Sommige cellen blijven enkele uren in leven, zoals sommige witte bloedcellen of maar 2 tot 3 dagen, zoals de epitheelcellen van onze maag. Andere cellen blijven ongeveer 4 maanden in leven (zoals rode bloedcellen) of zelfs 8 tot 10 jaar (zoals de cellen van ons skelet).
Er zijn zo'n 300 verschillende soorten cellen in je lichaam, die allemaal een andere levensduur hebben. Sommige cellen leven maar een aantal uren of twee tot drie dagen, terwijl andere cellen vier maanden of zelfs acht tot tien jaar leven.
Zenuwcellen kunnen heel lang zijn. Sommige uitlopers kunnen meer dan een meter lang zijn, maar zenuwcellen zijn ook zeer kwetsbaar en dun.
En dan zijn er nog de volhouders die een leven lang meegaan, zoals cellen van onze hartspier, hersenen en ooglenzen. Kijken we naar de gemiddelde levensduur van alle lichaamscellen, dan komt dat dus redelijk bij die zeven jaar in de buurt.
Spiervezels zijn de langste cellen in het menselijk lichaam en zijn ontstaan door de fusie van vele embryonale spiercellen. De lengte van deze vezels kan variëren van slechts enkele millimeters in de ogen tot bijna 30 cm in de benen.
The English translation of this article can be found here. Elke seconde gaan er een miljoen cellen dood in ons lichaam. Dat komt neer op een kilogram aan dode cellen per dag. Ons lichaam ontdoet zich van deze cellen omdat ze oud, beschadigd of gemuteerd zijn, en vervangt ze door nieuwe cellen.
Van cel tot organisme
Als je inzoomt op een organisme, zie je steeds kleinere eenheden. Van groot naar klein is dat: organisme, orgaanstelsel, orgaan, weefsel, cel.
Een mens verliest zo gemiddeld 1 tot 2 gram dode huidcellen per dag. Soms verloopt dit proces niet goed en zijn er cellen die aan de huid blijven plakken.
Ons lichaam is altijd bezig om zichzelf in stand te houden. Denk maar aan de huid die ongeveer elke twee tot drie weken vernieuwd wordt of aan het vervangen van de rode bloedcellen en afweercellen van het immuunsysteem. Stamcellen spelen hierin een heel belangrijke rol.
Het lichaam ruimt deze cellen op.Er worden stofjes naar de cel gestuurd, waardoor de cel zelfmoord pleegt. Dit heet geprogrammeerde celdood of apoptose. De cel knipt zichzelf in kleine stukjes en andere cellen ruimen deze stukjes op.
alle cellen lijken biochemisch op elkaar in de zin dat ze bestaan uit proteïnen, nucleïnezuren, lipiden en koolhydraten.
Een cel heeft een membraan, een soort schil die de cel omsluit.In deze schil liggen verschillende onderdelen van de cel, deze onderdelen worden ook wel organellen genoemd. De celkern, maar ook de mitochondria zijn voorbeelden van deze organellen. Organellen zijn essentieel voor de overleving en reproductie van de cel.
De B-geheugencellen en T-geheugencellen, die onthouden wat ze gezien hebben, blijven dus langere tijd aanwezig in je lichaam. Hierdoor bouwt je lichaam een immunologisch geheugen op.
Kanker ontstaat als gevolg van een ongecontroleerde groei en deling van abnormale cellen in het lichaam. Normale cellen in ons lichaam groeien, delen zich en sterven af op een gereguleerde manier, wat belangrijk is voor weefselherstel en het in stand houden van een gezond lichaam.
Kanker ontstaat doordat er in een cel in meerdere genen afwijkingen ontstaan. Hierdoor kunnen de eigenschappen van die cel veranderen. De cel kan ongecontroleerd gaan delen, waardoor er snel meer cellen bijkomen en er een tumor ontstaat.
Hoeveel cellen telt ons lichaam? Het menselijk leven begint met één bevruchte eicel, maar daarna gaat het aantal cellen razendsnel omhoog. We tellen er tegen dat we volwassen zijn zo'n 30 tot 37,2 biljoen — of dus meer dan 30.000 miljard. Ter vergelijking: onze melkweg telt 'maar' 100 miljard sterren.
Veranderingen aan het lichaamsvet
Specifiek bij vrouwen merken we lichamelijke veranderingen bij het ouder worden tijdens de overgang. Door de dalende oestrogeenproductie na de menopauze concentreert het vetweefsel zich meer rond de buik dan op de heupen, waardoor het figuur van de vrouw verandert.
In plaats van een volledig orgaan te vervangen, worden enkel orgaanspecifieke cellen getransplanteerd: cellen van de hartspier na een hartinfarct, van het gewricht bij artrose, van de pancreas bij diabetes of van het ruggenmerg bij bepaalde vormen van verlamming.
Je lichaam verandert
De spiermassa vermindert en daardoor ook het rustmetabolisme. Tegelijkertijd neemt de mate van fysieke activiteit geleidelijk af. Dat betekent dat het lichaam minder energie verbruikt en de voeding moet worden aangepast om gewichtstoename en vooral ook te veel vet rond de buik te vermijden.
Het lichaam gebruikt eiwitten als bouwstof voor lichaamscellen. De huid, de spieren, de botten en het bloed zijn opgebouwd uit eiwitten. Ook heeft het lichaam voortdurend eiwitten nodig om nieuwe cellen te maken en oude cellen te vernieuwen. Maar aminozuren kunnen ook verder worden afgebroken om energie te leveren.
Het lichaam herstelt de meeste schade, maar een klein deel ervan kan het niet repareren. Die 'roest' neemt elk jaar toe. “Onherstelbaar beschadigde cellen kunnen in senescence gaan: een soort winterslaap”, vertelt Peter.
Een relatief geringe hoeveelheid alcohol heeft dus geen impact. Dat betekent niet dat je je hersenen niet beschadigt door veel te drinken: de uiteinden van de neuronen, de dendrieten, raken beschadigd zodat de informatie-overdracht gehinderd wordt. Ergo, dommer word je er uiteindelijk wél van.
Wanneer je het ten slotte heel simpel wilt maken, kun je al het leven ook in twee groepen opdelen: Eukaryoten en prokaryoten . Prokaryoten zijn alle organismen zonder celkern, dus de bacteriën en de archaea. Eukaryoten zijn alle organismen met een celkern, dus alle dieren, planten, schimmels en protisten.
Eencellige eukaryoten (protisten), zoals radiolariën en dinoflagellaten, kunnen ook van nature twee of meer kernen bevatten. Bijzonder aan deze organismen is dat de kernen elk een aparte afkomst hebben: één kern is van de dinoflagellaat en de andere kern van een symbiotische diatomee.
In alle cellen van ons lichaam zit een celkern die ons DNA bevat. De enige uitzondering is de rode bloedcel; die heeft geen celkern.