Heden ten dage kan adeldom alleen aan een Nederlander verleend worden door erkenning, verheffing, inlijving of bij naamwijziging. Adeldom in Nederland vererft langs mannelijke lijn, waarbij het predicaat of titel is verbonden aan de geslachtsnaam van de vader.
Je bent van adel als je afstamt van een vader die van adel is en die bovendien dezelfde achternaam heeft als jij, omdat titel en predikaat met de achternaam verbonden zijn en adeldom alleen in de mannelijke lijn kan worden doorgegeven.
Officieel luidt het dat de koning de adeldom verleent aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt in hun vakgebied en daarbuiten, en aan personen met internationale uitstraling. De toekenning van een lintje is een van de weinige prerogatieven die het staatshoofd overhoudt na de vele staatshervormingen.
"De lijn kan alleen door een man worden doorgegeven. Als er een meisje wordt geboren in een gezin van adel, is ze wel adel, maar haar kinderen niet meer." Een adellijke titel is dus alleen geldig als 'ie van vader op zoon gaat. Een gekochte titel is in Nederland niet geldig.
Graaf als erfelijke titel
Aanvankelijk was een gravenambt een persoonsgebonden beneficium (een niet-erfelijk leengoed) en was een graaf ook afzetbaar. Door de verankering van het gravenambt binnen eenzelfde stamgeslacht begon men het ambt vanaf de 10e/11e eeuw toch als erfelijk te ervaren.
De uitdrukking "blauw bloed" wordt in de zin "Hij/zij heeft blauw bloed" gebruikt om aan te duiden dat iemand tot de adelstand behoort.
Het ontstaan van de adel
In ruil voor hun steun en veel geld aan de leenheer waren zij vaak in staat om hun leen erfelijk te maken. Op die manier hadden zij voor hun familie speciale privileges (voorrechten) gekregen die nog eeuwenlang zouden gelden.
Voor €33 koop je een stuk landgoed in Schotland en mag je jezelf Lord, Lady of Laird van de Schotse hooglanden noemen. Heb je wat geld over aan het eind van de maand? In plaats van eens lekker uiteten te gaan, kan je ook Lord, Lady of Laird worden van een landgoed in Schotland!
De titel baron komt in Nederland en België op twee manieren voor: "op allen" en "met het recht op eerstgeboorte". In het eerste geval heeft ieder lid van de betreffende adellijke familie (dat wil zeggen iedere afstammeling, mannelijk of vrouwelijk, in mannelijke lijn) recht op de titel baron of barones.
Vanwege de vrije naamskeuze is het kopen en dragen van een adellijke titel legaal. U moet er echter rekening mee houden dat u geen echte edelman wordt door geboorte, huwelijk of adoptie. Vanuit juridisch oogpunt is het een pseudoniem met een wapenschild.
In het eerste geval heeft ieder mannelijk lid van de betreffende adellijke familie recht op de titel. In het tweede geval wordt de titel vererfd in Salische lijn. Dat wil zeggen dat de oudste mannelijke afstammeling van de eerste drager van de titel zich ridder mag noemen.
Van de oudste adel weten we weinig, maar vanaf de 12e eeuw zijn de eerste families te onderscheiden. Bekend is de familie van de Utrechtse bisschop Hardbert van Bierum (1139-1150), die de rechtsmacht over Coevorden en Drenthe verwierf en erfelijk prefect (bisschoppelijk vertegenwoordiger) van Groningen werd.
Prins is de hoogste adellijke titel, maar kan ook een (lagere) vorstelijke titel zijn. Het vrouwelijke equivalent is Prinses. Koning is na keizer de hoogste vorstelijke titel, en met deze titel wordt het (mannelijk) staatshoofd van een koninkrijk aangeduid. Het vrouwelijke equivalent wordt koningin genoemd.
De titel hertog of hertogin bestaat niet langer in de Nederlandse adel.
Een hertog staat boven andere adel zoals een jonkheer, baron, markies of graaf. Alleen de titel 'prins' is nog hoger. Hoewel daar uitzonderingen op zijn; soms kan de titel hertog ook gevoerd worden door een monarch, en die staat dan weer boven een prins. Het vrouwelijke equivalent is hertogin.
De ongehuwde dochter van een (burg)graaf, baron, ridder of jonkheer werd aangesproken met freule. Deze aanspreekvorm is uit de mode geraakt. Weduwen van adellijke personen werden vroeger aangeduid als douairière, gevolgd door naam en titel of predikaat van de man, maar zonder de eigen naam: Douairière A.B.C.
De adeldom van een meerderheid van deze families dateert uit de beginjaren van het Koninkrijk der Nederlanden, de periode van 1814 tot 1817. Vandaag de dag telt de Nederlandse adel 10.000 tot 11.000 personen, waarvan naar schatting 2.000 in het buitenland wonen. Samen behoren ze tot de ongeveer 325 adellijke families.
In Nederland worden geen mensen meer verheven in de adel. In België, Spanje en het Verenigd Koninkrijk groeit het aantal personen met een titel nog wel. Nederland kent, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk en Duitsland, een in de Wet op de adeldom vastgelegd adelsrecht.
Ridders leefden in kastelen. In zo'n kasteel moesten de bewoners veilig zijn tegen aanvallen van eventuele vijanden. Een kasteel werd gebouwd op een plek die moeilijk te bereiken was, bijvoorbeeld op een berg. In een kasteel woonden koningen, baronnen, ridders, bedienden en ander personeel.
Sterft bijvoorbeeld een hertog, dan wordt zijn zoon de nieuwe hertog of de dochter de nieuwe hertogin. Daarom horen de kinderen van de edelen ook in de adel.
Hoe moet een ridder eigenlijk poepen? Als hij zijn harnas draagt? Er zit maar één ding op: alles moet uit.