Vervang de doek door een slaapzak of bouw het inbakeren af door één armpje vrij te laten. In plaats van 's nachts kun je ook beginnen met afbouwen tijdens het eerste ochtendslaapje. Het afbouwen duurt meestal een week, afhankelijk van de reactie van je kind.
Wanneer inbakeren afbouwen
Rolt een ingebakerde baby op zijn buik, dan kan dat vervelende gevolgen hebben. Neem dus geen risico en start tijdig met het afbouwen van inbakeren. De algemeen aanvaarde richtlijnen raden aan het inbakeren af te bouwen voor de leeftijd van 6 maanden.
Als het afbouwen niet lukt, wees dan niet bang dat je baby niet van het inbakeren af zal komen. Hij is er blijkbaar gewoon nog niet aan toe of de omstandigheden zijn niet gunstig genoeg. Pak het inbakeren weer op een probeer het afbouwen een paar weken later nog eens.
Bouw in ieder geval af vanaf 4 maanden. En start ook vanaf 4 maanden niet meer met inbakeren. Op de leeftijd van 6 maanden moet het inbakeren helemaal zijn afgebouwd.
Dat kan bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige zijn. Inbakeren heeft eigenlijk alleen nadelen als het verkeerd wordt gedaan, bijvoorbeeld als de beentjes te strak worden ingewikkeld of als een ingebakerde baby op zijn buik in de wieg wordt gelegd. Ook moet je erop letten dat je op tijd begint met ontbakeren.
Gemiddeld stop je met inbakeren rond de 4 tot 6 maanden, als een baby signalen geeft van omrollen. Dit kan eerder of later zijn, afhankelijk van wanneer je baby begint met rollen. Zodra je baby start met (pogingen tot) omrollen, wil je dat de handen en armen vrij zijn.
Inbakeren afbouwen
Wanneer je kindje 6 maanden oud is, bouw je het inbakeren af. Baby's beginnen na 6 maanden op hun buik te kunnen slapen en het is niet veilig wanneer ze ingebakerd op de buik liggen. Ze kunnen ingebakerd hun handjes niet gebruiken om terug op hun rug te rollen.
Je kunt beginnen met één armpje uit de Mini te halen tijdens het slaapje overdag. Daarna 's avonds, voordat je zelf naar bed gaat, hetzelfde herhalen (ook weer wanneer je kindje slaapt). Lukt dit na een aantal slaapjes goed, dan kun je het met allebei de armpjes proberen!
De inbakerslaapzakjes van Puckababy® gaan tot 6 maanden. Tot welke leeftijd je het beste kunt inbakeren en wanneer je het beste met inbakeren kunt stoppen, verschilt per baby. Je kleintje zal dit vanzelf bij je aangeven. Rond 5,5 maand zullen de eerste tekenen zichtbaar zijn.
Inbakeren wordt vaak als 'zielig' ervaren. Het beeld van een ingebakerd kindje oogt ook wel een beetje zo. Toch geeft het je baby de rust en regelmaat die hij of zij nodig kan hebben. De inbakerdoek geeft als het ware de grens aan, die de baby nog niet zelf kan bepalen in het bedje of de box.
Het is belangrijk dat je hierbij rekening houdt met een aantal veiligheidstips: De stof die je voor het inbakeren gebruikt mag niet te dik zijn. De stof mag niet te los of te strak zitten: een baby moet zijn benen in opgetrokken stand kunnen spreiden (de kikkerstand).
Inbakeren is een goed hulpmiddel om de onrust bij het (in)slapen weg te nemen en om langer door te slapen. Je baby wordt daarbij door twee doeken begrensd, waardoor hij/zij in lichaamsbewegingen wordt beperkt. Zo voorkom je dat je baby ongecontroleerd armen en benen beweegt en zich daarmee wakker houdt.
Signalen van oververmoeidheid bij baby:
Vreemd genoeg zijn oververmoeide baby's vaak overactief: ze maaien met armpjes en beentjes en ze lijken om steeds meer aandacht en prikkels te vragen: als je met ze rondloopt kijken ze geïnteresseerd rond en stopt het huilen.
Kort opmaken
Hij moet met de voetjes nét iets van het voeteneind af liggen. Stop de deken en het lakentje goed strak in onder het matras bij het voeteneind en aan de zijkanten. Zo draait je kind zich minder makkelijk om. Het strakke instoppen zou ook een geborgen gevoel geven en helpen tegen overmatig huilen.
Die producten kun je grofweg onderscheiden in inbakerslaapzakken en inbakerdoeken. Inbakerslaapzak → armen vanaf 3 maanden altijd vrij. Inbakerdoek (zoals de Pacco) → inbakeren tot max. 6 maanden.
Inbakeren hoort bij slapen. Als je baby wakker wordt, pak je hem uit de doek voordat je hem voedt. Tijdens nachtvoedingen kun je je baby ingebakerd laten als hij niet verschoond hoeft te worden. Als hij ingebakerd niet goed drinkt, kun je hem beter eerst uit de doek halen.
Er zijn een aantal situaties waarin inbakeren onveilig kan zijn voor je baby, zoals luchtweginfecties, aanleg voor heupdysplasie en bij koorts, onder andere. Begin daarom nooit zelf aan inbakeren, overleg altijd eerst met je Ouder en Kind Centrum en leer daar ook de juiste inbakermanier.
Inbakeren mag niet bij baby's met heupdysplasie of verschijnselen daarvan en bij een verhoogd risico op dysplastische heupontwikkeling; bijvoorbeeld als het in de familie voorkomt of als het kind in stuitligging heeft gelegen.
Er zijn twee manieren waarop je baby kan omrollen. Van rug naar buik en van buik naar rug. Vaak beginnen ze met het rollen, van de rug naar de zij. Gemiddeld rollen de meeste baby's volledig om tussen 5,5 maand en 9 maanden.
De gemiddelde leeftijd om te beginnen met inbakeren is rond de 6 weken. Als je baby onrustig slaapt kun je overwegen in te bakeren. Inbakeren is nooit de complete oplossing voor onrustig slapen en kan je alleen een helpende hand bieden. Begin niet meer met inbakeren nadat je baby vier maanden oud is.
Een regeldag herken je aan: Je baby huilt veel en is onrustig en hangerig omdat je kindje zich niet zo lekker voelt. De ontwikkelingen vragen nou eenmaal veel energie. Je baby wil continu drinken omdat je kindje hongerig is en meer energie nodig heeft voor de groeispurt.
Stap 1: Vouw de bovenste punt van de doek naar binnen. Stap 2: Leg je baby in het midden van de doek neer. De schouders van je kindje komen op de hoogte van de vouwrand te liggen. Stap 4: Sla de andere zijkant over zijn andere armpje heen en stop ook deze punt weer in onder zijn rug.
Swaddle betekent inbakeren. Met inbakeren maak je de fijne, warme omgeving uit de baarmoeder na, wat een kalmerend effect heeft op je baby. Het vermindert onrust, en verbetert slaap. Baby's die zijn ingebakerd reageren goed op de volgende vier S'en doordat ze niet met hun armpjes kunnen zwaaien.