Bewegen in het water versnelt afkoeling van het lichaam ook. In water van 10 – 15 graden kan een persoon ongeveer zes uur overleven, in water met een temperatuur van onder de 1.5 graden is dit nog maar 45 minuten.
Als een overledene in frisser water wordt ondergedompeld (tussen 4 en 20 °C, zoals de Noordzee), maar niet langer dan drie weken, veranderen de weefsels in adipocire (lijkenvet), een samenstelling die de activiteit van bacteriën stopzet. De inwendige organen blijven in zulke omstandigheden veel langer goed.
Lichaam kan in een maand zijn verdwenen
De oorzaak daarvan kan zijn dat roofdieren het lijk opvreten, wat volgens een groep Canadese onderzoekers in een maand gebeurd kan zijn. Het kan ook zijn dat het lijk verzwaard is of dat er een gat in het hoofd zit, waar de gassen door kunnen ontsnappen.
Een hoeveelheid water komt in de longen terecht, waardoor de longblaasjes beschadigd raken. Er ontstaat dan een zuurstoftekort in het lichaam. Als de hersenen een tijdje onvoldoende zuurstof krijgen, zal de persoon het bewustzijn verliezen.
Een verdrinkingsproces duurt 3 à 7 minuten, waarvan maximaal 3 minuten bij bewustzijn. Voor de verdrinking zelf (die begint met de onderdompeling) kunnen twee voorfasen optreden, indien het slachtoffer bij bewustzijn te water raakt.
Het slachtoffer ademt bijna niet meer. Anoxie: Na enkele minuten raakt het slachtoffer bewusteloos, ademt niet meer en vertoont geen tekenen meer van hartactiviteit. Het ademde een grote hoeveelheid water in waardoor ademhalen onmogelijk werd.
Verdrinkende mensen zinken steeds weg onder water en komen weer boven. Maar hun mond is niet lang genoeg boven water om uit te ademen en in te ademen. Hun mond zakt telkens weer onder water. Wie aan het verdrinken is, kan niet zwaaien om hulp.
Verdrinking verloopt altijd in een bepaalde volgorde. Eerst vindt worsteling plaats om boven te blijven. Door deze worsteling treedt uitputting op. Uiteindelijk inhaleert de persoon water, wat leidt tot braken en hoesten, waarna de persoon in coma raakt en overlijdt.
Zodoende worden bij drenkelingen altijd gestart met vijf initiële beademingen en worden vervolgens borstcompressies met beademingen gecombineerd. Doel hiervan is om het ontstane zuurstoftekort terug te dringen. Tijdens redding in het water kan (indien getraind) al gestart worden met het geven van beademingen.
Late verdrinking, eigenlijk een complicatie aan de longen, kan gebeuren tot zes uur nadat iemand uit het water is gehaald. Vaak zijn jonge kinderen slachtoffer. Even kopje onder kan genoeg zijn. Het begint vaak met je niet lekker voelen, hoesten, pijn bij het ademhalen en benauwdheid, zegt Bierens.
In sommige verhalen en mythes lijkt het alsof een overleden lichaam, ook wel lijk genoemd, nog kan bewegen. Er zijn wetenschappelijke verklaringen voor de zeldzame gevallen waarin een lijk kan bewegen.Deze bewegingen zijn alleen geen teken van leven.
Advies is om de overledene zo min mogelijk (met een zeepproduct) te wassen om de aanwezige beschermende talglaag in stand te houden. Mocht toch worden gewassen, dan zijn voldoende washandjes noodzaak om vooral bevuilde delen van het lichaam van de overledene schoon te wassen.
Binnen twee weken na intreding van de dood komen producten van ontbinding uit de lichaamsopeningen zoals uit de mond, de neus, de anus en eventuele andere lichaamsopeningen (bijvoorbeeld wonden). De stank van rotting is op dit moment overweldigend aanwezig.
Rigor mortis (lijkstijfheid)
Door chemische processen worden de na overlijden verslapte spieren stijf. Rigor mortis treedt als eerste op in de extremiteiten zoals de armen, de benen en het hoofd. Ook vormt zich kippenvel doordat rigor mortis optreedt in de in de huid gelegen spiertjes.
Onder water verhoogt de druk bij elke 10 meter die je daalt met 1 kg/cm². Op 2.000 meter diepte drukt dus op elk stukje huid van 1 cm² een gewicht van 200 kg. Zolang de druk binnen een lichaam gelijk is aan de druk erbuiten, merkt een organisme er weinig van. Water is volgens de natuurkunde moeilijk samendrukbaar.
Hoe erg een lijk stinkt, hangt af van verschillende omstandigheden. "In een woning waar iemand is overleden maar waar de boel open heeft gestaan, ruik je de lijkgeur niet heel sterk. Het ligt er natuurlijk ook aan of een lichaam er een paar dagen ligt, of een paar maanden."
Hoelang een beademing duurt en hoe goed het ontwennen gaat, is van patiënt tot patiënt anders. Beademing kan enkele uren duren, maar soms duurt het dagen, weken of soms zelf maanden. Ruim 45 % van de IC-patiënten wordt beademd.
Het wordt vaak beschreven als een schokkende, onregelmatige en/of luid snurkende ademhalingsbeweging. Ook kan iemand lijken te happen naar lucht als een vis op het droge. Al deze vormen worden vaak verward met een normale ademhaling.
Het is nooit volledig te voorspellen hoe lang iemand kunstmatig beademd moet worden. Het kan enkele uren of dagen zijn maar er zijn ook patiënten die nooit volledig van de beademing af komen. Het hangt allemaal af van de aandoening en eventuele complicaties die zich kunnen voordoen.
Het slachtoffer kan braken. Hij kan een hoofd- en/of wervelletsel hebben na een duik of val in ondiep water. Vaak is het slachtoffer onderkoeld. Er kunnen complicaties zijn zoals een longontsteking of een hersenletsel.
De meeste mensen die verdrinken in koud water sterven in de eerste 2-3 minuten na contact.
Een uitgestelde verdrinking noemen we ook wel een secundaire verdrinking. Een kind overleeft een verdrinking, maar raakt later buiten bewustzijn.
Het totaal aantal verdrinkingen is sinds 1950 fors gedaald. In de jaren vijftig verdronken nog jaarlijks 400 tot 500 inwoners in Nederland. Vanaf begin jaren negentig schommelde dit aantal tussen de 70 en 115, met een gemiddelde van 87 inwoners van Nederland in de afgelopen twintig jaar.
LATE VERDRINKING (secondary drowning) wordt vaak niet herkend doordat de symptomen pas later tot uiting komen. Dit kan zelfs oplopen tot 2 dagen na het zwemmen!