimte. Toch moet je opletten dat je over de hele dag gezien je baby wel voelt bewegen, maar heel zachtjes, de kracht van de bewegingen neemt dan ook af.
Deze fase van bevallen begint al tijdens de laatste weken van je zwangerschap en eindigt dan ook als de actieve fase van de bevalling begint. Dit kun je merken doordat je krampen in je onderbuik voelt, maar soms merk je er niets van. Normaal gesproken is de baarmoedermond een stug tuutje en staat deze wat naar achter.
Vlak voor de geboorte kan je je een beetje misselijk voelen, hoofdpijn hebben en je voelt een loodzware vermoeidheid. Vaak verschijnt er wat bloed of slijm.
Tekenen van vroegtijdige bevalling
Zo weet je dat het echte weeën en geen oefenweeën zijn. Andere tekenen van een vroegtijdige bevalling zijn: Menstruatieachtige krampen boven het schaambeen. Druk of een pijnlijk gevoel in het bekken, de dijen of de lies.