Jagen en verzamelen In de tijd van de jagers was er nog geen landbouw. Ze verzamelden plantaardig voedsel en jaagden op dieren. Ze leefden niet in een huis, maar woonden in grotten of hutten. Ze deden ook belangrijke uitvindingen.
Die mensen kwamen aan voedsel door te jagen en te vissen en door het verzamelen van vruchten, noten en zaden. De eerste boeren in Nederland leefden in Limburg rond 5300 voor Christus. Zij woonden langere tijd op één plaats en bewerkten het land. Vanaf dat moment was graan een belangrijke basis voor de maaltijd.
De vroege mensen waren jagers-verzamelaars. Landbouw was nog niet ontdekt. Dus de vroege mensen jaagden op dieren voor vlees en verzamelden andere voedingsmiddelen van bomen en planten .
Mensen in de tijd van de prehistorie leefden van dingen die ze zelf in de natuur vonden. De vrouwen verzamelden bessen en kruiden voor de bereiding van een gerecht of voor een geneesmiddel. De mannen gingen samen jagen. Als de mannen geluk hadden, vingen ze een mammoet of een eland.
Jacht of verzamelen – Eten in de steentijd
Het verzamelen hiervan zorgde voor de dagelijkse behoefte aan voedsel. Het jagen, vaak een mannentaak, zal vaak niks hebben opgeleverd. Van de Hadza (Tanzania) komen de mannen 97 procent van de keren met niks thuis, bij de Bosjesmannen van de Kalahari zo'n 70 procent.
Jagers-verzamelaars verkregen voedsel door grote kuddes dieren te volgen terwijl ze door het land trokken . Stenen werktuigen, zoals bijlen, bogen, pijlen en speren, werden gemaakt en gebruikt om hun prooi te doden. Jagers-verzamelaars verzamelden ook voedsel van planten, zoals noten, zaden en bessen.
In de Middeleeuwen waren er maar weinig manieren om voedsel goed te houden, veel producten waren dus al snel bedorven. De jacht bracht allerlei dieren op tafel. Voor een duur etentje konden dieren zoals zwaan, walvis, bruinvis en reiger op tafel komen. Dit was meestal alleen voor de welgestelden (rijken) weggelegd.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
In de steentijd hebben mensen geen vaste woonplaats. Ze jagen op wilde dieren en verzamelen eetbare planten, noten en vruchten. Daarom noemen we de mensen die toen leefden ook wel jagers en verzamelaars.
De allervroegste voorouders van de mens aten waarschijnlijk alleen planten. Net als de planteneters die er vandaag de dag rondlopen hadden ze grote, brede kaken. Dat begon te veranderen toen de eerste oermens met het predikaat homo – homo habilis – ten tonele verscheen.
In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
Dat wil zeggen dat ze aan hun eten kwamen door te jagen op dieren en door het verzamelen van eten in de omgeving. Deze mensen leefden als nomaden, ze hadden geen vaste woonplaats. Ze trokken iedere keer rond, iedere keer als er geen of weinig eten in de omgeving meer was trokken ze weer verder naar de volgende plek.
Stokken en stenen die ongewijzigd van de grond werden opgeraapt, waren waarschijnlijk de enige werktuigen die door de mensapen en de vroegste menselijke voorouders werden gebruikt. Stenen die werden verbrijzeld en gebroken om aan één kant een gekartelde rand te krijgen, werden de eerste stenen werktuigen die opzettelijk door de voorouders van de mens werden gemaakt .
Dawkins noemt kannibalisme een taboe, maar het eten van mensenvlees is niet alleen een ethische kwestie. Ons vlees bevat namelijk infecterende proteïnes en deze kunnen ziekten veroorzaken en zelfs dood als gevolg hebben. Hiernaast is er ook een reële kans op bloedoverdraagbare ziekten.
Het oudste bekende gerecht ter wereld blijkt een soort pannenkoek te zijn. Neanderthalers aten naast vlees en vruchten ook plantaardig voedsel, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Onderzoekers hebben geprobeerd het recept te achterhalen van de oudste etensresten ter wereld.
Honing werd voor het eerst gevonden in een graf in het oude Egypte en is ongeveer 5.500 jaar oud. Honing werd vereerd in het oude Egypte en blijft lange tijd eetbaar. In 2015 vonden archeologen tijdens het opgraven van graven in Egypte ongeveer 3000 jaar oude honing die volledig eetbaar was.
Mensen verzamelden noten en fruit en groeven wortels op. Ze gingen vissen met netten en harpoenen. Mensen uit de steentijd sneden hun eten met scherpe stenen en kookten het op een vuur. Na een goede dag jagen konden mensen smullen van vlees.
Oorspronkelijk komt de mens uit Afrika. Deze evolutie begon zo'n 10 miljoen jaar geleden, wanneer sommige mensapen op twee benen gaan lopen. Deze soort ontwikkelt zich door en verspreidt zich uiteindelijk over de aarde als de Homo sapiens.
Een leven als jager-verzamelaar stond in het teken van overleven. Door op pad te gaan voor het verzamelen van eetbare wilde planten en het jagen op dieren, zorgden zij voor voldoende voedsel voor hun familiegroep. De jager-verzamelaars hadden meestal geen vaste verblijfsplaats.
Van alle voedingsstoffen werd gekeken of ze aanwezig waren, en zo ja in welke hoeveelheden. De nummer 1, waterkers, scoorde 100 en bevat dus de meeste voedingsstoffen in de meest ideale hoeveelheden van alle groenten en fruit die meededen.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
Uit grootschalig (archeologisch) skeletonderzoek van de Universiteit van Cambridge, blijkt dat gezondheid van de mensen in West-Europa - en dus ook Nederland en Utrecht - door de tijd heen fluctueert. Zo waren mensen tussen het jaar 800 en 1000 veel gezonder dan omstreeks 1800.
De bevindingen toonden aan dat stoofschotels (of pottages) van vlees (rundvlees en lamsvlees) en groenten zoals kool en prei , de hoofdmoot vormden van het middeleeuwse boerendieet. Het onderzoek toonde ook aan dat zuivelproducten, waarschijnlijk de 'groene kazen' waarvan bekend was dat ze door de boeren werden gegeten, ook een belangrijke rol speelden in hun dieet.
Er werd water gedronken, maar vaak werd het vermengd met bier of wijn. Een ander populair drankje was water met honing, en dat werd vaak een tijdje weggezet om te gisten, zodat er alcohol in kwam. Middeleeuwse mensen dronken ongetwijfeld liever bier of wijn dan water.
Eten & Drinken in het Middeleeuwse Dorp
Alle klassen dronken gewoonlijk ale of bier . Melk was ook verkrijgbaar, maar meestal gereserveerd voor jongere mensen.