Gemiddeld duurt het een jaar of 7 voordat een overledene een skelet, dus alleen maar botten, is. Daarom schrijft de wet voor dat iemand die begraven wordt, minstens 10 jaar begraven moet blijven. Dan is een overledene in bijna alle gevallen helemaal een skelet.
De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
Grofweg kan je aanhouden dat massief vuren- of populierenhout 10 tot 15 jaar goed blijft. Eikenhout en tropisch hout 25 tot 50 jaar. Wanneer je kiest voor een fineer houten kist, dat is spaanplaat met een heel dun laagje hout eroverheen, moet je rekening houden met een houdbaarheid van een maand.
Binnen twee weken na intreding van de dood komen producten van ontbinding uit de lichaamsopeningen zoals uit de mond, de neus, de anus en eventuele andere lichaamsopeningen (bijvoorbeeld wonden). De stank van rotting is op dit moment overweldigend aanwezig.
Dan blijven botten over. Maar die botten vergaan op de lange termijn ook. In 'gunstige' omstandigheden na ongeveer 20 jaar. In 'ongunstige' omstandigheden pas na meer dan 100 jaar.
Elk geval is anders. De wetgever gaat er van uit dat na een begraving van 10 jaar een lichaam helemaal geskeletteerd is. Dat houdt in dat alleen de belangrijkste grote botten over zijn. Bij sommige mensen zal dit al na 5 of 7 jaar het geval zijn, afhankelijk van de omstandigheden.
Na de verzorging kan men bij een intacte huid van zowel de overledene, als nabestaande of verzorger, iemand zonder problemen aanraken. Voor het sluiten van de ogen, is het vaak al voldoende ogen direct na het overlijden met de vingers dicht te strijken.
Natuurlijk mag iemand de overledene op de mond kussen maar men moet wel rekening houden dat daar veel bacteriën aanwezig zijn. Het is wellicht een vervelend praatje maar direct na het overlijden begint het lichaam met het ontbindingsproces. Die lichaamssappen moeten weg en dat gaat vaak via de mondhoeken.
De mond kan je na overlijden dichtdoen en met een handdoek-rolletje onder de kin dichthouden. Maar de mond is de sterkste spier van je lichaam en als de spierstijfheid afneemt, gaat de mond weer open staan. Overigens moet je als iemand een kunstgebit heeft, dit weer indoen voor het sluiten.
De stervende zelf kan een acetonachtige geur verspreiden. Dit is heel normaal en heeft te maken met het proces wat gaande is in het lichaam. Het uitvallen van de organen. Als u deze geur vervelend vindt is er op het gebied van aroma therapie wat mogelijk.
Hoe een lijkengeur ruikt hangt voor een groot deel af van de concentraties van de componenten die de geur samenstellen. Meestal is er een duidelijk verschil te ruiken tussen de geur van rotte vis en de geur van rot vlees. De lijkengeur van een vleeseter verschilt doorgaans ook van die van een planteneter.
Wat betreft kleding van de overledene gaat de voorkeur uit naar kleding van natuurlijke materialen en geen schoenen of panty's. Synthetisch materiaal belemmert een goede vertering van het lichaam bij begraven. Brillen gaan af bij het sluiten van de kist. De uitvaartverzorger kan u hier verder over informeren.
Tegenwoordig is levend begraven worden uitgesloten, zeggen zowel doktoren als uitvaartondernemers. Sinds de uitvinding en het gebruik van de stethoscoop, het instrument waarmee hartslag en ademhaling gevolgd kunnen worden, is dood ook werkelijk dood.
De vertering van een overledene gebeurt door micro-organismen. Gemiddeld duurt het een jaar of 7 voordat een overledene een skelet, dus alleen maar botten, is. Daarom schrijft de wet voor dat iemand die begraven wordt, minstens 10 jaar begraven moet blijven.
Als er wordt gesproken over het schoonmaken na een overlijden of onopgemerkte dood, ligt de nadruk vaak op het risico van bloed overdraagbare ziekteverwekkers. Dit zijn ziektekiemen die in bloed leven en zeer veel ellende kunnen veroorzaken. Sommige van deze ziektekiemen worden bacteriën genoemd en anderen virussen.
Na verloop van tijd zakken de zijkanten van de kisten in elkaar, maar de (kisten met de) lichamen zakken niet dieper de grond in. Die blijven allemaal liggen op de diepte waarop ze begraven zijn. In een 3-persoons graf worden de kisten vaak geplaatst op dieptes van ongeveer 120 cm, 210 cm en 300 cm.
De persoon verliest stap voor stap het bewustzijn, kan onrustig worden of gaan hallucineren. Hierdoor gedraagt je dierbare zich anders dan normaal. Hij of zij kan bijvoorbeeld veel gebaren maken met de handen, terwijl deze niet goed te begrijpen zijn voor de naasten.
Ook al begrijpt de stervende waarschijnlijk niet alles meer wat wordt gezegd, waarschijnlijk hoort hij wel alles en blijft hij tot op het laatst gevoelig voor geluid. Rust rondom de stervende is belangrijk. Aanraking kan rustgevend zijn, maar dit verschilt per persoon en per moment.
Wanneer mensen aan het sterven zijn is een stokkende ademhaling een teken dat de dood dichterbij komt. De ademhaling kan stil vallen en daarna weer met een diepe zucht op gang komen. De tijd tussen de ademteugen wordt langer en langer, dit kan soms oplopen tot wel 30 seconden.
Hier bestaan geen regels voor. Om een overledene wel of niet thuis op te baren is een vrije keuze. Ook om hem 's nachts alleen te laten. De meeste mensen laten een overledene niet alleen in huis en zorgen voor een wake; dat is een kwestie van gevoel.
Een bedkoeling op het matras zorgt hiervoor. De koeling is onzichtbaar doordat er een laken overheen ligt. Bij opbaring in bed, wordt de overledene vlak tot de uitvaart opgebaard. Net voor de uitvaart, vaak de avond ervoor, wordt de overledene in de kist geplaatst.
Het lichaam wordt ontdaan van sieraden en kleding. Vervolgens wordt, meestal met een washand, het lichaam uitgebreid gereinigd. De nagels worden geknipt en ook het haar wordt gewassen. Wanneer iemand is overleden, staat er geen spanning meer op spieren.
Lijkvocht ontstaat door het vloeibaar worden van een lichaam door ontbinding. Het lichaamsvocht vermengt zich met bloed en bacteriën en is onderhevig aan allerlei chemische processen die in het lichaam plaatsvinden. Dat maakt het dat lijkvocht ook wel eens als giftig wordt beschouwd.
Wetenschappers voeren daar baanbrekend forensisch onderzoek uit. Wilson en collega's probeerden in het lab een gebruikelijk systeem voor het vaststellen van het tijdstip van overlijden te verbeteren. Ze gebruikte daarvoor timelapse camera's en ontdekten dat menselijke lichamen na de dood significant bewegen.
Dit vetlaagje beschermt ons tegen invloeden van buitenaf. Bij de levende mens wordt dit laagje steeds opnieuw aangemaakt. Bij overlijden stopt dit proces. Doel ter conservering is om dit laagje zoveel als mogelijk in stand te houden zodat bescherming tegen invloeden van buitenaf blijft bestaan.