Wat zijn de symptomen van phytophthora? Phytophthora kenmerkt zich door een necrotische bruine plek op het blad omringd door een vale, groene ring. Plekken op het blad zijn over het algemeen donker en onregelmatig van vorm en breiden zich uit naarmate de ziekte zich verder ontwikkeld.
Verwijder alle aangetaste plantdelen en -resten uit de kas. Ontsmet het drainwater en gebruik geen water wat mogelijk besmet is. Phytophthora kan zich namelijk ook via het voedingswater verspreiden. Desinfecteer de kas tijdens de teeltwisseling grondig om te voorkomen dat de schimmel achterblijft in de kas.
De schimmel overleeft als mycelium in knollen en groeit door de stengel in. Wanneer de bovengrondse delen zijn bereikt worden er sporangioforen gevormd die uit de huidmondjes van stengels en bladeren naar buiten komen. Hierop verschijnen sporangiën die vrijkomen en terechtkomen op bladeren.
Phytophthora verspreidt zich via de wind en regen, zodat de ziekteverwekker vanaf geïnfecteerde planten weer in de bodem terechtkomt. Verspreiding in de bodem gebeurt via water, waarin de zwermsporen zich gemakkelijk voortbewegen.
Bij een startende aantasting hoef je de aangetaste vruchten niet weg te gooien. Je kan er chutney mee maken. Gewoon de oppervlakkige bruine plekjes er uit snijden en je kan ze gebruiken.
De vruchten van een plant kunnen net als de bladeren door opspattend water of door vliegende waterdruppels worden besmet met Phytophthora. Vruchten die direct op de grond liggen en ondergrondse knollen kunnen daarnaast direct door de Phytophthora uit de bodem besmet raken.
Indien er al aardappelplaag aanwezig is moeten de zieke plekken zo grondig mogelijk verwijderd worden en onmiddellijk gevolgd worden door een bespuiting. Zo kan je de kieming van sporen – (afkomstig van de zieke planten) – op het gezonde aardappelloof voorkomen.
Versterk jouw planten door om de paar weken met basalt- of lavameel te stuiven of door heermoesaftreksel te spuiten. Zorg voor ruime plantafstanden, zo kan het loof tijdig opdrogen. Geef jouw aardappelen en tomaten niet te veel stikstof, want dat geeft veel en gevoelig blad. Kweek verschillende rassen (naast mekaar).
Pootaardappels. Aardappels teel je uit speciaal gekweekte aardappelknollen: de zogenaamde pootaardappels. De pootaardappels worden in het voorjaar geplant en na twee tot drie weken komen de stengels boven de grond. De plant ontwikkelt ook ondergrondse stengels, zogenaamde stolonen, waaraan zich de nieuwe knollen vormen ...
Aardappelziekte tijdig herkennen
Dat doe je aan de bruin zwarte vlekken op de stelen en het blad van de aardappelplant. Deze vlekken ontstaan meestal het eerst op de stengels, specifiek bij de bladoksels. Bij vochtig weer merk je aan de onderkant van het blad witte schimmel pluisjes.
Vaak gebeurt dat in het voorjaar en afhankelijk van het aardappelras is bepaald hoe lang deze onder de grond blijven. Vroege rassen hebben een groeiperiode van 90 – 100 dagen, waar dat bij late aardappelen minimaal 150 dagen is. Hoe langer een aardappel onder de grond blijft, hoe beter deze beschermd is.
Neusrot is, zoals iedere tomatenteler weet, een bruin/zwart litteken (een 'zoutje') aan de onderkant van de vrucht. Het is doorgaans het gevolg van vochtstress of een calciumgebrek (minder dan 0,08% Ca in droge stof).
Regelmatig water geven is belangrijk
Na verloop van tijd, als de plant groeit, heeft de plant steeds minder water nodig. Van elke dag water geven, bouw je na 2 weken af tot 2 à 3 keer per week en na anderhalve maand geef je de plant 1 keer per week water.
De eerste symptomen zijn de bruine vlekken die aan de onderkant van het loof verschijnen. Vandaar gaat het razendsnel over naar het volledige blad, de stengel en uiteindelijk ook de knol. De aardappelplaag is zeer besmettelijk, en kan ook overgaan op andere gewassen zoals tomaten.
Eigenlijk zijn alle tomatenrassen vatbaar voor de plaag! - Stuif regelmatig wat basaltmeel of lavameel ( = vulkanisch gesteente tot poeder gemalen) over de bladeren. - Tomaten in openlucht die geen regenbescherming hebben kan je om de 7-10 dagen preventief behandelen met een schimmelwerend product.
Aardappelloof, tomatenloof, courgetteloof etc. kan mits gezond prima op de composthoop. Zieke planten kunnen mits de temperatuur hoog genoeg wordt op de hoop. Beter is dit niet te doen als je niet 100% zeker bent dat je de vereiste temperatuur haalt.
Aardappelen hebben niet super veel water nodig. Wanneer het erg warm is kun je de aardappelen 1 keer per week water geven. Is het niet super warm dan is een keer per 2 weken voldoende. (De aardappelen hoeven namelijk niet continue onder water te staan maar hebben wel water nodig om te groeien).
In een regenachtige periode kunnen schimmelsporen de grond indringen en knollen besmetten. Via de lenticellen komen sporen binnen en veroorzaken myceliumgroei in de knol. Vaak dringen bacteriën aangetaste knollen binnen, waardoor knolrotting ontstaat. De schimmel overwintert als mycelium in aangetaste knollen.
Valse meeldauw herkennen
Valse meeldauw is te herkennen aan het grijze schimmelpluis aan de onderkant van het blad. Bovendien zorgt de schimmel voor gele vlekken op de bovenkant van het blad die soms bruin verkleuren. Deze vlekken zijn niet makkelijk weg te vegen.
Bij de middelvroege en late soorten wacht je tot het loof afgestorven is. Dit zorgt ervoor dat de aardappelen afharden, en veel langer zullen bewaren. Opgelet: verwijder alle aardappelen uit de grond, ook de kleine knolletjes. Deze kunnen er anders voor zorgen dat de aardappelplaag het jaar nadien doorgegeven wordt.
Bruinrot is een ziekte bij aardappels die veroorzaakt wordt door Ralstonia solanacearum bacterie. In Nederland is bruinrot een quarantaineziekte. Dit betekent dat het bestreden moet worden om verdere vestiging of uitbreiding te voorkomen.