Vasthouden voor onderzoek en inverzekeringstelling Sinds 1 maart 2017 mag de politie u maximaal 9 uur vasthouden voor onderzoek.
Het voorarrest kan dus in totaal uiterlijk 110 dagen duren: maximaal 2 keer 3 dagen inverzekeringstelling; maximaal 14 dagen bewaring; maximaal 90 dagen gevangenhouding.
Ophouden voor onderzoek (9 uur)
Wanneer u bent aangehouden in verband met een verdenking van een strafbaar feit, mag de politie u 9 uur vasthouden voor nader onderzoek. Deze periode wordt vaak gebruikt om u als verdachte te horen. De nachtelijke uren tussen 00:00 uur en 09:00 uur tellen daarbij niet mee.
Wanneer een verdachte niet in voorlopige hechtenis zit, moet de strafzaak in beginsel binnen 24 maanden zijn afgerond. Er zijn uitzonderingen op die 16 maanden en 24 maanden. Wanneer een strafzaak gecompliceerd en/of omvangrijk is, mag een strafzaak van de rechter langer duren.
Hoe lang kunnen beperkingen duren? De duur van de beperkingen is niet wettelijk vastgelegd. Het is dus mogelijk een verdachte verschillende weken of maanden in beperkingen te houden. Dergelijk lange beperkingen komen we meestal tegen in de grotere zaken.
Als de politie u heeft gearresteerd, moet u vervolgens mee naar het politiebureau. Op het politiebureau vinden verhoren plaats door de politie. Dag en nacht bij elkaar opgeteld, mag u maximaal 18 uur worden vastgehouden. Na de verhoren wordt bepaald of u weer naar huis mag of langer vast gehouden wordt.
U heeft het recht om te weten van welk strafbaar feit u wordt verdacht. U hoeft de vragen niet te beantwoorden (zwijgrecht). U heeft het recht om vóór het (eerste) verhoor vertrouwelijk met een advocaat te praten. U heeft recht op de aanwezigheid van een advocaat tijdens het verhoor om u bij te staan.
Na de verlengde inverzekeringstelling
De officier van justitie beslist vervolgens of u naar huis kunt gaan of dat u nog langer moet worden vastgehouden. In het laatste geval doet de officier van justitie een schriftelijke vordering aan de rechter-commissaris om een bevel tot bewaring af te geven.
Het verschil is derhalve dat bij gevangenhouding de verdachte zich (al) in bewaring bevindt en dat men bij gevangenneming op vrije voeten is. Bovendien komt gevangenneming voor bij uitleveringsverzoeken.
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar.Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden. Bij een klein aantal delicten kan het wel nodig zijn dat er aangifte gedaan wordt. Dat zijn zogenaamde klachtdelicten.
De raadkamer kan een bevel gevangenhouding geven voor in totaal maximaal 90 dagen. Meestal wordt door de raadkamer eerst een bevel voor een korte periode gegeven dat daarna een of meer keren kan worden verlengd. Na een periode van 90 dagen moet de strafzaak voor de eerste keer bij de rechtbank komen.
Voorwaarde voor de toepassing van voorlopige hechtenis is dat er ernstige bezwaren bestaan dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit. De term ernstige bezwaren ziet op de ernst van de verdenking die er moet zijn. Bij aanhouding is hoogstens een redelijk vermoeden van schuld nodig.
Gevallen waarvoor voorlopige hechtenis is toegestaan
Dat zijn in ieder geval alle misdrijven waarvoor 4 jaar of meer kan worden opgelegd. In de wet staan ook nog enkele andere misdrijven specifiek opgenoemd, zoals bedreiging, verduistering, afdreiging en oplichting.
In Nederland kan de straf zowel tijdelijk als levenslang zijn. De tijdelijke straf heeft een maximum van 30 jaar en een minimum van 1 dag. Op de BES-eilanden geldt een maximale tijdelijke straf van 24 jaar. De duur voor de gevangenisstraf wordt gegeven in hele dagen, weken, maanden en jaren.
Als u door de politie wordt aangehouden, wordt aan u verteld waarvan u wordt verdacht en u gewezen op uw rechten.Aan u wordt medegedeeld dat u niet tot antwoorden verplicht bent. Dit is de cautie. Er wordt een folder met uw rechten uitgereikt en u mag contact opnemen met een advocaat.
U kunt door de politie worden meegenomen naar het politiebureau. Een hulpofficier van justitie (HovJ) toetst of de aanhouding terecht is en beslist of er een onderzoek komt. De politie verhoort u dan en doet mogelijk een onderzoek naar uw persoonsgegevens.
Wanneer u wordt verdacht van een strafbaar feit, kunt u per post een schriftelijke oproep ontvangen om door de politie als verdachte te worden gehoord. U wordt dan uitgenodigd voor verhoor. Voorafgaande aan het verhoor wordt uw identiteit door de politie vastgesteld en zal de politie uw vingerafdrukken nemen.
Contact met het politiebureau in je woonplaats
Meestal laat de politie dit snel weten. Je kunt de politie ook bellen op 0900-8844. Ga voor meer informatie over dit nummer en de kosten naar de website van de politie.
Na ongeveer 7 maanden krijgt u een brief van Parket CVOM. De officier van justitie heeft uw beroep dan bekeken en laat u weten dat: u alsnog in het gelijk wordt gesteld òf. dat uw zaak wordt voorgelegd aan de kantonrechter en daarom wordt doorgestuurd naar de rechtbank.
geweld gebruiken;onderzoek verrichten in een woning met een huiszoekingsbevel;telefoon tappen;personen observeren.
De politie mag u, dus niet zomaar aanhouden. Allereerst moet u verdachte van een strafbaar feit zijn. Daarnaast gelden er verschillende voorwaarden voor een ontdekking op heterdaad of buiten heterdaad.
Hier voegt een woordvoerder van de nationale politie aan toe: "We doorzoeken niet zomaar. Er zijn diverse wetten waarin wij bevoegdheid krijgen, zoals de Wegenverkeerwet of de Opiumwet. Maar we doorzoeken dus ook als er een redelijk vermoeden van schuld is."