Vooral kleine beschadigingen, zoals bij vasculaire dementie, worden op een mri beter zichtbaar. De ct en de mri kunnen echter niets zeggen over het functioneren van de hersenen.
Een MRI-scan brengt met onschadelijke magnetische stralen de hersenen gedetailleerd in beeld. Op de beelden zijn afwijkingen te zien die passen bij de verschillende vormen van dementie. Het onderzoek is pijnloos en ongevaarlijk.
Alzheimer is meestal makkelijker uit te sluiten door de alzheimereiwitten amyloid en tau te onderzoeken met een MRI- of PET-scan. Voor FTD zijn er nog geen testen die absolute zekerheid geven. Maar in combinatie met MRI en neuropsychologisch onderzoek is de diagnose met biomarkers makkelijker en sneller te stellen. '
De afwezigheid van een vasculaire afwijking op de CT- of MRI-scan is een uitsluitingscriterium. Verder wordt als voorwaarde gesteld dat een causale relatie tussen de cerebrovasculaire aandoening en de dementie aannemelijk moet zijn. Het laatstgenoemde hoofdpunt is nieuw in de historie van de VD-criteria.
Vaststellen van de diagnose
Vermoedt de huisarts dat er daadwerkelijk sprake is van dementie, dan verwijst hij door naar een specialist. De specialist stelt uiteindelijk vast of er sprake is van dementie en welke ziekte de dementie veroorzaakt.
Moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie. Wisselingen in stemming of juist onverschilligheid. Overzicht verliezen in drukke situaties zoals op het werk (bij complexe situaties) of in het huishouden. Gedragsveranderingen zoals minder remmingen en/of initiatiefverlies (apathie).
De bloedtest toont een eiwit aan dat exclusief voorkomt bij de ziekte van Alzheimer. De test kan dus niet uitsluiten dat iemand aan een andere vorm van dementie lijdt. Daarom zijn er verschillende testen nodig om te kijken of iemand dementie heeft, en zo ja, welke vorm van dementie hij heeft.
Kort gezegd is het verschil tussen dementie en alzheimer het volgende: dementie is niet altijd alzheimer, maar alzheimer is wél altijd dementie. Ongeveer zeventig procent van de mensen met dementie heeft alzheimer. Alzheimer is vaak lastig te herkennen en ontstaat niet van de een op de andere dag.
In de beginfase van dementie valt meestal de vergeetachtigheid op, later komen daar meer cognitieve problemen als taalproblemen, denkstoornissen en problemen met handelen bij. Vaak worden mensen angstig als ze niet meer op hun verstand kunnen vertrouwen.
De MRI maakt doorsnede opnamen van je hoofd en hersenen in meerdere richtingen waardoor bijvoorbeeld hersentumoren en ontstekingen kunnen worden opgespoord. Ook vernauwingen en aneurysma's van de bloedvaten in het hoofd worden in beeld gebracht. Een MRI-scan hoofd en hersenen duurt ongeveer 15 minuten.
Duidelijkheid over een diagnose dementie begint bij de huisarts. De huisarts kan een diagnose stellen of je naaste doorverwijzen voor verder onderzoek. Duidelijkheid over een diagnose dementie begint bij de huisarts. In veel gevallen zal hij zelf de diagnose stellen.
Bij een vermoeden van dementie volgt vaak een bezoek aan de huisarts. Die maakt op basis van zijn kennis en ervaring een afweging of het wel of niet gewenst is om een diagnose te stellen. Een huisarts vertelde bijvoorbeeld aan de onderzoekers 'Laatst vertelde een mevrouw dat ze wat vergeetachtig was.
Indeling fases van dementie
Een andere veel gebruikte indeling is de omschrijving van de vier fases van ik-beleving bij dementie; de bedreigde ik of cognitieve fase; de verdwaalde ik of emotionele fase; de verborgen ik of psychomotore fase; de verzonken ik of zintuiglijke ervaring.
Seniele dementie
We spreken van hiervan bij Alzheimer die na het 65ste levensjaar is ontstaan.
Vergeetachtigheid, geheugenverlies en dementie zijn niet hetzelfde. Vergeetachtigheid is een onschuldig verschijnsel waarbij iemand zich tijdelijk iets niet kan herinneren. Bij geheugenverlies zijn er herinneringen en informatie echt uit het geheugen verdwenen.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
De meest voorkomende soorten dementie zijn:
Ziekte van Alzheimer. Vasculaire dementie. Frontotemporale dementie. Lewy body dementie.
Mensen met dementie leven gemiddeld 8 jaar met de ziekte. De diagnose wordt gemiddeld na zo'n 14 maanden gesteld. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal klachten als de ernst van de klachten toe.
Bij vasculaire dementie kan het verloop geleidelijk of juist plotseling gaan. Personen met vasculaire dementie kunnen plotseling achteruitgaan door een beroerte of een reeks kleine beroertes (TIA's). Zolang er zich geen nieuwe beroertes voordoen, kan iemand daarna weer een tijd stabiel blijven.
Onderzoek en diagnose
bloedonderzoek - Voor bloedonderzoek nemen we een of meerdere buisjes bloed af uit een ader. mri-scan - Een mri (magnetische resonantie imaging) is een scan die een afbeelding van de hersenen maakt. Een variant op de mri-scan is de fmri, of functionele mri.
Dementie is in de meeste gevallen niet erfelijk. De ziekte komt wel vaak voor. Maar liefst een op de vijf mensen krijgt dementie. Hoe ouder iemand wordt, hoe groter de kans is dat hij dementie krijgt.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.
De ziekte begint vaak plotseling. Iemand met vasculaire dementie kan geleidelijk achteruitgaan, maar het kan ook plotseling slechter gaan. In deze stapsgewijze ontwikkeling kunnen er stabiele periodes zijn met weinig achteruitgang of zelfs een beetje vooruitgang.