Gedurende de eerste week niet in bad te gaan zitten, te zwemmen of de sauna te gebruiken. U kunt wel douchen. Na 5 dagen kunt u weer aan het werk, als er sprake is van een ongecompliceerd verloop en herstel van de procedure en u (nog) geen zware lichamelijke arbeid verricht. De eerste 2 weken niet te sporten.
In principe mag u op de dag na ablatie weer naar huis, mits er geen complicaties optreden.
In principe kunt u uw normale werkzaamheden 24 uur na het onderzoek of behandeling hervatten. Indien u vóór het onderzoek of de behandeling werkonbekwaam was, dan bespreekt u met de arts wanneer u terug aan het werk kan.
Wees voorzichtig met bijvoorbeeld traplopen, stofzuigen, ramen zemen, fietsen en sporten. Ga de eerste 3 dagen niet autorijden en fietsen. Tijdens autorijden en fietsen kan er druk op de lies ontstaan met het risico op een nabloeding.
Voor een ablatie moet je nuchter zijn en word je volledig in slaap gebracht. De ingreep kan namelijk pijnlijk zijn en duurt gemakkelijk enkele uren. Tijdens het onderzoek word je voortdurend gemonitord door middel van elektroden die je hartritme opvolgen.
De voordelen van de deze vorm van ablatie zijn: sneller; minder pijnlijk nadien, maar vindt ook onder narcose plaats net als de radiofrequente katheterablatie; hoog slagingspercentage: 80 tot 85 procent van de patiënten is na deze ablatie van hun boezemfibrilleren af.
Patiënten die de ingreep niet onder sedatie door de anesthesie ondergaan krijgen een licht 'roesje'. U kunt dan nog pijn ervaren tijdens de ablatie; daarvoor wordt dan extra pijnstilling gegeven.
Chirurgische ablatie is een ingreep ter behandeling van boezemfibrilleren. Meestal wordt deze ingreep uitgevoerd in combinatie met een andere openhartoperatie.
Mogelijke risico's ‒ met inbegrip van maar niet beperkt tot de hieronder genoemde ‒ zijn: (na)bloedingen, infecties, gaatje in het hart, hartritmestoornissen (boezem en kamer) tijdens en na de ingreep, vochtophoping in het hartzakje en longproblemen.
Misschien voelt u in de eerste 3 maanden na de ablatie nog hartkloppingen of overslagen. Bij sommige ritmestoornissen kan het weken tot maanden duren voordat het hart tot rust komt en de ritmestoornissen verdwijnen. Het kan zijn dat de klachten kortdurend erger worden.
Door de temperatuur in de slokdarm te meten met een kleine, flexibele thermometer en door u een maagzuurremmer (Pantomed®) te geven tijdens de eerste maand na de ablatie wordt dit risico nog verkleind. Het risico op overlijden wordt geschat op 1 op 1 000.
De kosten voor de behandeling van boezemfibrilleren kunnen structureel omlaag door de behandeling katheterablatie. Na deze behandeling is de patiënt van zijn medicijnen voor de aandoening af. De kosten hiervan zijn zo'n 3000 euro per jaar per patiënt.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Nieuwe behandeling voor hartritmestoornissen beschikbaar in het Catharina Hart- en Vaatcentrum. Als eerste in Nederland hebben cardiologen en hartchirurgen van het Catharina Hart- en Vaatcentrum een nieuwe techniek toegepast bij een patiënt met hartritmestoornissen. De nieuwe techniek is voor patiënten minder pijnlijk.
Bij langdurig gebruik verergert alcohol de hartritmestoornissen. Die kunnen zo op termijn overgaan in een persistente toestand van voorkamerfibrillatie. Met mogelijk de gekende gevolgen van een beroerte. Maar ook onrechtstreeks heeft alcohol een nefaste invloed op je hart.
Vlak na de ablatie kunnen mensen een wat branderig gevoel op de borst hebben. De klachten verdwijnen meestal snel. Eventueel kunt u hiervoor pijnstillers gebruiken. Er zijn ook mensen die zich wat misselijk of moe voelen.
Als uw boezemfibrilleren niet goed onder controle kan worden gehouden met medicatie, kan uw arts u behandeling met ablatie aanraden. Dit kan met behulp van een katheter, via een minimaal-invasieve ingreep of door middel van een openborstoperatie (in combinatie met een andere hartoperatie).
Na de ablatie
U mag meteen weer eten en drinken. Indien nodig wordt uw hartritme gevolgd op een monitor. U moet nog minstens 6 uur (voor een aderpunctie) of tot de volgende dag (voor een slagaderpunctie) in uw bed blijven liggen. Na minstens 6 uur (meestal de volgende dag) controleert een arts de prikplaats in de lies.
Herstel. Na een katheterablatie kan het genezingsproces wel drie maanden duren, en na een chirurgische ablatie zelfs wel zes maanden. Vanwege dit genezingsproces kan het boezemfibrilleren de eerste tijd na de ablatie opnieuw optreden.
Succesvolle behandeling is te verwachten bij 60-90% van de patiënten. Bij 20% van de patiënten is hiervoor een tweede behandeling nodig. De kans op een blijvend stabiel sinusritme is afhankelijk van verschillende factoren.
Ook OSAS (ademhalings pauzes in de slaap), bloedarmoede, spanning en stress kunnen boezemfibrilleren veroorzaken. Boezemfibrilleren kan ook een reactie zijn op alcohol, koffie, (cola) of bepaalde voedingsmiddelen. De ritmestoornis kan ook ontstaan bij mensen die drugs (cocaïne, amfetaminen) gebruiken.
Bij veel ritmestoornissen kun je je werk en hobby's blijven doen. Maar dit geldt niet voor iedereen. Soms is een onderzoek op je werkplek nodig, bijvoorbeeld als je een pacemaker of ICD hebt. Als de hartritmestoornis onder controle is, kun je vaak je gewone werk of hobby's weer oppakken.
Een cardioloog of een cardioloog in opleiding onder supervisie van een cardioloog voert het onderzoek uit. De medisch specialist wordt geassisteerd door gespecialiseerde verpleegkundigen van de hartkatheterisatiekamer. Voorafgaand aan de EFO of ablatie is er een zogenoemde 'Time out-procedure'.
Cardio en aerobics training
"Lopen, hardlopen, tennis, basketbal, zwemmen; alles wat je hartslag verhoogt en je aan het zweten krijgt, werkt het best", zegt Shin. Cardio en aerobics maakt je hart efficiënter door meer bloed per slag te pompen, zodat het niet zo hard hoeft te werken.