Ook deze methode duurt gemiddeld 24 uur en soms langer. U kunt gewoon rondlopen en douchen. Na het inbrengen van de tabletten controleren we de conditie van het kind met behulp van een CTG. Als er al enige ontsluiting is kan de arts of klinisch verloskundige de vliezen doorprikken.
Het verloop van een inleiding kan erg verschillen qua duur. Als je baarmoedermond bij het inwendig onderzoek onrijp is, kan de inleiding enkele dagen duren. Als de inleiding start met het breken van de vliezen, dan wordt je baby vaak binnen 24 uur geboren.
Bij een inleiding brengt men de weeën op gang en controleert men de conditie van moeder en kind. Het op gang brengen van de weeën gebeurt vaak door middel van een infuus. Je krijgt een naaldje in een bloedvat van je hand of onderarm en daarop wordt een dun slangetje aangesloten.
Wanneer u komt voor een inleiding middels ballon catheter is niet goed te zeggen wanneer u zal bevallen. De meeste mensen bevallen binnen 3 dagen, maar een enkele keer moeten we een rustpauze inlassen en een volgende afspraak voor inleiding afspreken.
Er zijn wat verschillen tussen een natuurlijke en een ingeleide bevalling. Vaak is de ingeleide bevalling een stuk heviger en pijnlijker. Maar de pijn en intensiteit hangt wel weer af van de reactie op het hormoon dat wordt toegediend, waardoor de reactie op de weeën voor iedereen anders is.
Na de bevalling
Ongeveer een uur nadat de moederkoek is geboren wordt het infuus verwijderd. Meestal kunt u binnen 24 uur weer naar huis. Soms wordt geadviseerd langer te blijven, zoals bij langdurig gebroken vliezen of bij suikerziekte. De baby wordt dan nog één dag of enkele dagen in het ziekenhuis geobserveerd.
Na een inleiding in de avond bleken de baby's in een betere conditie ter wereld te komen. Er waren minder complicaties, zoals ademhalingsproblemen, en er vonden minder opnames van de baby's plaats ter observatie.
De meeste inleidingen verlopen zonder complicaties en de risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling. Wel is het noodzakelijk dat een inleiding onder goede controle en begeleiding plaatsvindt.
Het inleiden met een ballonkatheter of misoprostol werkt meestal goed. Mocht het met een ballonkatheter of misoprostol toch niet gaan, dan bespreekt de arts/klinische verloskundige de alternatieven met je. Het kan dan zijn dat de arts besluit dat wachten het beste is; er volgen dan een of twee dagen rust.
Voor een inleiding dient er ongeveer 2-4 cm ontsluiting te zijn, maar dient de baarmoedermond vooral 'rijp' te zijn. Wanneer dit niet het geval is, moet de baarmoedermond eerst 'rijp' gemaakt worden (dit wordt primen genoemd), dit wordt vaak met een ballonkatheter gedaan of met medicatie die vaginaal wordt ingebracht.
Een enkele keer ontstaat een ontsteking op de plaats waar de elektrode is vastgemaakt. Dit is niet ernstig, maar wel vervelend voor het kind. De meeste inleidingen verlopen zonder complicaties en de risico's van een ingeleide bevalling zijn meestal niet groter dan die van een normale bevalling.
De actieve ontsluitingsfase kan gemiddeld 10 uur duren, maar dat kan natuurlijk ook langer of korter zijn. Veel vrouwen raken in het einde van deze fase vermoeid, en kiezen soms dan ook voor pijnbestrijding. Hou nog even vol, nog een paar centimeters voordat je mag persen!
Wanneer u gepland bent voor een inleiding moet u dezelfde spullen meenemen als bij een 'gewone' bevalling: kleding voor uzelf voor tijdens en na de bevalling, toiletartikelen en babykleertjes. Ook is het verstandig wat ter ontspanning en tijdverdrijf mee te nemen.
Als de baby onvoldoende gegroeid is (<p3), maar een goede bloeddoorstroming heeft, dan kun je in overleg met je gynaecoloog afwachten tot 37 weken. Zijn de weeën dan nog niet vanzelf begonnen? Dan krijg je het advies voor een inleiding.
Van vrouwen die al eerder bevallen waren kreeg 14% een keizersnede, en in andere landen was dit tussen de 12 en 50%. Van vrouwen die bevielen van hun eerste kind werd 33% ingeleid in Nederland en 14% tot 36% in andere landen.
Het infuus wordt voorzichtig opgehoogd tot u 2 weeën per 5 minuten hebt. De hoeveelheid oxytocine die u nodig heeft wisselt sterk evenals de duur van de inleiding. De meeste vrouwen bevallen echter wel binnen 24 uur na het starten van de oxytocine.
Het is vrij normaal dat je bij een tweede, door de voorweeën, al een week of wat rondloopt met bijvoorbeeld 2-3 centimeter ontsluiting. De baarmoedermond is dan ook al verweekt en verstreken, dus als je bevalling echt gaat beginnen heb je het eerste stuk eigenlijk al gehad.
In tegenstelling tot de samenvatting zijn er vaak geen harde eisen voor de lengte van de inleiding. Je hoeft dus niet alles op één pagina te proppen, zoals in de samenvatting (abstract) van je scriptie. Wel is de inleiding bij uitstek een onderdeel van je scriptie dat beknopt moet zijn.
Als wij de vliezen breken doet dit geen pijn. Je voelt alleen een beetje warm water lopen. Ook daarna maak je steeds opnieuw vruchtwater aan, zodat je kindje nooit 'droog' ligt. Als je nog geen sterke weeën hebt mag je niet in bad, vanwege de kans op infectie.
Het opwekken van de weeën
Het op gang brengen van de weeën gebeurt vaak via een infuus. Men brengt een naaldje in een bloedvat van uw hand of onderarm in en sluit daarop een dun slangetje aan. Een infuuspomp dient medicijnen (oxytocine) toe om de weeën op gang te brengen. De dosering gaat stapsgewijs omhoog.
De meest toegepaste methode is het inbrengen van prostaglandinen in de vagina (schede) of de baarmoedermond. Prostaglandinen zijn hormonen die de rijpheid van de baarmoedermond bevorderen; ze spelen ook een rol bij het op gang komen van de bevalling.
In zeer zeldzame gevallen kan de bevalling worden ingeleid voor het 'persoonlijk comfort', met andere woorden: op verzoek van de patiënte, om niet-medische redenen. Zwangerschapsuitputting, angst dat de gynaecoloog-verloskundige of vroedvrouw er op de dag zelf niet zal zijn, familiale problemen enz.
De verloskundige kan met haar vingers meten in hoeverre de ontsluiting is gevorderd. Het voelen van de baarmoedermond. Naarmate de bevalling vordert, wordt de baarmoeder weker en de baarmoederhals korter. Hierdoor kan de verloskundige een inschatting maken van de vordering van de bevalling.
Het grootste deel van de vrouwen geeft aan het strippen gevoelig te vinden, maar niet echt pijnlijk. Altijd geldt: doet het je teveel pijn, dan stoppen we het strippen!
Sommige vrouwen vinden het opwekken van weeën pijnlijker.
Oxytocine-opgewekte weeën kunnen ook heel sterk zijn, en er is vaak minder tijd om hieraan te wennen dan wanneer de bevalling spontaan begint. Daarnaast kan het toegenomen aantal vaginale onderzoeken en andere interventies extra pijn of ongemak veroorzaken.