Voor een grote groep mensen met stadium 3a longkanker leven ongeveer 3 - 5 van de 10 mensen na 5 jaar nog.
Stadium 3. Er zit een tumor in de long. Ook zijn er meestal uitzaaiingen in de lymfeklieren van het mediastinum (de ruimte tussen de longen). 3A: de uitzaaiingen zitten aan de kant waar de tumor zit.
Graad 3: de kankercellen zijn slecht gedifferentieerd.Ze lijken vrijwel niet meer op gezond weefsel.Deze kankercellen groeien bijna altijd veel sneller dan normale cellen. Graad 3 heet ook wel hooggradig.
De mediane overleving na chemotherapie, immunotherapie en combinatiebehandeling is tegenwoordig respectievelijk 7.5 maanden, 17.7 maanden en 12.1 maanden. Vijfjaarsoverleving is respectievelijk 6%, 25% en 17%. Relevante publicaties: Immunotherapie verdubbelt overleving voor bepaalde patiënten met uitgezaaide longkanker.
T3: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid in omliggende weefsels. T4: De moedertumor is buiten het orgaan doorgegroeid en heeft zich sterk uitgebreid in de omgeving.
Over het algemeen gaan patiënten langzaam achteruit. Ze komen steeds minder uit bed, slapen een steeds groter deel van de dag en zijn de laatste uren tot dagen nauwelijks meer aanspreekbaar. Uiteindelijk glijden ze rustig weg. Wie in de allerlaatste fase veel klachten ervaart, kan ook kiezen voor palliatieve sedatie.
Longkanker zaait het vaakst uit naar de botten, lever en de andere long.
Specifieke palliatieve behandelingen bij longkanker zijn palliatieve radiotherapie, palliatieve chemotherapie en immunotherapie. Naast fysieke zorg en symptoombestrijding, horen ook het psychologische-, sociale- en zingevingsdomein tot de zorg in de palliatieve fase.
Ongeveer 1 op de 5 mensen met longkanker heeft kleincellige longkanker.Deze vorm van longkanker groeit heel snel. Ook verspreiden de kankercellen zich sneller door het lichaam dan niet-kleincellige kankercellen. Daarom is kleincellige longkanker bij de diagnose vaak al uitgezaaid.
Uitbehandeld zijn wil dus eigenlijk zeggen dat er geen curatieve behandeling (een behandeling die gericht is op genezing) meer mogelijk is. Uitbehandeld zijn, wil dus niet per sé zeggen dat je snel komt te overlijden. Met een ongeneeslijke ziekte kun je nog lang leven, dat hangt erg af van je persoonlijke situatie.
Ja dat kan wel, maar helaas maar bij een klein deel van de patiënten. Longkanker wordt vaak pas laat ontdekt en is daardoor moeilijk te genezen. De 5-jaarsoverleving voor longkanker is 27%. Na 10 jaar is nog maar 13% van de mensen in leven.
Stadium III: kankercellen hebben zich verspreid in de lymfeklieren in de omgeving van de originele tumor.
Wat het sterftecijfer betreft, zal longkanker naar verwachting de koploper blijven, gevolgd door pancreaskanker, lever- en galwegkanker, colorectale kanker en borstkanker.
Iemand is genezen als de kanker niet terug is gekomen in de 5 jaar na de behandeling. Na 5 jaar is verdere controle dan ook meestal niet meer nodig. Helaas komt de kanker bij een deel van de mensen na de operatie wel terug.
Zeurende pijn in de borststreek, rug of in het gebied van de schouders. Achteruitgang van de lichamelijke conditie. Dit kan zich uiten in snelle vermoeidheid zonder aanwijsbare reden, gewichtsverlies en/of een gebrek aan eetlust.
Terminale zorg wordt gegeven aan patiënten met een levensverwachting van ongeveer 3 maanden en is bedoeld om de laatste levensfase zo goed mogelijk te laten verlopen. Een belangrijk verschil tussen terminale zorg en palliatieve zorg is dat de palliatieve fase veel langer kan duren, zelfs meerdere jaren.
De behandeling van stadium 1 t/m 3 is gericht op genezing. De kanker is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. In dit stadium is de kanker niet meer te genezen.
Gemiddeld zijn 5 jaar na de diagnose nog 26 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde. Bespreek dit met de arts.
Chemo-immunotherapie of immunotherapie
Uitgezaaide longkanker behandelen we meestal met een combinatie van chemotherapie en immunotherapie of alleen met immunotherapie. Welke behandeling het meest geschikt is, hangt vooral af van een eiwitbepaling: PDL1. Patiënten krijgen de behandeling elke 2-3 weken via een infuus.
Bij mensen die gaan sterven is een stokkende en onregelmatige ademhaling meestal een teken dat de dood snel dichterbij komt. De ademhaling valt dan regelmatig stil om daarna met een diepe zucht weer op gang te komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, soms wel tot een halve minuut.
Kort voor het overlijden houden ze vaak even op met ademhalen, soms zelfs wel een halve minuut.Dan slaken ze ineens een diepe zucht en ademen daarna weer verder. Het gezicht ziet er vaak heel rustig uit. Als de stervende toch onrustig of benauwd wordt, kan de arts rustgevende medicijnen geven.
Longkanker geeft vaak pas in een laat stadium symptomen. Veel voorkomende klachten zijn: lang aanhoudende prikkelhoest, bloedspoortjes ophoesten, kortademigheid, luchtweginfecties die niet overgaan en pijn op de borst. Dit gaat vaak samen met klachten als vermoeidheid, verminderde eetlust en gewichtsverlies.
Het stadium van de ziekte is bepalend voor de behandeling en prognose van deze patiënten. Een jaar na diagnose is nog maar 22% van de patiënten met stadium IV longkanker nog in leven en na vijf jaar is dat gedaald naar 3%.
KUN JE OP EEN GEWONE RÖNTGENFOTO VAN DE LONGEN ZIEN DAT IK ROOK? Antwoord: Nee, dat is in principe niet op een gewone foto te zien.