Zorg voor een vrije aanvliegroute. Geen takken of bladeren voor de invliegopening of direct onder de kast. Hang de kast op een minimale hoogte van 3 meter. Een vleermuiskast kun je het hele jaar door ophangen, maar het liefst voor het voorjaar.
Hoe kom ik van het probleem af? Heeft u een vleermuis in huis, zet dan een raam open en doe het licht uit. Het dier zal zo weer naar buiten kunnen vliegen. Ook kunt u een locale vrijwilliger bellen van een vleermuiswerkgroep.
Bij aanhoudend slecht weer kunnen vleermuizen dagen lang in lethargie gaan, een toestand die lijkt op de winterslaap. Bij goed weer in de zomer kunnen vleermuizen de hele nacht actief zijn.
Omdat de vleermuis een nachtdier is, is het verstandig om vooral insecten aan te trekken die ook 's nachts actief zijn. Dit kunt het beste doen door middel van verschillende planten die 's nachts bloeien. Denk bijvoorbeeld eens aan planten zoals de teunisbloem, koninginnekruid of duizendknoop.
Ze zoeken naar muggen, nachtvlinders, torren en vliegen. Midden in de nacht jagen kan lastig zijn. Daarom gebruiken vleermuizen een sonar om in het donker hun prooi te vinden. Dat is een soort echo van hun eigen geluid.
Door invliegopeningen te dichten, krijgen de vleermuizen geen kans om je woning te betreden zich te vestigen en hoef je niet bang te zijn dat je te maken krijgt met de geluids- en stankoverlast die ze met zich meebrengen. Door ze te weren dwing je de vleermuizen om een betere plek te vinden en verstoor je ze niet.
Vijanden: De grootste bedreiging voor de vleermuizen zijn de mensen.Maar ook hebben ze andere natuurlijke vijanden zoals: grote vogels, uilen, af en toe zelfs jonge en onervaren katten. Vleermuizen hebben vaak last van vlooien, mijten en teken.
Een gewone dwergvleermuis, onze huis- en tuinvleermuis, eet immers ongeveer 300 muggen en andere kleine insecten in één nacht. Andere soorten vleermuizen verkiezen dan weer nachtvlinders of kevers. Bekijk dus zeker ook onze tuintips voor insecten!
Overdag slapen vleermuizen hangend op hun kop of weggekropen op plekken waar ze moeilijk te bereiken zijn voor hun vijanden (roofvogels, uilen, katten, marters). Ze zitten op warme, droge, donkere plekken. Bijvoorbeeld in een spouwmuur, onder dakpan- nen van een modern gebouw of in een boomholte.
Toch zijn vleermuizen echte liefhebbers van de zon vanwege alle warmte die ze geeft. Overdag warmen onze muren en daken lekker op; 's avonds geven ze deze warmte gedoseerd weer af. De warmte zorgt enerzijds voor minder energieverlies voor de vleermuizen en anderzijds voor veel voedsel in de lucht.
Hoe weet ik of er vleermuizen in mijn huis wonen? Om dat te weten, maak je overdag eens een wandelingetje rond je huis.Let vooral op de muren en de vensterbanken.Wanneer vleermuizen naar binnen kruipen, laten ze namelijk dikwijls wat uitwerpselen achter.
De meeste vleermuizen komen nooit in aanraking met mensen. Andersom geldt dit dus ook. Er zijn maar weinig mensen die een vleermuis van dichtbij hebben kunnen bekijken. Toch kan het gebeuren dat een directe ontmoeting plaats vindt.
Vleermuizen gaan vaak een vanaf een uur voor uitvliegtijd al klaar gaan zitten voor een opening en zijn daarbij soms zichtbaar (of hoorbaar!). Het is dus handig als u een half uur van te voren even een rondje rond een gebouw loop, zodat u weet waar dieren mogelijk uit kunnen komen.
Wanneer de vleermuis verschijnt, is het tijd bepaalde angsten onder ogen te zien. Misschien is dit het moment om iets los te laten wat je lang dierbaar is geweest. Of om een levensfase af te ronden. Dat is het onderdeel van de cyclus van het leven waar mensen over het algemeen de meeste moeite mee hebben.
Vleermuizen gevoelig voor licht
Vleermuizen zijn gevoelig voor lichtverstoring. Bij hun verblijfplaatsen, op vliegroutes en in hun jachtgebied. Vooral straatverlichting kan leiden tot pijnlijke verblinding bij deze beschermde nachtdieren.
Kijken met je oren
Maar om in het donker voedsel te kunnen vinden, maken de meeste vleermuizen gebruik van hun stem en oren (sonar of echolocatie). Een vleermuis zendt hiervoor voortdurend korte geluidjes uit. Met hun zeer gevoelige oren kunnen zij aan de echo horen hoe de omgeving eruit ziet en waar de insecten zijn.
Onder dagactieve roofvogels zijn in Nederland waarnemingen bekend van vangsten van vleermuizen door sperwer, slechtvalk, boomvalk, torenvalk en buizerd. Maar ook bij niet-roofvogels als zilvermeeuw, kokmeeuw, ekster en zelfs bij spreeuw, merel en wilde eend is waargenomen dat zij een vleermuis verschalkten.
vleermuizen 'hangen' alleen in bestaande ruimten: ze maken zelf geen ruimten, knagen niet aan materialen en maken geen nest; vleermuizen brengen geen parasitaire ziekten over op mensen of huisdieren.
Vleermuizen gaan 's avonds en 's nachts op zoek naar eten. Ze zien slecht, daarom zijn hun oren onmisbaar. Een jagende vleermuis maakt gebruik van sonar. Ze zenden geluiden uit die kaatsen tegen allerlei voorwerpen én prooien.
Vleermuizen zijn lichtschuw en zoeken het duister op. Doof dus zo snel mogelijk alle buitenverlichting en doe binnen een lamp aan, liefst in de verste hoek van de kamer waar de vleermuis zich bevindt. Zet zoveel mogelijk ramen open, waarna je zelf de kamer verlaat en even buiten blijft wachten.
De vleermuis zal echter niet tegen u aan vliegen. Ook vliegen vleermuizen niet in uw haren.
Alleen dieren die bijzonder hongerig zijn (wanhopig), of te zwak (of jong) om een schuilplaats te bereiken, worden overdag waargenomen. De uitzondering is de Rosse vleermuis, een bijzonder krachtige vlieger die het soms aandurft overdag op wat grotere hoogte te vliegen.
Opmerking vooraf: Nederlandse vleren die door een huid heen komen zijn inderdaad schaars. Een beet bestaat uit 2 kleine rode puntjes, op (afhankelijk van de soort) 8 mm tot 12 mm uit elkaar. Dit zijn de boven hoektanden, deze zijn schep en lang genoeg. De onderhoektanden doen over het algemeen niet zo veel.
Vleermuizen kunnen last hebben van hele kleine vijanden: parasieten, zoals vlooien, mijten en teken waardoor ze ziek kunnen worden.
Wanneer vleermuizen na hun jacht op insecten weer bij hun verblijfplaats aankomen, dan vliegen ze niet rechtstreeks naar binnen. In plaats daarvan vliegt iedere vleermuis eerst rondjes voor de invliegopening en tikt de muur of boomstam regelmatig aan.