Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Na een epileptische aanval kan de betrokkene kortdurend verward zijn of klachten hebben van vermoeidheid, hoofdpijn, spierpijn of een tijdelijk verminderde functie van een arm en/of been.
Tonisch-clonische aanvallen (ook wel “grand mal” epilepsie genoemd), die worden gekenmerkt door aanvalsgewijs optredende trekkingen (schokkende bewegingen van armen en benen), en die gepaard gaan met bewusteloosheid. Dit is de “klassieke” en meest bekende vorm van epilepsie.
Ze duren vaak korter, meestal een paar seconden. Belangrijke kenmerken van focale aanvallen met verminderd bewustzijn vanuit de frontaalkwab zijn: De aanval start en stopt plotseling. De aanval duurt kort, vaak maar een paar seconden.
Een aanval kan komen door spanning, stress en slaaptekort. Meestal is er geen duidelijke aanleiding. Het is niet mogelijk om na één aanval te zeggen of u epilepsie heeft. Vraag de mensen in uw omgeving goed op te letten als u weer een aanval krijgt.
Roken vergroot de kans op een epileptische aanval niet. Wel bestaat het risico dat iemand tijdens een aanval met bewustzijnsverlies een sigaret of sigaar uit zijn hand laat vallen en zo brand veroorzaakt. Stress en hevige emoties kunnen aanvallen uitlokken bij mensen die daar gevoelig voor zijn.
Er is lang niet altijd een afwijking in het EEG te zien. Dat komt omdat een EEG-onderzoek een momentopname is. Op het moment van de meting is in de hersenen vaak geen epileptische activiteit te zien. Daarom moet de EEG-meting soms een paar keer worden herhaald.
Veel epilepsiepatiënten kunnen factoren benoemen die volgens hen epilepsieaanvallen uitlokken. Stress, vermoeidheid en flikkerend licht zijn de belangrijkste. Naast de bekende voorspellers 'beginleeftijd' en 'type epilepsie' zijn ook 'aura's' en 'prodromen' geassocieerd met uitgelokte aanvallen.
De aanvallen hebben een psychische oorzaak, zoals spanning, overbelasting of een trauma. Net als hartkloppingen of een hoge bloeddruk kun je PNEA zien als een uiting van emoties of spanningen.
En Glut1-deficiëntie? Ik legde uit dat deficiëntie een soort ziekte is die je hebt. Het heeft met suiker in je hersenen te maken, dat dat niet helemaal goed gaat en dat je daar epilepsie van kunt krijgen of aanvallen. Het probleem zit in de suiker, die komt niet in je hersenen.
ESES staat voor epilepsie met elektrische status epilepticus in slaap. Het is een soort kortsluiting in het brein, waardoor het herstel in de slaap niet goed gaat.
De meeste patiënten hebben ook een heel gewoon leven in familiale kring, op sociaal en beroepsmatig vlak. Toch gaat epilepsie nog vaak gepaard met stigmatisering. In een onaangepaste of vijandige omgeving kan de ziekte uitmonden in een handicap.
Een gewone aanval duurt doorgaans maximaal 4 minuten en gaat vanzelf over. Duurt de aanval langer dan 5 minuten, dan noemt men dit een langdurige epileptische aanval. Een status epilepticus is een aanval die langer dan 10 minuten aanhoudt. Het herstel na een gewone epileptische aanval is meestal volledig.
Slaaptekort verhoogt het risico van epilepsieaanvallen. Werkbelasting en stress te beperken. Stimulerende middelen zoals koffie, alcohol, drugs en lawaai te mijden.
Bijvoorbeeld als je in bad gaat of gaat zwemmen. Zorg dat er dan in ieder geval iemand in de buurt is. Vermijden van gevaarlijke situaties; zoals vissen aan de waterrand, hoog klimmen in een klimrek, alleen fietsen naar school. Alledaagse situaties kunnen gevaarlijk zijn voor kinderen met epilepsie.
Maar voor iedereen met epilepsie zijn de volgende punten belangrijk: regelmaat, voldoende nachtrust en medicatietrouw. Het nemen van een bad kan voor mensen met epilepsie een risico zijn. Als een persoon meer dan 2 jaar geen aanvallen heeft gehad, is er geen bezwaar tegen het nemen van een bad.
Epilepsie is niet te voorkomen. Wel kan de kans op epileptische aanvallen zo klein mogelijk gemaakt worden door op tijd medicijnen in te nemen. Soms spelen uitlokkende factoren een rol bij het krijgen van een aanval.
Stoppen met anti-epileptica
Stop nooit plotseling en zonder overleg met je neuroloog met je medicijnen. Dit kan ernstige epileptische aanvallen uitlokken.
Behandeling met medicijnen is meestal langdurig: meerdere jaren tot soms een leven lang. De medicijnen onderdrukken de aanvallen, ze genezen de epilepsie niet. Op grond van het soort aanvallen en de vorm van epilepsie kiest de neuroloog een medicijn. In principe is dat het middel met de minste bijwerkingen.
Als je epilepsie hebt, is een deel of zijn delen van je hersenen onbedoeld en onverwachts actief. Dat gebeurt in de vorm van aanvallen. Een epileptische aanval (insult) ontstaat als een groep hersencellen ongecontroleerd en ongevraagd prikkels gaat afgeven en doorsturen.
Heeft u al een rijbewijs en heeft u een epileptische aanval gehad? Dan moet u 6 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Heeft u twee of meer epileptische aanvallen gehad, dan moet u 12 maanden aanvalsvrij zijn voordat u weer mag rijden. Na die periode vult u een Gezondheidsverklaring in bij het CBR.
Soorten aanvallen en oorzaken
Epilepsie is een aandoening van de hersenen waarbij aanvallen optreden. Er zijn verschillende soorten epileptische aanvallen. Er zijn ook aanvallen die op epilepsie lijken, maar het niet zijn. Zoals wegrakingen door flauwvallen, of psychogene niet-epileptische aanvallen.
Focale aanvallen ontstaan vanuit een plek in één hersenhelft (en kunnen zich daarna ook verspreiden naar de andere hersenhelft). Gegeneraliseerde aanvallen ontstaan direct of zeer snel vanuit beide hersenhelften.