De meest voor de hand liggende tactiek om jezelf in toom te houden, is jezelf afleiden. Doe iets anders, kijk naar iets anders, denk aan iets anders. De kinderen in de marshmallowtest deden dat op allerlei manieren. De een wipte twintig minuten op zijn stoel en staarde al die tijd naar het plafond.
Conclusie: Krijg meer zelfcontrole door bewustwording van triggers en een proactieve aanpak. Impulsen zijn het startsein voor een bepaalde actie of gedrag die worden aangewakkerd door (onbewuste) triggers. Triggers kunnen zich zowel intern als extern voordoen en dienen zich de hele dag non-stop aan.
– 'Impulscontrole' vormt het vierde begrip en heeft te maken met het controleren van gedrag en emoties, het weerstaan van verleidingen, en het uitstellen van directe beloningen voor een grotere beloning die op later moment wordt verkregen. Het huidige document gaat voornamelijk over het begrip impulscontrole.
Bij impulsiviteit zijn verschillende neurale systemen en neuro transmitters betrokken. Een impuls is een reactie op een gebeurtenis oftewel een prikkel. Deze prikkel wordt in de vorm van sensorische informatie in de hersenen verwerkt en zorgt voor een reactie.
Ondoordacht gedrag, ook wel impulsief gedrag genoemd: Snel reageren zonder nadenken, veel praten en dingen eruit flappen. Concentratieproblemen: snel afgeleid, vaak dingen kwijt, veel dagdromen, moeite met het afmaken van taken, snel dingen vergeten, moeilijk kunnen luisteren.
Vijftig jaar geleden begon onderzoeker Walter Mischel met de beroemde marshmellow-test. Inmiddels is aangetoond dat de vaardigheid om behoeftebevrediging uit te stellen cruciaal is voor een succesvol en plezierig leven. Gelukkig is zelfbeheersing te leren.
Je leert kijken naar je hond en nadenken over wat je van hem vraagt.Zelfbeheersing is het allerbelangrijkste wat je je hond kunt leren. Als je hond standaard wacht op jouw aanwijzingen en niet zo maar zonder “nadenken” zich overal op stort, dan heb je enorm veel controle over zijn gedrag.
Probeer daarom vaste gewoontes en routines aan te brengen. Als je dagelijks bij alle handelingen en dingen die je doet moet nadenken, verspil je enorm veel wilskracht en energie. Hoe vaker je doet wat je had voorgenomen te doen, dus ook soms moeilijke dingen, deste sterker jouw wilskrachtspier wordt.
Kortom: door zelfcontrole ziet u hoe uw lichaam reageert op bepaalde situaties, waardoor u uw bloedglucosewaarden beter onder controle kunt houden en uzelf beter kunt voelen. Zelfcontrole geeft u hierdoor ook meer zekerheid en vrijheid. Hoe vaak meten met een bloedglucosemeter? Dit is voor iedereen verschillend.
Hou het gewoon eens stil: luister objectief naar je gesprekspartner. Luister en wees je ervan bewust dat je ondertussen geen repliek aan het voorbereiden bent in jezelf. Luister en voel wat de woorden van de ander met je doen. Luister en voel hoe de boodschap je raakt.
Impulsief gedrag komt in principe bij iedereen wel voor, maar pas als het gedrag een negatieve invloed heeft op de dagelijkse gang van zaken en dus het dagelijkse leven verstoort, wordt het een probleem. Impulsief gedrag is dus niet per definitie negatief. Het kan voordelig zijn in bijv. het grijpen van kansen.
Stoornissen in de impulsbeheersing is een groep psychische aandoeningen waarbij de persoon geen of weinig beheersing heeft van zijn natuurlijke impulsen. Dit houdt in dat de persoon zijn woede niet kan beheersen, niet kan stoppen met winkelen of gokken, diefstal pleegt of zich de haren uittrekt.
Wat is impulsief gedrag? Mensen die impulsief gedrag vertonen, hebben weinig remmingen. Ze doen wat in hen opkomt, zonder erbij na te denken welke gevolgen dit heeft. Ze hebben een verminderde controle over hun gedrag.
Inhibitiecontrole is het controleren van de aandacht, gedachten en/of emoties door voorbij te gaan aan een interne predispositie of externe verlokking. Een ander aspect van interferentie controle is het onderdrukken van mentale representaties (cognitieve inhibitie).
De term zelfcontrole wordt binnen de hulpverlening veel gebruikt, maar blijkt een ingewikkeld begrip. Sanne Vink: “In principe gaat het erom dat je controle hebt over je gedrag.Dat je in staat bent om jezelf te beheersen en in te houden wanneer dit nodig is.
Je vindt het bijvoorbeeld moeilijk om sociale regels toe te passen, of je verbreekt een vriendschap of relatie (te) snel door je impulsiviteit. Deze sociale onhandigheid kan ertoe leiden dat je je onzeker gaat voelen in sociale situaties.
Type 1: beter bekend als add, attention deficit disorder.
Add'ers houden maar moeilijk hun aandacht bij de les, het werk of gesprekken. Dit type adhd wordt minder vaak en meestal later geconstateerd dan de andere types, omdat de kenmerken minder opvallen; add'ers keren in zichzelf.