Mocht je nou onderweg zijn en je bandenspanning lampje gaat branden dan zul je snel moeten handelen. Parkeer je auto ergens veilig langs de weg en controleer of een van je vier banden lek is. Mocht dit het geval zijn dan raden we aan om niet door te rijden, maar de ANWB te bellen of zelf het wiel te vervangen.
Wanneer de autoband snel leeg raakt, zal het lampje voor de bandenspanning rood oplichten. Zoek meteen een veilige plaats om te stoppen. Vervang de band zelf of schakel een hulpdienst in. Blijf niet doorrijden bij een rood waarschuwingslampje, omdat dit het leven van jou en anderen in gevaar kan brengen.
U heeft een stuk gereden met te lage bandenspanning. Daar bent u op tijd achter gekomen, de kans op schade aan de band door rijden met 1,5 bar bij 2,3 geadviseerd is vrijwel uitgesloten. Het verschil is te klein om direct schade te veroorzaken.
Hoe vaak moet je je bandenspanning controleren? We raden aan om dit elke maand te doen. Doe ook altijd een controle voor een lange rit. Controleer bandenspanning bij voorkeur wanneer je die dag nog niet met de auto hebt gereden, of maximaal 5 kilometer hebt afgelegd.
Als het lampje voor de banden spanning op je dashboard blijft branden, is dat een teken dat één of meerdere banden te weinig lucht hebben. Dit signaal mag niet genegeerd worden. Het kan namelijk de veiligheid op de weg en het brandstofverbruik beïnvloeden.
Wanneer dit lampje daarna nog steeds blijft branden kan dit logischerwijs erop duiden dat de accu leeg is. Wanneer dit het geval is, is het zaak om de accu op te laden. Daarnaast kan dit icoontje ook duiden op bijvoorbeeld storingen in de dynamo of de aandrijfsnaar.
Een te hoge bandenspanning zorgt er namelijk voor dat een band sneller slijt. Bovendien heeft een band met te hoge spanning minder grip, trilt deze meer en is er vermindert rijcomfort. Daarnaast is de kans op een klapband groter.
De gevolgen van een zeer lage bandenspanning tot -1.5 bar: Groot risico op ongelukken door de oververhitting van banden, met reële kans op klapbanden! De gevolgen van een te hoge bandenspanning tot +0.5 bar: Een sterk verminderd rijcomfort en een vele malen hogere bandenslijtage.
De juiste bandenspanning is beter voor het milieu. Je verbruikt namelijk minder brandstof waardoor er ook minder CO2 in de lucht komt. Bovendien slijten je banden minder snel. Hierdoor komt er minder slijpsel (een vorm van microplastics) in het milieu terecht.
Een vrij zekere indicator dat u te weinig opgepompte banden hebt, is een verandering in het rijgedrag, de besturing en de bestuurbaarheid van uw auto . Als de te weinig opgepompte banden op de voorwielen zitten, zult u een duidelijke onhandigheid of 'zwaarte' in de besturing van uw auto opmerken die niet normaal aanvoelt.
U hoeft niet meteen te stoppen als u het ziet oplichten, maar u moet wel zo snel mogelijk actie ondernemen. Als u op de snelweg of in druk verkeer rijdt, is het over het algemeen veilig om een korte afstand te rijden (maximaal een paar mijl ) om een veilige plek te vinden om te stoppen en uw banden te controleren.
Zeer lage bandenspanning (-1,5 bar)
Erg zachte banden kunnen leiden tot ongelukken. Een oververhitte band heeft een verhoogd risico op een klapband. Bij 130 km/h en een klapband verliest een bestuurder vrijwel altijd de macht over het stuur met de gevolgen van dien.
De sensor zit direct achter het ventiel en kan dankzij deze locatie de exacte druk accuraat meten. Wanneer de drukverlaging een bepaalde hoeveelheid overschrijdt (doorgaans 25%), is een waarschuwing op het dashboard te zien en moet de auto naar het benzinestation worden gereden om de banden te laten oppompen.
Als je bandenspanning te laag is, heb je minder grip op de weg, heb je een langere remweg, verbruik je meer brandstof en slijten je banden sneller. De juiste hoeveelheid lucht in de banden is belangrijk en moet je elke twee maanden controleren.
Kunt u doorrijden met een brandend motorstoringslampje? Om ergere problemen te voorkomen is het aan te ramen om uw brandende motorstoringslampje zo snel mogelijk op te laten lossen. Echter, in het geval van een oranje lampje kunt u door blijven rijden, maar wanneer deze rood is moet u direct stoppen.
Als uw banden te zacht zijn opgepompt, kan dit invloed hebben op uw ABS . Dat komt omdat ABS afhankelijk is van het vermogen van uw band om grip te hebben op het wegdek.
Banden & spanning: 7 x oppassen
Bij een te lage bandenspanning stijgt het brandstofverbruik. Te zacht opgepompte banden slijten sneller; te hard opgepompte ook. Zomerbanden geven bij winters weer weinig grip en een (veel) langere remweg.
Als het bandenspanningslampje (ook wel bekend als de TPMS–melding) in uw cockpitscherm gaat branden, moet u zo snel mogelijk uw banden controleren.
Voor de banden van een 'gewone personenauto' is de aanbevolen luchtdruk vaak tussen de 2.0 en 2.5 bar, afhankelijk van de belasting van jouw auto. De exacte druk is afhankelijk van het type en model auto.
Het resetten van je lampje kan op verschillende manieren uitgevoerd worden. Zo hebben sommige auto's een speciale knop waar het bandenspanning tekentje op staat.Deze knop dien je in te houden totdat het bandenspanning lampje gaat knipperen. Wanneer je hem los laat dan zal het lampje gereset zijn.
De ideale bandenspanning ligt tussen 2 en 3 bar. Wanneer de luchtdruk in uw banden 0,5 tot 1,5 bar lager is dan voorgeschreven, spreken we van een te lage bandenspanning. Wanneer hij 0,5 bar hoger is dan voorgeschreven, spreken we van een te hoge bandenspanning.
BAR is de metrische eenheid, terwijl PSI de imperiale eenheid van druk is - het meest gebruikt in de Verenigde Staten. Eén BAR komt overeen met ongeveer 14,50 PSI - dus bijvoorbeeld een band met een druk van 2 BAR heeft een druk van ongeveer 29 PSI . Hoewel beide eenheden hetzelfde doel dienen, zijn er enkele belangrijke verschillen.
Verwijder de ventieldop van de steel op de band om de metalen pen bloot te leggen. Als u een luchtdrukgereedschap hebt, is de achterkant uitgerust met een klein onderdeel dat speciaal is ontworpen om luchtdruk te laten ontsnappen. Druk stevig op de pen van het ventiel met dit gereedschap, of een ander soortgelijk item, om lucht te laten ontsnappen.
Het is belangrijk de door de fabrikant aanbevolen bandenspanning aan te houden om over- of onderspanning te voorkomen. Een te hoge bandenspanning kan leiden tot vroegtijdige slijtage in het midden van het loopvlak.
Conclusie: Kun je autobanden te hard oppompen? Ja, het is zeker mogelijk om autobanden te hard op te pompen, en dit kan verschillende nadelige gevolgen hebben, zoals slechtere grip, snellere slijtage, verminderde remprestaties en een hoger risico op een blowout.