De opkomst van het Zweedse Rijk zorgde ervoor dat de Hanze de controle over het Baltische gebied kwijtraakte. Denemarken had zijn handel weer in eigen beheer, het hanzekantoor in Novgorod was gesloten en dat in Brugge was verplaatst naar Antwerpen.
Kooplieden van de Hanze handelen voornamelijk in zout, graan, hout, ijzer, vis (haring en stokvis), wijn, bier en dierenhuiden. Ze vervoeren hun goederen grotendeels over zee en over rivieren. Daarvoor gebruiken ze zogeheten koggeschepen, van 15 tot 30 meter lang. De steden floreren door de handel.
De koop- lieden moesten hun handelswaren tegen betaling laten wegen in de waag. Een jaarmarkt leverde een stad veel geld op. Handelskantoren De Hanze zorgde dat de kooplieden uit de Hanzesteden kortingen kregen en allerlei andere voordeeltjes.
De Hanze begon als een groep handelaren die samenwerkten. Ze woonden in verschillende steden en handelden in dezelfde producten. Door samen te werken konden zij goedkoper werken en met elkaar veiliger reizen. Ze konden veel producten tegelijk kopen of verkopen.
Oorsprong van de Hanze
Het doel van de bijeenkomst(en) was om de samenwerkende steden te informeren over veilige handelsroutes en het vaststellen van richtprijzen. Belangrijk was ook dat men hier afspraken maakte om gezamenlijk privileges te kunnen afdwingen.
Het ontstaan van de Hanze was in de 12e eeuw en was een geleidelijk proces. Duitse steden sloten een verbond uit economische belangen. Het begint in de Duitse stad Lübeck in 1143. Vanuit daar hebben meerdere steden zich aangesloten en is de Hanze ontstaan.
Middeleeuwse Hanzesteden
Rotterdam en Amsterdam waren tijdens de middeleeuwen nog kleine dorpjes, de Hanzesteden in het oosten van Nederland hadden zich daarentegen al ontwikkeld tot machtige handelscentra. Ze waren belangrijk, welvarend en rijk.
Officieus leider van de Hanze was Lübeck. Daarnaast waren Hamburg, Brunswijk, Keulen, Dortmund, Brugge, Kopenhagen, Bergen (Noorwegen), Danzig, Riga en Reval (nu Tallinn) belangrijke Hanzeatische centra.
Die Hanzesteden hadden onderlinge afspraken gemaakt om de handel soepel te laten verlopen. Door gezamenlijk in te kopen bijvoorbeeld konden ze geld besparen. En door te varen in groepen werden hun schepen minder vaak overvallen. Daardoor bloeide de handel en werden de kooplieden uit de Hanzesteden steenrijk.
Hanzesteden zijn steden die onderdeel waren van het zogeheten Hanzeverbond. Het netwerk was een samenwerkingsverband van handelaren en aangesloten steden met als doel de handel te bevorderen en te beschermen. Het netwerk ontstond vanaf het midden van de twaalfde eeuw in Duitsland, voornamelijk rond de Oostzee.
Alleen al in Nederland zijn 22 Hanzesteden, maar ook in landen als Duitsland, België, Polen en Noorwegen was het Hanzenetwerk een bekend fenomeen.
Groepen van kooplieden werden 'Hansa' of 'Hanse' genoemd, vandaar de naam 'Hanzesteden'. Langzaamaan groeide het verbond uit tot een Europese onderneming. Kooplieden uit Duitsland, Scandinavië, Engeland, Polen, de Baltische Staten, Rusland én Nederland sloten zich aan bij het verbond.
Nederlandse steden sloten zich in de Middeleeuwen aan bij de Hanze, een machtig ondernemersverbond. Dankzij dit netwerk konden hun kooplui makkelijk en goedkoop zakendoen in heel Noord-Europa.
Steden rond de Noordzee en de Oostzee gingen samenwerken. Ze deden dit om sterker te staan tegenover andere handelssteden en tegen zeerovers. Dit verbond was de Hanze.
Ommen is een Hanzestad. Hanzesteden zijn lid van het Hanzeverbond. Dit was van oorsprong een samenwerkingsorganisatie van Duitse steden rond de Oostzee. Later traden ook steden uit België en Nederland toe.
Met name Amsterdam en Antwerpen werden in de omgeving grote handelssteden. Hierdoor viel de Hanze zo goed als in elkaar, steeds meer landen zorgden ervoor dat de Hanzeverbond geen macht meer hadden over (een deel) van hun land en steeds meer steden vonden hun eigen belangen weer belangrijker dan de Hanze.
Vanaf 1356 werkten niet alleen handelaren samen, maar ook steden. Pas in 1448 voegde Zwolle zich toe aan het Hanzeverbond en werd het – je raadt het al – een Hanzestad.
Schilderachtige Hanzestad
Tussen de noordrand van de Veluwe en de IJssel ligt het pittoreske Hattem. De Hanzestad is al eeuwen een inspiratiebron voor kunstschilders. Niet zo verwonderlijk: de stad is niet alleen 'fotogeniek', het ligt ook nog eens in een fraaie omgeving met bos en water op steenworp afstand.
Eigenlijk is Antwerpen nooit een Hanzestad geweest, maar de Duitse Hanze had hier al vanaf 1468 twee panden. In 1564 bouwden zij het Hansahuis in de Nieuwstad.
Rondom de Noordzee en Oostzee liggen diverse Hanzesteden verspreid over verschillende landen. Bekende Nederlandse Hanzesteden zijn Kampen, Deventer en Harderwijk en bekende Duitse Hanzesteden zijn Hamburg, Bremen en Lübeck. Ook Kopenhagen in Denemarken heeft een connectie met de Hanzesteden.
WELKOM IN DE FRIESE HANZESTEDEN
In Nederland was een aantal IJssel-steden lid, maar ook andere plaatsen zoals Groningen, Tiel en Roermond deden mee. Vandaag de dag herleeft de Hanze geschiedenis via internationale Hanzedagen. In Friesland waren de steden Stavoren en Bolsward deelnemers in het Hanzeverbond.
Gelderland, of liever gezegd het oude hertogdom Gelre aan beide zijden van de huidige Duits-Nederlandse grens, telde niet minder dan achttien Hanzesteden: de vier Gelderse hoofdsteden Nijmegen, Arnhem, Roermond en Zutphen, en voorts Tiel, Zaltbommel, Wageningen, Harderwijk, Elburg, Hattem, Doesburg, Doetinchem, Lochem, ...
In Groningen komen het heden en verleden zichtbaar samen. In de 14e eeuw sloot Groningen zich aan bij het Hanzeverbond.
Een handelaar of koopman (meervoud: kooplieden) is iemand die verschillende waren opkoopt en ze vervolgens weer te koop aanbiedt. Het is iemand die transacties verricht met het doel hier winst uit te behalen, zonder het actief aan de man proberen te brengen zoals een winkelier.