Hoe lang overleven de aaltjes na toepassing? Bij bodemtoepassing kunnen de aaltjes, bij de juiste temperatuur en vochtigheid, ongeveer 2 weken overleven.Bij bladtoepassing overleven de aaltjes meestal maar enkele dagen. Dat komt omdat ze niet tegen zonlicht kunnen en op een blad snel uitdrogen.
Een aaltje moet binnen 72 uur een gastheer vinden, want anders zal hij het niet overleven. Een andere voorwaarde is dat de bodem vochtig blijft. In een vochtige omgeving kunnen nematoden zich voortbewegen, gastheren vinden en zich voortplanten. De levensduur van aaltjes is in optimale condities ongeveer zes weken.
Zet de aaltjes 's ochtends of 's avonds uit wanneer er geen zon is aangezien de aaltjes slecht tegen UV-licht kunnen. Het uitzetten van de aaltjes kan gewoon met een gieter en het mengen van de aaltjes kan je het beste in emmers doen. De bestrijding met aaltjes in het gazon moet na twee tot drie weken herhaald worden.
Na 2 tot 3 weken kruipen ze uit de engerling en gaan op zoek naar een volgend slachtoffer. Het maakt voor het aaltje niet uit welke soort engerling het is, ze vinden ze allemaal even lekker.
Grondbehandeling. Ingeval van een grondbehandeling werken nematoden 6 weken in de grond op voorwaarde dat de grond voldoende vochtig blijft. Het is immers door het aanwezige vocht in de grond dat de nematoden zich kunnen voortbewegen, op zoek gaan naar een gastheer en zich daarin kunnen voortplanten.
Hoe lang overleven de aaltjes na toepassing? Bij bodemtoepassing kunnen de aaltjes, bij de juiste temperatuur en vochtigheid, ongeveer 2 weken overleven.Bij bladtoepassing overleven de aaltjes meestal maar enkele dagen. Dat komt omdat ze niet tegen zonlicht kunnen en op een blad snel uitdrogen.
Na behandeling moet de grond minimum 2 weken vochtig blijven. De bodemtemperatuur moet voldoende hoog zijn om de aaltjes te gebruiken (verschillend van soort tot soort). Toepassen bij bewolkt weer, in de regen of 's avonds, niet in volle zon. De aaltjes kunnen niet tegen de UV-straling van de zon.
Die eitjes worden weer larven die aan je wortels willen vreten. Bestrijd ze dus vroegtijdig door DCM Heteri-Guard® in de laatste weken van augustus of begin september toe te passen. Wanneer het kouder wordt graven de engerlingen zicht dieper in en ben je te laat met bestrijden.
Bij vochtig zacht weer verlaten ze 's nachts hun holletjes en kruipen ze over de grond op zoek naar voedsel. De emelten blijven de hele winter aanwezig en gaan bij zacht weer gewoon door met het eten. Wanneer de temperatuur beneden de 5º Celsius komt, komen de emelten niet meer boven de grond.
meestal gaan de aaltjes tot ongeveer 30 cm de grond in, maar bij erg warm weer dan zakken ze zelfs nog wat verder. Hoe gevoelig de aaltjes zijn is afhankelijk van de manier van jagen.
Aaltjes zijn ontzettend effectief in het bestrijden van plagen als rouwvliegjes, slakken, mieren, motten, rupsen, pissebedden en nog meer. Het zijn allemaal verschillende soorten met elk hun eigen taak.
Plantparasitaire aaltjes zijn 0,2 tot 10 mm groot. Naast de directe schade die deze aaltjes aan planten aanrichten, kunnen ze ook indirecte schade aan de gewassen veroorzaken doordat ze schimmels en virussen overdragen.
De beste periode om dit wel te doen is vanaf midden juni tot augustus. Het is ook mogelijk om buiten deze maanden aaltjes toe te passen, echter is een dubbele dosering dan raadzaam. De aaltjes kunnen in het geval van een warm voorjaar ook eerder uitgezet worden, namelijk vanaf minimaal 12 graden.
Rozen, Suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zijn zeer gevoelig. Het aardappelcystenaaltje (Globodera soorten) treft men aan bij aardappel, aubergine en tomaat.
Steinernema feltiae aaltjes zijn werkzaam in de bodem tegen de larven en poppen van diverse plaaginsecten. In de bodem kan de Steinernema feltiae de larvale stadia van varenrouwmuggen (grondvliegjes, Sciaridae), poppen van trips en larven van taxuskever bestrijden.
Preventie is belangrijk, dus voorkom dat larven in het gras komen door je gras goed te onderhouden. Uiteindelijk gaan engerlingen vanzelf weg en als ze geen schade achterlaten is er niks aan de hand. Maar vaak eten ze je grasplantjes kapot en krijg je gaten.
Helaas gaan engerlingen niet vanzelf weg. Engerlingen bestrijden doe je met aaltjes, de natuurlijke vijand van deze plaag.
De volwassen langpootmug leeft maar een paar dagen en eet in die tijd vrijwel niets. Dat eten doet juiste de larve van een langpootmug, deze larven noemen we emelten.
10-15 cm diepte. Deze eitjes komen na ca. 4-6 weken uit en zo zijn de vraatzuchtige Engerlingen geboren. Sommige Engerlingen kruipen gedurende de wintermaanden diep onder de grond en komen bij het stijgen van de bodemtemperatuur weer bij de graszode, waar weer grote schade wordt aangericht.
Het regelmatig maaien van het gras is hierbij erg belangrijk. Bovendien houden langpootmuggen minder van kort gras, waardoor dit een extra manier is om emelten te voorkomen. Naast het maaien van het gras is ook het verticuteren, besproeien, bemesten en bekalken van het gazon allemaal nodig om het gras gezond te houden.
De grote engerlingen die al 2 jaar in de grond zitten en zo'n 4cm zijn, zijn door de aaltjes moeilijk te bestrijden. Bij de meikever is het belangrijk elk jaar aaltjes in te zetten wanneer de engerlingen nog jong, klein en vatbaar zijn. Dit is vanaf eind juni tot en met augustus.
Aaltjes, ook wel nematoden (Nematoda) genoemd, zijn wormvormige, microscopisch kleine beestjes van meestal 1-2 mm lang en 0,2 mm dik. Ze zijn nog net met het blote oog te zien.
Met aaltjes kun je ze pesticidevrij bestrijden. Je kunt ze kopen en zelf kweken.
Hoeveel water ben ik nodig? Reken per plant waar je de aaltjes wilt uitzetten ongeveer 200 ml water, wanneer er kleine planten tussen zitten reken dan wat minder en bij grote planten wat meer. Wanneer je planten hebt die weinig water nodig zijn zoals cactussen kun je de helft rekenen.