Een standkachel is de beste oplossing De meest efficiënte oplossing om in de winter in een opgewarmde auto te stappen en zonder stress weg te rijden, is de standkachel. Zo houdt u uw auto juist bij het wegrijden op een aangename temperatuur.
Als de motor na een paar kilometer warm is, kun je de kachel hoger zetten waardoor het behaaglijk warm wordt. Stop dan even en trek je jas uit, zodat de riem goed aansluit. Heb je stoelverwarming, zet die dan ook aan. Deze zorgt ervoor dat je het snelst opwarmt.
Laat de motor een minuutje opwarmen
"Helaas is er geen geheime formule. De verwarming werkt zo snel als je de [motor] kunt laten opwarmen," vertelde Ralph Palmiotto, een lokale monteur uit Sydney, aan Drive. "Het koelsysteem van de motor loopt via de radiator en een kleine verwarming in de auto en de cabine.
Na een lange rit over de snelweg met een gangetje van 130 is het absoluut raadzaam om de motor bij stilstand nog even een halve minuut tot minuut door te laten draaien. Op deze manier kan de motor de warmte goed kwijt en kan de turbo tot rust komen.
Eigenlijk moet je minimaal een kwartier rustig rijden zodat de olie kan opwarmen. We horen soms van autoliefhebbers dat ze wachten tot het toerental van de motor zakt voordat ze vertrekken. Zeker als het buiten koud is, draaien de meeste brandstofmotoren aan het begin wat hoger stationair.
Een simpele maar effectieve truc is het gebruik van een zonneklep. Plaats de zonneklep aan de binnenkant van de voorruit om de kou buiten te houden. Dit helpt om de temperatuur in uw auto iets hoger te houden, waardoor het interieur sneller opwarmt als u de motor start.
Een kleine nuance voor de koude start
Het is raadzaam om je auto eerst sneeuw- en ijsvrij te maken en na de start direct weg te rijden. Vervolgens kun je het beste ongeveer een kwartier rustig te rijden. Als je de bedrijfstemperatuur eenmaal hebt bereikt, kun je de motor zwaarder belasten.
Zoals de tabel duidelijk maakt, kan de temperatuur in een auto binnen slechts 10 minuten met meer dan 10 graden Celsius stijgen, en na 30 minuten kan deze zelfs de 50 graden Celsius overschrijden. Deze extreme hitte kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen bij huisdieren, waaronder hitteberoerte en zelfs de dood.
Als de kachel van uw auto niet warm wordt dan zit het probleem waarschijnlijk in de airco. Een andere oorzaak is dat er te weinig koelvloeistof in de auto aanwezig is, waardoor uw auto niet warm wordt.
Afhankelijk van de buitentemperatuur moet je toch wel op een 15 tot 20 kilometer rekenen voordat de motor doorgewarmd is.
Methoden om uw auto snel op te warmen
Zet het contact aan en laat de auto even stationair draaien : Start uw voertuig en laat het 2-3 minuten stationair draaien. Hierdoor kan de motorolie gaan circuleren, wat helpt de bewegende delen van de motor te beschermen. Deze korte stationaire tijd kan ook het verwarmingsproces op gang brengen.
Het koelsysteem van uw voertuig is afhankelijk van koelvloeistof om warmte van de motor naar de verwarmingskern over te brengen. Onvoldoende koelvloeistofniveaus vertragen dit proces, wat leidt tot een vertraging in de warme lucht die de cabine bereikt. Te weinig koelvloeistof kan het gevolg zijn van een lek of onvoldoende onderhoud van het systeem.
In uw auto geeft de kachel warmte doordat de verse lucht langs een warme kachelradiateur geleid wordt. Achter het dashboard bevinden zich diverse luchtkleppen die de stroming van de lucht bepalen. Deze kleppen worden door elektromotoren aangestuurd door middel van een commando van de climate controle.
Een normale bedrijfstemperatuur van de gemiddelde motor is dus rond de 90 graden en kan gemakkelijk verder oplopen tot rond de 110-120 graden. Omdat het koelsysteem onder druk staat, gaat de koelvloeistof niet bij dergelijke temperaturen koken.
Laat de motor minstens 30 tot 60 minuten afkoelen.
Wanneer de motor aan de kook raakt, is het belangrijk om direct te stoppen en de motorkap open te zetten zodat de motor extra kan koelen. Draai nóóit de vuldop van de koelvloeistof direct open: dit zorgt voor een enorme fontein aan koelvloeistof met een temperatuur van meer dan 100 graden.
Je radiator blijft koud
Blijft je radiator helemaal koud? Geen paniek, dat wil niet zeggen dat hij is afgeschreven. Hoogstwaarschijnlijk is er een probleem met de ventielset van je chauffage. Dat kun je checken door alle andere radiatoren in huis dicht te draaien en je verwarming op volle toeren te laten werken.
Door licht belast aan het werk te gaan warmen de motor en de motorolie sneller op, waardoor de motor minder hard slijt. Een ander nadeel van stationair warmdraaien is het hogere brandstofverbruik en de bijkomende onnodige belasting van het milieu. Stationair warmdraaien raakt jou dus keihard in je portemonnee.
Verwarming en koelvloeistof hebben inderdaad alles met elkaar te maken. Kijk als eerste eens je oliepeil na. Dat er geen lekke koppakking is, en er koelwater bij de olie komt.
Bij een buitentemperatuur van 30 graden loopt de temperatuur in je wagen al op tot boven de 50 graden. Bij extreme buitentemperaturen van rond de 40 graden kan het in je auto zelfs dik 75 graden worden. Dat is bijna net zo heet als in een sauna!
De kachelradiateur van de auto zorgt ervoor dat lucht het verwarmingssysteem ingetrokken wordt.Vervolgens warmt de motor van de auto deze lucht op.De blower blaast de warme lucht de auto in. Met de schakelaar op uw dashboard kunt u zelf de kracht en intensiteit waarmee dat gebeurt bepalen.
Gemiddeld duurt het een uur of 8 tot een motor fatsoenlijk afgekoeld is.
Over het algemeen kost het minstens 15 minuten rijden voordat de motorolie zijn ideale temperatuur bereikt (ongeveer tussen de 90 en 100 graden).
Rij minstens 30 minuten in je auto na het aanduwen
Om ervoor te zorgen dat je auto na aanduwen helemaal oplaadt, is het verstandig om er zo lang mogelijk in te rijden. Een kort ritje van 10 minuten kan 's middags weer startproblemen opleveren. Rij liever minimaal 30 minuten door.
Te vroeg het gaspedaal vol indrukken kan tot motorschade leiden, doordat de olie op dat moment nog te dik is. Ook kan veel gas geven met een koude motor leiden tot een te snelle uitzetting van bepaalde motordelen, waardoor bijvoorbeeld de kopbouten van de cilinders kunnen afbreken, of carters kunnen scheuren.