Antwoord van de Bieb:Sea Life Scheveningen zegt het volgende:Niet langer dan een paar uur. Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven.
De onderzoeker laat de imposante kwal op het strand liggen zodat andere mensen hem ook kunnen bewonderen. Wie dat wil, kan het dier gewoon oppakken. Deze kwal is ongevaarlijk, volgens Ecomare, het centrum voor wadden en Noordzee. De netelcellen zijn te zwak om door de menselijke huid te dringen.
Kunnen dode kwallen ook steken? Zelfs als je een dode kwal aangespoeld aan de kustlijn vindt, moet je uitkijken. De tentakels van een dode kwal kunnen nog steeds steken. "De netelcellen blijven nog even actief als ze dood zijn", aldus Van Walraven.
Dat komt door levenscyclus, zegt Van Walraven. "Kwallen worden meestal maar een half jaar oud. Ze planten zich voort en leven in het begin als poliepjes op de bodem. Na verloop van tijd laten de poliepen los en groeien ze uit tot grote kwallen."
Een kwal die aanspoelt, droogt binnen enkele uren uit en zal overlijden. Echter blijven de netelcellen nog een tijdje actief, waardoor je -zelfs als de kwal dood is- nog steeds een kwallenbeet kunt oplopen.
Ze hebben geen brein en bestaan vrijwel geheel uit water – en toch beschikken ze over heel wat superkrachten.
De tentakels van kwallen hebben giftige netelcellen. Wanneer je gestoken wordt, spuit de kwal gif in je bloedbaan. Hierdoor kan je jeuk en pijn voelen. Wanneer je uit het water stapt, drogen de netelcellen uit.
Dit hangt ook van het weer af: als de zon schijnt gaat het verdrogen sneller. Eigenlijk is het ook niet echt ''overleven'', een kwal op het droge is langzaam aan het sterven. Iedere minuut die de kwal op het droge doorbrengt beschadigd zijn weefsels verder.
Het eeuwige leven
Toch kan de Turritopsis nutricula wel degelijk sterven: de regeneratie werkt namelijk alleen bij volwassen exemplaren. Ziekte of hongerige roofdieren worden jonge kwallen wel fataal, maar er is geen ander dier bekend met deze hoge kans op biologische onsterfelijkheid.
Kwallen steken met brandharen, die vaak als tentakels onder de kwal langen of op zijn oppervlak zitten. Deze geven een reactie bij aanraking. Op de plaats waar deze brandharen de huid hebben geraakt, treedt een reactie op met roodheid, zwelling en soms blaarvorming. Er is vaak (veel) pijn, een branderig gevoel of jeuk.
De irukandji is een kleine, glasheldere kwal. Hij wordt maar een paar centimeter lang en leeft in de tropische wateren rond de noordkust van Australië. Dit kwalletje wordt in het algemeen gezien als het giftigste dier ter wereld en in tegenstelling tot andere kwallen heeft de irukandji ook netelcellen op het lichaam.
Kleine visjes kunnen schuilen tussen de tentakels van een kwal en zo overleven. Verder is de kwal een delicatesse voor schildpadden en sommige vissen en eet-ie zelf weer kreeftjes, waardoor de populatie goed blijft. Wist je trouwens dat een kwal nog kan steken als-ie dood is?
Kwallen hebben bovendien nauwelijks organen, ze hebben geen hart, geen bloedvaten en geen hersenen en ook geen botten, schelp of hoornpantser. Er zitten geen ogen in en geen oren aan en met hun rudimentaire spieren en zenuwen kunnen ze maar weinig doen.
Kwallensoorten in de Wadden- en Noordzee
De meest voorkomende kwal is de oorkwal. De steek van deze soort doet niet veel pijn en de gevolgen zijn minimaal. Na een steek kan de huid hoogstens wat rood, opgezwollen en een beetje jeukerig zijn, maar deze klachten verdwijnen na een aantal uur.
Komt de kwal in contact met een vijand, dan schieten de netelcellen als een soort harpoen uit de tentakel. Het gif uit die cellen komt in je huid terecht, met jeuk en pijn tot gevolg. In Nederland is de kans dat je een (zeer) giftige kwal tegenkomt gelukkig niet heel groot.
Kwallen bijten niet
We noemen het dan wel een kwallenbeet, maar kwallen kunnen helemaal niet bijten. Ze steken. Officieel heet het dus een kwallensteek. De tentakels van een kwal bevatten netelcellen met gif.
Meestal gebeurt dat met aflandige wind, in Nederland dus met oosten- of zuidenwind. De onderstroom voert de kwallen met zich mee en brengt ze naar het strand. Eenmaal aangespoeld gaan ze snel dood door uitdroging.
Maar voor deze kwal gaat zelfs die zekerheid niet op: Turritopsis dohrnii kan volwassen worden en vervolgens weer jong worden en zijn levenscyclus letterlijk opnieuw beginnen. In theorie is de kwal dan ook onsterfelijk.
De meeste kwallen leven zo nog een tijdje voordat hun leven tot een einde komt. Dit geldt niet voor Turritopsis dohrnii. Dit diertje kan namelijk de taken van zijn cellen volledig veranderen om van zichzelf weer een poliep te maken. De kwal kan dan even niet meer zwemmen, maar hij wordt wel weer jonger.
Kwallen behoren officieel tot de 'neteldieren', een primitieve tak van het dierenrijk waarvan het lichaam bestaat uit een 'zak' met tentakels. In de tentakels zitten netelcellen die kleine pakketjes met gif kunnen wegschieten. Het gif verlamt een prooi alvorens ze opgegeten wordt.
Wat doe je bij een kwallenbeet? Bij een ernstige allergische reactie: bel of laat 112 bellen. Wrijf niet over de gestoken plek. Probeer de netelcellen eerst weg te schrapen of weg te spoelen met zeewater.
Tonijnen, haaien en schildpadden zijn de belangrijkste vijanden van de kwal. Als er teveel gevist wordt in de zee, dan kunnen er wel eens plots veel te veel kwallen zijn. Dan kan je in die zee echt niet meer gaan zwemmen. Als een kwal wordt geboren, dan ziet ze er helemaal nog niet uit als een kwal.
Ook voor de bloemkoolkwal, ook wel de zeepaddestoel genoemd, hoeven we niet bang te zijn. Hoewel ze onwijs groot kunnen worden, deze anderhalve meter grote werd bijvoorbeeld gespot bij de Engelse kust, is de steek van deze imposante kwal niet gevaarlijk.
Wat eten kwallen? Kwallen eten vissenlarven en kreeftachtigen. Met de netelcellen die ze op hun tentakels hebben verlammen ze hun prooi, en met hun tentakels brengen ze de prooi naar hun mond.
De andere vijf procent bestaat uit cellen, een maag en mond. De meeste kwallen kunnen niet zwemmen en drijven mee met de stroming van de zee. Ze komen in alle oceanen en zeeën voor en er zijn zelfs een paar soorten die in zoet water leven.