Zaaien. Sperziebonen houden van warmte, ze kunnen echt niet tegen nachtvorst. Wacht dus met het zaaien tot minimaal halverwege mei, zodat de kans op nachtvorst nihil is. Als je wil dat ze sneller kiemen, laat de bonen dan een nachtje in lauw water weken.
De klassieke manier om bonen te weken is om ze een nacht in ruim water te laten staan. De bonen nemen rustig vocht op en de volgende dag kun je ze koken. Laat bonen liever niet langer dan 24 uur in water staan, dan gaan ze fermenteren en smaken ze niet lekker meer.
Rond half juli kan men de laatste bonen in volle grond zaaien.
Voorzaaien kan reeds vanaf midden april in een koude bak/tuinkas of na de IJsheiligen (na 15 mei) in de volle grond. Is de bodem nog wat fris, dan kan je het bed vooraf opwarmen met een vliesdoek. Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal.
Voorzaaien binnen. Je kunt sperziebonen al gelijk buiten in de volle grond zaaien, maar sperziebonen kunnen geen vorst verdragen. Ze kunnen ook niet goed tegen veel regen (de zaden kunnen dan gemakkelijk rotten), en muizen en vogels vinden de zaden ook nog eens erg lekker.
Bonen zaai je van begin mei tot eind juni. Dan moet het wel warm en droog zijn, want bij kou en regen komen de bonen niet goed op. En laat dat nu net geen garantie zijn in Nederland. Bovendien zijn de jonge zaailingen erg kwetsbaar voor nachtvorst.
Een bodemtemperatuur tussen 12 en 15°C is ideaal. Kies in elk geval een zonnige plaats in je tuin, want in de zon zullen ze beter groeien en lekkerder smaken. Voor je gaat zaaien, week je de bonen best een nachtje in water om de kieming te bevorderen en de kans op succes te vergroten.
Zaai boontjes 2 tot 4 cm diep. In zandgrond kun je iets dieper planten, in kleigrond iets minder diep. Zaai of Plant struikbonen 8 cm uit elkaar en de rijen 40 cm tussen de rijen. Voor stokbonen zet je om de 50 cm een stok die je diagonaal plaatst recht tegenover een andere stok.
Lage bonen worden ook wel struikbonen maar vooral stambonen genoemd. De opbrengst van stambonen bedraagt gemiddeld 12 kilo per 10 vierkante meter. Het grootste voordeel van stambonen is het snelle groeien en dus ook snelle oogsten (sneller dan stokbonen die eerst veel stengels en blad moeten maken om te klimmen).
De boontjes kunnen redelijk wat droogte aan, en laten heel goed zien dat ze te droog staan. Als de planten en bladeren hangen moet je zo snel mogelijk water geven. Probeer dat moment van lamlendigheid wel voor te zijn, zeker als de boontjes in wording zijn is het schadelijk als de planten te droog staan.
In de volle grond gaat 't beste als je wacht tot na IJsheiligen. – Bonen hebben in beginsel niet veel water nodig. Ze hebben doorgaans genoeg aan natuurlijke regenval. Zodra de bloemen verschijnen kunnen ze vaker wat water gebruiken.
Sperziebonen hebben over het algemeen niet veel voedingsstoffen nodig, maar een kleine hoeveelheid meststof kan ervoor zorgen dat je betere gewassen krijgt.
Gooi het weekwater weg. Je gooit dan weliswaar wel wat voedingsstoffen weg, maar ook de anti-nutriënten. Die laatste wegen zwaarder. Koken in schoon water heeft als voordeel, en dat is niet onbelangrijk voor je omgeving, dat je wat minder winderig wordt van je bonenmaaltijd ;-).
Bonen zorgen zelf voor stikstof doordat ze stikstof uit de lucht opslaan in de wortelknobbeltjes (stikstofsynthese). Daarom hebben ze weinig bemesting nodig. Compost van plantaardig materiaal is ideaal. Ook om bonenvliegen tegen te gaan, die afkomen op stalmest.
De grond waarin we bonen willen zaaien moet al voldoende opgewarmd zijn en mag niet te nat zijn. In een te natte en te koude grond komen bonen gewoonweg niet op. Ook de kiemplantjes zijn nog heel gevoelig voor kou en vocht.
De stambonen van de Makkelijke Moestuin zijn lekkere dubbele slaboontjes. Deze soort geeft veel malse sperzieboontjes in trosjes van 4 tot 5 stuks. Oogst de boontjes rond de 10 cm lang: dan zijn ze het lekkerst.
Normale dosis kalk nodig (1 kg/10 m²):
Vruchtgewassen, zoals: tomaten,komkommer, courgettes, pompoenen, meloenen … Peulgroenten, zoals: bonen, erwten … Kleinfruit, zoals: aarbeien, frambozen, rode bessen, witte bessen, kruisbessen ... Kruiden, zoals: kervel, bieslook, tijm, basilicum, lavendel ...
Zaaien en planten
Je zaait zo'n 4-5 bonen per stok, op een afstand van 75x75 cm. Voorzaaien is ook een optie; zaai dan 4-5 bonen per potje en plant deze vervolgens uit bij een stok of draad. Houd met stokbonen rekening mee dat je de planten in het begin soms een beetje moet helpen door ze om de stok heen te draaien.
De ideale temperatuur voor het zaaien van bonen in de volle grond, is minimaal 10 tot 12 graden. Wanneer je je bonen hebt voorgezaaid, plant je ze half mei buiten uit. Zorg ervoor dat de bonen op een zonnige plek staan en dat regenwater makkelijk afgevoerd kan worden. Bonen kunnen namelijk niet goed tegen veel regen.
U hebt bonen of snijbonen gezaaid en lang niet alle bonen komen op. Oorzaak: bonen zijn verrot of bonen kiemen niet door te droog weer. Benodigdheden: • Plastic bakken ca 6 cm diep (b.v. Hertog ijsbak).
Sperziebonen zijn niet dol op bemesting.Daarentegen worden de planten wel graag verwend met wat compost. Aan de bodem stellen de sperziebonenplanten verder niet heel veel eisen, zolang deze maar niet te zuur is. Een zure bodem kun je meer basisch maken door wat kalk toe te voegen.
Bonen hebben geen grond nodig om te beginnen met ontkiemen, dus je kunt ze in een zonnig raamkozijn plaatsen en ze beginnen meteen te ontkiemen. In deze activiteit kunnen kinderen zien hoe bruine bonen ontkiemen, wat normaal gesproken onder de grond gebeurd.