De meeste groenten blijven maar één of twee seizoenen in je moestuin terwijl de meeste fruitbomen 30, 40 jaar tot wel 100 jaar oud kunnen worden. De levensduur van fruitbomen is natuurlijk ook wat afhankelijk van de verzorging en grootte. Hoe ouder een boom kan worden, hoe groter hij wordt.
Hoe lang leven appelbomen? De gemiddelde gezonde en goed verzorgde appelboom kan 50 tot 80 jaar oud worden.
Een boom die te hard groeit geeft te weinig vruchten. Naast snoeien wordt in de winter ook tijd vrijgemaakt om 'oude' bomen te vervangen door nieuwe bomen. Een appelboom gaat tussen de 12 en 15 jaar mee. Een perenboom gaat langer mee, 25 tot 30 jaar.
Kersenbomen zullen ietsje sneller vruchten geven pakweg na 2 a 3 jaar. Perzikbomen geven meestal meteen vruchten. Walnoten stellen je geduld het meest op de proef: hier kan het een vijftal jaar duren vooraleer de eerste vruchten verschijnen.
Appelbomen groeien opwaarts. Het zal 2 tot 5 jaar duren voor de eerste appels zullen komen, hoe groot je boom dan precies is hangt van de (wel of niet gunstige) omstandigheden van de boom. Je hebt bij een appel wel invloed op hoe groot de boom wordt door te snoeien.
Appelboom snoeien is erg belangrijk voor de groei van een appelboom. Het is zelfs zo dat wanneer je een appelboom niet snoeit hij blijft groeien, wat resulteert in geen appels. Om meer appels aan je boom te krijgen is het belangrijk dat de appelboom veel bloesemhout aanmaakt.
Je kunt appelbomen twee keer per jaar snoeien: Aan het eind van de winter in februari snoei je dikke oude takken weg en spaar je de kortloten, dit is bloesemhout waaraan de appels zullen gaan groeien. In juni snoei je nog een keer. Als reactie op de winterse snoei maakt de boom veel waterlot.
Heb je fruitbomen in de tuin? Dan moet je deze elk jaar snoeien om te kunnen genieten van een mooie en gezonde oogst. Lees in dit artikel wanneer het beste moment is voor het fruitbomen snoeien en hoe je dit het best kan doen.
Van januari tot maart kunnen fruitbomen zoals appel- en perenbomen gesnoeid worden. Snoei het liefst bij droog weer, en niet als het vriest. Een wat oudere fruitboom hoeft slechts licht gesnoeid te worden, het gaat dan om onderhoudssnoei.
Kleinfruitsoorten die weinig snoeiwerk vragen zijn frambozen, trosbessen, bramen en taybessen. Fruitbomen die normaal geen snoei nodig hebben zijn abrikozen, pruimen en walnoten. Het beste is met houtig kleinfruit zoals trosbessen, kruisbessen, frambozen, bramen en taybessen te starten.
Nog kleiner dan een laagstam, zijn de zogenaamde mini fruitbomen, dwerg fruitbomen, of zuilfruit boompjes. Niet alleen vertakken ze al vanaf heel laag, maar ze blijven ook erg smal. Ideaal voor als je echt weinig ruimte hebt, of voor in een pot of bak. Zuilvormige fruitbomen worden ook wel Ballerina fruitbomen genoemd.
Als je kiest voor een fruitboom zoals de Malus d. Gloster appelboom, heb je er dubbel plezier van. Deze boomsoort geeft heerlijk sappige appels met een prachtige, donkerrode kleur. Met een voedingsrijke bodem kun je rekenen op een zeer krachtige, snelgroeiende boom die ook geschikt is voor de kleine tuin.
De bedoeling van het snoeien is immers om de kroon open te houden en te zorgen dat er niet teveel hout op staat. Hierdoor kan het licht en de lucht gemakkelijk in en door de boom waardoor je een betere vruchtzetting krijgt en de vruchten beter opdrogen (lager risico op schimmels).
Een appelboom heeft in de regel geen kunstmest nodig en kan goed uit de voeten met gedroogde koemest. Zoals bij andere fruitbomen bemesten kun je de grond in februari verrijken met kalkkorrels. Hierdoor wordt de mest beter opgenomen.
De beste plaats voor een appelboom is een zonnige plaats. Appelbomen verdragen ook een plaats die half in de schaduw ligt. U kunt de boom het beste tussen november en maart planten, waarbij de plantafstand afhankelijk is van de maat die u koopt. Een laagstam heeft minder ruimte nodig dan een halfstam.
Vrijstaande appelboom in een kleine tuin
Wil je graag een vrijstaande appelboom, kies dan een dwergonderstam (M9, tot ca. 2,5 meter hoog). Plant je boom in de volle grond of in een grote pot of bak. Deze onderstam is ook geschikt voor step-over appels.
Het leiden van een fruitboom bestaat de eerste jaren uit het bouwen van etages. Voor een boom met horizontale leggers maak je een hekwerk met horizontaal gespannen draden op een onderlinge afstand van ongeveer 50 cm. Zet je meer bomen op een rij, houd dan tussen de bomen een onderlinge afstand van 2 m aan.
Een perenboom heeft niet veel verzorging nodig. Bij het planten is het goed om onderin het plantgat een laag potgrond te doen om hem een fijne start te geven. Het plantgat kun je net zo groot maken als de kluit van de boom. Geef hem na het planten een flinke plens water.
Tussen maart en april kun je de bodem rondom de boom verrijken met organische meststof. Staat de boom op een ondergrond van zand, dan kun je ervoor kiezen om in juli nog een keer te bemesten. Net als een appelboom heeft een pruimenboom geen kunstmest nodig om goed te gedijen.
Een oude boom kan het best in februari gesnoeid worden, vlak voordat de groei op gang komt. Wonden groeien dan het snelst dicht, waardoor het risico op infecties het kleinst is. Wonden moeten afgedekt worden met een wondafdekmiddel. Eerst wordt al het dode, gebroken, zieke en kruisende hout weggesnoeid.
Snoei maximaal 20% van de blad dragende takken weg. Door meer weg te snoeien wordt de groei van de boom belemmerd, omdat de boom dan te weinig bladeren heeft. Snoei een tak altijd aan de basis.
Mini fruitbomen worden vaak tussen de 1,50 en 3 meter hoog. Je kan de groei beperken door de bomen regelmatig te snoeien. Het is daarom belangrijk om altijd te vragen naar de geschatte volwassen hoogte, en niet alleen te kijken naar de huidige grote.
Vooral deze groep van fruitbomen moet gesnoeid worden, anders verwilderen ze snel en worden ze te groot. Alhoewel een laagstam een korte stam heeft en klein verkocht wordt zal deze snel groot worden zonder snoei. Door te snoeien kun je deze boom op een hoogte van 2-2.5 meter houden.
Het is belangrijk om de appelboom voldoende water te geven, zowel tijdens het planten als tijdens de eerste periode. De boom moet 'aanslaan' en heeft ongeveer dertig tot veertig liter water per week nodig.