Voor het herstel na een dotterbehandeling staat circa een week. Na de behandeling is het belangrijk om een aantal dagen rustig aan te doen. Dit houdt in: Wond ontlasten.
Veel patiënten kunnen het ziekenhuis kort na de ingreep al verlaten. De meeste mensen kunnen na ongeveer een week weer aan het werk gaan en hun normale dagelijkse bezigheden weer oppakken. Mensen die zwaar lichamelijk werk verrichten, zullen iets langer moeten wachten.
Vermoeidheid, lusteloosheid en onzekerheid zijn normale gevoelens. U heeft een spannende tijd achter de rug. Uw lichamelijke en geestelijke conditie zijn verminderd. Door het langzaam oppakken van uw dagelijkse levensritme verdwijnen deze klachten meestal vanzelf.
Na de behandeling zijn de klachten soms niet helemaal over. De eerste week kunt u nog last hebben van een trekkerig gevoel in uw hartstreek. Dit is een andere pijn dan vóór de behandeling. Deze pijn gaat vanzelf over.
De arts verdooft uw lies, en prikt uw slagader aan. Soms gebruikt hij een echoapparaat om de slagader op te zoeken. U blijft voelen dat de arts bezig is met de behandeling in uw lies, maar het is niet pijnlijk.
Na ongeveer vijf dagen kun je proberen je dagelijkse activiteiten (werk en huishouden) weer voorzichtig op te pakken. Stel zware lichamelijke inspanningen uit tot ongeveer een week nadat je thuis bent gekomen. Overleg met je arts wanneer je bijvoorbeeld weer kan sporten. Niet autorijden en fietsen.
Toch is er altijd een risico op complicaties tijdens en na het dotteren: Hartritmestoornissen. Overgevoeligheidsreactie op de contrastvloeistof. Hartinfarct of herseninfarct doordat een deel van de vernauwing losschiet.
Dotteren en het plaatsen van een stent zijn minder-ingrijpende (minimaal-invasieve) ingrepen waarvoor u wellicht minder lang in het ziekenhuis hoeft te blijven.
Stentprocedures hebben een voordeel boven alleen dotteren, omdat stents een permanente structurele ondersteuning bieden om te voorkomen dat de kransslagader weer vernauwd raakt (ook wel restenose genoemd), hoewel restenose nog steeds kan optreden.
Nee, soms is een dotterbehandeling niet mogelijk. Dit kan te maken hebben met de plaats of de vorm van de vernauwingen.
Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht na een hartinfarct en dotter- en stentbehandelingen. Deze klachten hebben onder andere te maken met het lichamelijke herstel: het hart heeft al dan niet schade opgelopen en moet nu functioneren in deze nieuwe situatie.
Bij het dotteren, ook wel Percutane Coronaire Interventie (PCI) genoemd, wordt via de lies of arm een dun hol slangetje naar de plaats van de vernauwing in de kransslagader gebracht. Via dit slangetje wordt een ballonnetje opgevoerd, dat op de plaats van de vernauwing wordt opgeblazen.
Hevige of langdurige stress is een risicofactor voor hart- en vaatproblemen, zoals slagaderverkalking, hoge bloeddruk, vaatkramp, hartinfarct en hartritmestoornissen.
Een dotterbehandeling is een behandeling waarbij we met een ballon een vernauwing of afsluiting in uw bloedvat opheffen. Bij het plaatsen van een stent plaatsen we een slangetje met hieraan een stent (een soort metalen gaaswerkje) in de vernauwde ader. De stent houdt het bloedvat open.
Dotteren is een behandeling die in het verlengde ligt van een hartkatheterisatie. Katheteriseren is namelijk niet alleen geschikt om de kransslagaderen te onderzoeken op vernauwingen door slagaderziekte, maar ook om die vernauwingen effectief te behandelen.
Nee. U zult de stent zelf in uw lichaam niet voelen. Echter u zult zich waarschijnlijk na het inbrengen van de stent ‒ die de bloedstroom in uw kransslagader herstelt ‒ wel beter voelen.
De huidige aanbeveling - twaalf maanden bloedverdunners gebruiken na een stentimplantatie - is voornamelijk gebaseerd op onderzoek met oudere stents.
In Nederland ondergaan jaarlijks ruim 38.000 mensen een dotterbehandeling. Daarbij wordt de vernauwing in de kransslagaders opgeheven door een ballonnetje in de aderen op te blazen en de aderen eventueel te 'stutten' met een stent.
NORRIS e.a. (1969) geven de sterfte 3 jaar na hartinfarct op als 23% voor het eerste infarct, 48% voor het tweede infarct en 62% voor drie of meer infarcten.
De dotterbehandeling is een dagbehandeling. Dit betekent dat u meestal dezelfde dag weer naar huis gaat. U gaat hiervoor naar de afdeling Cardiologie.
Als het hart niet genoeg zuurstof krijgt kan dit pijn op de borst en soms nekpijn en verminderd gevoel in de linker arm veroorzaken. Sommige mensen hebben hier alleen last van bij inspanning anderen ook in rust. Ook kan het, bij vrouwen meer dan bij mannen, klachten geven van kortademigheid of conditieverlies.
Meestal wordt een dotterbehandeling gedaan onder plaatselijke verdoving. De behandeling kan ook plaatsvinden onder algehele narcose of met een regionale anesthesie (hierbij wordt een gedeelte van het lichaam tijdelijk gevoelloos gemaakt).
"Als je snel wordt gedotterd, is de kans op overlijden nog maar 5 tot 10 procent. Dotteren redt al levens, maar de behandeling kan nog beter", zegt VUmc-cardioloog Niels van Royen in het AD. Bijna 17.000 patiënten worden jaarlijks gedotterd na een acuut hartinfarct.
Een complicatie van het gebruik van stents is dat er op die plek - tot jaren na de plaatsing - stolsels kunnen ontstaan zodat de kransslagader opnieuw verstopt raakt: de zogeheten stenttrombose.