Voor een goede stolling zijn bloedplaatjes (thrombocyten) en stollingseiwitten (stollingsfactoren nodig). De bloedplaatjes worden door het beenmerg gemaakt en de stollingseiwitten door de lever.
Bloedstolling of coagulatie is het proces waarbij bloed, dat aan de lucht of aan andere oppervlakken dan de binnenkant van het vaatstelsel wordt blootgesteld, klontert en hard wordt. Het is een van de processen die bloedverlies bij verwondingen beperken (hemostase).
Bij mensen met trombose is de stollingssnelheid te hoog, dus stolt het bloed te snel. Dat betekent dat er spontaan een bloedstolling (trombus) in de bloedsomloop kan ontstaan. Stelt u zich eens voor, dat als de bloedsomloop langzaam stagneert of zelf volledig blokkeert… dat kan gevaarlijk zijn.
De INR-waarde (stollingswaarde) geeft aan hoe snel het bloed stolt. Van nature is de waarde rond de 1, bijbehorende stollingstijd is zo'n 10 tot 13 seconden. Een INR-waarde van 3 betekent dat het bloed 3 x langzamer stolt dan normaal: In plaats van in ± 10 seconden, stolt het bloed pas na ± 30 seconden.
Tandvlees dat veel of langer bloedt dan normaal, spontane neusbloedingen, wondjes die blijven bloeden, het spontaan optreden van grote blauwe plekken na een kleine stoot of een onzachte aanraking zijn mogelijk tekenen dat je bloed 'te dun' is.
Het is daarom raadzaam om alcohol zoveel mogelijk te vermijden wanneer je bloedverdunners gebruikt. Net als alcohol hebben veelgebruikte pijnstillers zoals aspirine en ibuprofen een 'bloedverdunnende' werking. Ook mensen met leverproblemen lopen een verhoogt risico.
Met medicijnen kunnen we het oplossen van het stolsel door het lichaam sterk versnellen. Dit noemt men fibrinolysetherapie of trombolyse. Animatiebeeld van een bloedvat met een stolsel dat afgebroken wordt. De bloedplaatjes komen los van het stolsel doordat de fibrinedraden worden afgebroken.
Bloedstolling is van levensbelang. Bij een verwonding herstelt het lichaam zo de beschadiging van een bloedvat. Maar als een bloedstolsel zomaar ontstaat - zonder nuttige reden - kan iemand daar ziek van worden. Er kan dan een bloedprop ontstaan.
Trombose ontstaat als het systeem van stolling en antistolling uit balans is. In ons bloed zitten stoffen die zorgen voor stolling: als we een wondje hebben maakt het lichaam snel een stolsel aan zodat het bloeden stopt. Op dat moment stopt ook de stolling en wordt een overtollig stolsel weer afgebroken.
Bloedverdunners zijn medicijnen die zorgen dat de kans kleiner is dat u bloedpropjes in uw bloedvaten krijgt. Bloedverdunners worden ook wel stollingsremmers of antistolling genoemd. Ze zorgen dat uw bloed minder snel stolt. Als u bloedverdunners gebruikt, is de kans kleiner dat er een bloedprop ontstaat.
Vitamine K (fytomenadion) is nodig voor de bloedstolling. Het komt van nature voor in verse groenten, lever, melk en olie. Het wordt gebruikt bij een tekort aan vitamine K, bijvoorbeeld bij cystische fibrose.
Voor de andere bloedverdunner zal, afhankelijk van uw risicoprofiel, besloten worden of de behandeling voortgezet wordt. Het kan dus zijn dat u na een jaar te horen krijgt dat u mag stoppen met één van de bloedverdunners. Dit is meestal het geval als u geen verhoogd risico heeft om opnieuw een hartinfarct te krijgen.
Deze middelen blokkeren stollingsfactoren en werken vrijwel direct (na ± 20 min.). De werkingsduur is kort 12-24 uur. Ze worden vaak gegeven na een ingreep ter voorkoming van trombose of ter “overbrugging” bij start of tijdelijk staken van een VKA.
Hoe kun je het herkennen? Als een bloedklonter een ader verstopt, ontstaat altijd een ontsteking van de bloedvatwand. Het gaat zeer dikwijls om een spatader. Je voelt dan een pijnlijke streng, en de zone rond de ontsteking wordt rood, warm en gezwollen.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn: er ontstaan sneller bloeduitstortingen en blauwe plekken. een wondje stopt minder snel met bloeden. grotere kans op maag- of darmbloedingen.
Een gezond voedingspatroon met veel vezels, groente en fruit, vis en weinig rood vlees, geraffineerde graanproducten en fastfood kan de kans op het ontwikkelen van een trombose in de aders of slagaders verkleinen. Noot 1.
Het komt voor dat het bloedpropje snel vanzelf weer verdwijnt. Maar als dat niet gebeurt, veroorzaakt het vooral kortademigheid en pijn bij het ademen. Als de verstopping in de longslagader groot is, ontstaat er een tekort aan zuurstof. Dit kan van het ene op het andere moment gebeuren.
Door bloed verdunnende medicijnen wordt de trombose niet erger en voorkomt dat een stolsel in uw longen kan komen en u een longembolie krijgt. Uw lichaam krijgt de kans om het stolsel af te breken of in te kapselen. Dit duurt ongeveer drie maanden. Er zijn verschillende medicijnen beschikbaar.
Hoe lang dit duurt is per persoon verschillend; dit wisselt van ongeveer 1 tot 6 weken. Zodra het been niet meer gezwollen is, krijgt u op de polikliniek Dermatologie een afspraak voor het aanmeten van een steunkous.
De antistollingsbehandeling op zichzelf is geen reden om de zon te vermijden. Wel kunnen eventuele extreem hoge temperaturen die daar soms mee gepaard gaan indirect invloed hebben, bijvoorbeeld door veel vochtverlies. Misschien gebruikt u wél andere medicatie waarbij het niet zo verstandig is om in de zon te liggen.
(Novum) - Een stof in rode wijn zorgt ervoor dat bloed minder snel klontert. Daardoor verkleint het risico van hart- en vaatziekten. De zogeheten polyfenolen in de wijn remmen via een speciale receptor bloedplaatjes af, zodat het bloed minder snel stolt.
Kans op bloedpropjes
Bonten: “We zagen dat wanneer mensen de pil 's avonds nemen, hun bloed in de ochtend dunner is. De bloedplaatjes zijn dan minder actief en de kans op bloedpropjes is kleiner.” Bij iemand met een gemiddeld dag-nachtritme worden de bloedplaatjes heel vroeg in de ochtend, tijdens de slaap, al actief.
Groene of zwarte thee drinken verlaagt de bloeddruk en verkleint de kans op een beroerte, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Met 3 koppen thee per dag heb je al gezondheidsvoordeel. Groene en zwarte thee zijn verkrijgbaar in smaken als citroen, bosvruchten, earl grey, ceylon, Engelse melange et cetera.
Het wordt door de lever gebruikt om de stolling te verbeteren en dit betekent dat het pas na enige tijd werkt. Het effect op de INR zal pas na enkele uren op gang komen en in de praktijk is dit effect maximaal 24u na de inname van de vitamine K.