Inhoudsopgave. In de inhoudsopgave staan alle onderdelen van het werkstuk genoemd, van de inleiding tot de bronvermelding. Voor elke hoofdstuktitel vermeld je het hoofdstuknummer, voor elke paragraaftitel het paragraafnummer. Achter elk onderdeel zet je het paginanummer waarop het begint.
Ook de inhoudsopgave moet op één A4 passen. Zet er alleen hoofdstuk- en paragraafkoppen in, geen tussenkopjes. De inhoudsopgave fungeert als een wegwijzer voor de lezer. Voorwoord en samenvatting worden dus niet vermeld, want er staan alleen dingen in die ná de inhoudsopgave volgen.
In de inhoudsopgave moeten alle hoofdstukken van het verslag vermeld worden. Dat betekent dus dat ook het voorwoord, de inhoudsopgave zelf, de samenvatting, de literatuurlijst en de bijlagen in deze inhoudsopgave staan. Je verslag heeft een paginanummering.
De inhoudsopgave maken
Klik op de locatie waar u de inhoudsopgave wilt invoegen. Gewoonlijk is dit aan het begin van een document. Klik op Verwijzingen > Inhoudsopgave en kies een Automatische inhoudsopgave in de lijst met stijlen.
Het voorwoord van een scriptie komt na de samenvatting, maar vóór de inhoudsopgave. De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en komt meteen na de inhoudsopgave.
In de inhoudsopgave neem je het volgende op: voorwoord, samenvatting, inleiding, theoretisch kader, onderzoeksmethode, analyse onderzoeksresultaten, conclusie(s), adviezen/aanbevelingen, literatuurlijst en bijlagen. De inhoudsopgave en bronnenlijst krijgen geen hoofdstuknummer.
Klik op de kop die u wilt wijzigen. Klik op het tabblad Start, in de groep Stijlen, op het gewenste kopniveau. Klik op het tabblad Verwijzingen op Inhoudsopgave bijwerken. Klik op In zijn geheel bijwerken en klik op OK.
Aan zelfstandige naamwoorden zoals inhoud voeg je nooit een t toe. Dat doe je alleen bij werkwoorden. Inhoud is een woord waar je een lidwoord voor kunt zetten (de inhoud, een inhoud) en dat je in het meervoud kunt zetten: 'Het berekenen van de inhouden vond ik moeilijk. '
De samenvatting is maximaal 1 A4. De samenvatting staat na het voorwoord en voor de inhoudsopgave. In de samenvatting zijn de juiste werkwoordstijden consistent gebruikt. De doelstelling staat in de samenvatting.
Het moet voor de lezer duidelijk zijn wat de conclusies en de resultaten zijn. Eenduidig formuleren is key: zonder eenduidige formuleringen kunnen conclusies vraagtekens oproepen bij de lezer. Een rapport moet op een dergelijke manier worden geschreven dat het meteen duidelijk is voor de lezer.
Een verslag begint met een voorblad. Hierop staat de titel van het verslag, je eigen naam, de klas waar je in zit, eventueel de naam van jouw docent en de datum van inlevering. Zorg ervoor dat in de titel duidelijk naar voren komt waar het verslag over gaat. Kies het liefst voor een korte en pakkende titel.
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en vormt daarom het startpunt van je scriptie. Je beschrijft hierin het onderwerp van je scriptie, stelt de probleemstelling op en presenteert je doelstelling en je onderzoeksvragen.
Ga naar Invoegen > Koptekst en Voettekst. Selecteer aan de rechterkant Opties en klik vervolgens op Eerste pagina afwijkend. Selecteer opnieuw Opties en klik vervolgens op Paginanummers verwijderen.
Ga naar Verwijzingen >Tabel bijwerken. Selecteer een van de volgende opties: Alleen paginanummers bijwerken Hiermee worden alleen de pagina's bijgewerkt waar de koppen op staan en worden wijzigingen in de koptekst genegeerd.
De gemiddelde duur van een scriptie ligt tussen de 3 en 12 maanden, waarbij je meestal 6 maanden bezig bent (ongeveer 1 semester). Hoe lang het proces precies duurt, hangt af van het soort onderzoek en hoeveel studiepunten ervoor staan. Het allerbelangrijkste is dat je je houdt aan een goede planning.
Een voorwoord heeft zijn positieve en minder positieve kanten. Het is niet een verplicht onderdeel van een scriptie, dus als afstudeerder ben je er vrij in om er al dan niet één op te nemen. Het is aan jou om te beoordelen of de positieve kanten zwaarder wegen dan de minder positieve kanten.
Begin meteen met het introduceren van je verhaalidee. Vaak is het verhaalidee het antwoord dat je zou geven op de vraag: 'waar gaat je verhaal over? ' Het idee is de reden dat de lezer jouw boek koopt: de tekst op de flaptekst prak hem of haar aan.
Het voorwoord is niet langer dan 1 pagina. Je voorwoord bestaat uit drie tot vijf alinea's. Alleen personen die wezenlijk hebben geholpen zijn bedankt.
Het is voor veel studenten onduidelijk of de bijlagen ook in de inhoudsopgave geplaatst dienen te worden. Het antwoord is ja, de bijlagen horen ook in de inhoudsopgave. Deze krijgen echter geen hoofdstuknummer, maar een eigen nummer.
Inleiding (±150-200 woorden) Hoofdtekst in vraag-antwoordvorm (maximaal 1900 woorden) Afsluitende tekst ('Tot besluit') (±100 woorden)