Acht graden
De gemiddelde wereldwijde temperatuur lag in de ijstijd rond de 8 graden Celsius. Dat is zo'n zes graden lager dan de gemiddelde wereldwijde temperatuur in de vorige eeuw lag. “Dat klinkt misschien niet als een groot verschil, maar dat is het in feite wel,” aldus Tierney.
Hoe zag Nederland eruit? Tijdens het maximum lag er boven het noorden van Nederland dus een laag ijs. In de rest van het land, en ook in Noord-Nederland voor en na het maximum, was sprake van een toendraklimaat. Er groeiden geen bomen en grote struiken, maar alleen kleine struikjes, grassen en mossen.
Een ijstijd is een lange periode van kou, soms zelfs extreme kou. Noord-Europa, en dus ook Nederland, heeft 3 ijstijden gekend. Zo'n periode kon heel lang duren. De laatste ijstijd duurde meer dan 100.000 jaar!
De laatste ijstijd begon ongeveer 115.000 jaar geleden en eindigde ruim 10.000 jaar geleden. Tussen 115.000 en 130.000 jaar geleden was het klimaat warm. Die periode is vergelijkbaar met nu qua temperatuur. De één-na-laatste ijstijd was zó koud dat gletsjers uit Scandinavië ook Nederland bedekten.
Deze wordt opgedeeld in twee tijdvakken: Het Pleistoceen en het Holoceen (waarin wij ons momenteel bevinden). De laatste ijstijd, genaamd het Weichseliaan, eindigde ongeveer 10 000 jaar geleden. De zes glacialen zijn van jong naar oud: Weichseliaan, Saaliaan, Elsteriaan, Menapiaan, Eburoniaan en Pretigliaan.
Het Weichselien komt na of ligt op het Eemien en wordt gevolgd door het Holoceen. Samen met het Eemien maakt het Weichselien deel uit van het Laat Pleistoceen. De wetenschappelijke term voor een koudere periode zoals het Weichselien is glaciaal, echter in de praktijk wordt vaak ook de term "ijstijd" gebruikt.
In de laatste twee ijstijden was het ook in Nederland heel erg koud. Delen van Nederland waren bedekt met een dikke laag ijs. Er leefden wel mensen, de neanderthalers. Dit volk leefde van dieren waarop ze jaagden met pijl en boog en puntige priemen van steen.
Ongeveer 140.000 jaar geleden schoven honderden meters dikke ijsmassa's vanuit Scandinavië op tot in het midden van ons land. In Noordoost Twente drukte de ijsmassa de bevroren grond soms wel 200 m omhoog. Daarna trok het ijs verder over deze stuwwallen heen.
IJstijden duren ruwweg 90.000 jaar en worden afgewisseld met kortere warme perioden. De warme perioden duren tussen enkele duizenden jaren tot meer dan tienduizend jaar bij de huidige piek. Maar er komt onherroepelijk een einde aan. Dan breekt een lange ijstijd aan en groeien de aardse ijskappen flink.
De dierenwereld
In Nederland leefden verschillende dieren tijdens de ijstijd. Paarden, herten, wolven, vogels, vissen, hyena's, marmotten, sneeuwuilen en poolvossen. Maar ook mammoeten, wolharige neushoorns en sabeltandtijgers. Die zijn nu uitgestorven.
Waren er alleen ijstijden in Europa? Nee, ook in Noord-Amerika en Azie.
Als de hoek van de aardas klein is, krijgen de hogere breedtegraden minder warmte van de zon en daalt daar de temperatuur. 120.000 jaar geleden draaide de aarde in een lange baan rond de zon en maakte de aardas een kleine hoek. We zaten toen in een extreem koude ijstijd.
Het absolute nulpunt of nul Kelvin, is min 273 graden Celsius, de temperatuur waarop atomen in theorie volledig zouden moeten stoppen met bewegen. Met een temperatuur van 100 nanoKelvin zijn de BEC's in het ISS kouder dan de gemiddelde temperatuur in de ruimte, waar het zo'n 3 Kelvin is of -270 graden.
De Kleine IJstijd is de relatief koude periode die duurde van de vijftiende tot en met de negentiende eeuw. Gemiddeld lag de temperatuur in West-Europa zo'n 1 à 2 graden onder de waarden die na 2000 worden bereikt.
De warmte hield aan in de 12de eeuw, een periode waarin er weinig koude winters waren, maar ook geen drukkend warme zomers. Maar het plaatselijke weer kon sterk afwijken van het gemiddelde. In het noordoosten van het schiereiland waren er enkele uitzonderlijk strenge winters.
Tijdens de ijstijden groeiden de noordelijke ijskappen ver naar het zuiden. Minstens twee keer werd Nederland bereikt. In die perioden was ons land onderdeel van het polaire gletsjerfront. Gletsjers worden gevormd uit sneeuw die het hele jaar blijft liggen.
Door hun korte en gedrongen lichaamsbouw konden ze goed overleven in de koude winters; hun lichaam verloor immers minder warmte. Ook aten ze bijna alleen maar vlees; enkel gras en dennenbomen overleefden in de ijstijd. De ijstijd was ook de periode waarin de eerste kunst in Europa ontstond; de grotkunst.
Tijdens deze ijstijd bereikte het landijs Nederland: het ijs reikte tot de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen. Langs deze lijn en ook ten noorden vinden we uitgesproken vormen in het landschap die in die periode gevormd zijn. Vormen die door het landijs in het Saalien zijn ontstaan.
Na afloop van de laatste ijstijd was Nederland voornamelijk bedekt door zand dat was afgezet door gletsjers. In het noorden van het land kon men stuwwallen vinden. De vegetatie in Nederland was nog aangepast aan het koude klimaat en bestond vooral uit Steenbeek en andere planten die laag bij de grond groeiden.
De Antarctische ijskap is 12 miljoen km² groot en bevat 29 miljoen km³ ijs. Dat is 90% van al het bevroren zoet water op aarde. De Groenlandse ijskap is 1,7 miljoen km² in oppervlakte en heeft een inhoud van circa 3 miljoen km³, 9 % van het bevroren zoetwater op aarde.
Ice Age is een Amerikaanse computeranimatiefilm uit 2002 onder regie van Chris Wedge en Carlos Saldanha.
Traditionele indeling: vier glacialen
De enige twee perioden waarvan met zekerheid bekend is dat gletsjers tot in Noord-Nederland reikten zijn de Saale- en Elster-glacialen.
De glacialen zijn vaak langer dan de interglacialen, dus een koud klimaat is eigenlijk gewoner dan het huidige warme klimaat! Tijdens de ijstijden breiden de gletsjers zich sterk uit, en vormen grote ijskappen in het hoge noorden.