Een dwangstoornis gaat meestal niet vanzelf over. Wanneer dwang je leven in de weg staat of zelfs heeft overgenomen, dan kan therapie je helpen. Therapie kan een dwangstoornis niet genezen, maar het helpt je wel om op een gezonde en ontspannen manier met stress om te gaan.
Een dwangstoornis (OCD) gaat niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en steun en begeleiding van hulpverleners en naasten te krijgen. Zelf omgaan met OCD of als naaste omgaan met OCD kan lastig zijn.
Een dwangstoornis kan ontstaan door een lichamelijke ziekte, het gebruik van drugs of sommige medicijnen. Een ingrijpende, belangrijke levensgebeurtenis kan zorgen voor een dwangstoornis. Seksueel misbruik, het overlijden van een dierbare, een zwangerschap of een echtscheiding bijvoorbeeld.
Een dwangstoornis kan worden behandeld met cognitieve gedragstherapie.
Soms is ambulante begeleiding niet voldoende en is er meer nodig om met een dwangstoornis om te gaan en de handelingen te doorbreken. Hiervoor kan therapie worden ingezet. Cognitieve gedragstherapie is de meest effectieve vorm van therapie bij een dwangstoornis.
Voorbeelden zijn citalopram, paroxetine, sertraline en clomipramine. Je huisarts stuurt je hiervoor door naar een psychiater. Meer over deze medicijnen vind je bij medicijnen tegen angst.
Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen? Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten.
Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende vervelende gedachten of beelden die angst of spanning veroorzaken over bijvoorbeeld besmettingsgevaar, rampen, ernstige fouten maken, een dierbare iets naars aan doen, over de seksuele geaardheid, en afvragen of de partner de ware is.
Gevolgen van een dwangstoornis
OCS heeft vaak een grote impact op je leven. Bezig zijn met dwangmatige gedachten en handelingen is tijdrovend en vermoeiend. Je komt minder goed toe aan je dagelijkse bezigheden of sociale activiteiten. Daardoor kan je je eenzaam of minderwaardig gaan voelen.
Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis, ook wel een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis genoemd (OCPS), ervaren een sterke drang om alles onder controle te hebben. Ze zijn voortdurend bezig om hun taken ordelijk en foutloos te uit te voeren, vaak zonder enige emotie.
Omdat wegdrukken van de gedachte niet werkt, is het goed om er of helemaal geen aandacht aan te schenken of om de gedachte juist heel erg uit te vergroten. Als je veel last hebt van intrusies is het belangrijk om hierover te praten met iemand die je vertrouwt.
Vaak gaan dwangklachten samen met depressieve klachten en slaapproblemen. Door negatieve emoties kunnen de dwangklachten verergeren en een vicieuze cirkel worden.
Een piekerstoornis, ook wel dwangmatig piekeren of gegeneraliseerde angststoornis, is een stoornis waarbij je ongecontroleerde angst hebt voor normale dingen in het leven. Het piekeren begint geleidelijk, maar neemt uiteindelijk je hele dag over.
Als je een dwangstoornis hebt, heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dit gaat gepaard met angst, walging of een ander naar gevoel en heeft een grote invloed op je leven. De gedachten en handelingen kosten je veel tijd en maken het moeilijk om goed te kunnen functioneren.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
OCD is een psychiatrische stoornis die wordt gekenmerkt door obsessieve gedachten en compulsieve handelingen zoals schoonmaken, controleren, tellen of hamsteren. Deze handelingen zijn irrationeel, beangstigend en het is moeilijk om er vanaf te komen.
Dwanggedachten (obsessies) zijn steeds terugkerende ideeën of voorstellingen die zich aan iemand opdringen en hem of haar moeilijk loslaten. Zulke gedachten zijn ongewild en onplezierig. Dwanghandelingen (compulsies) zijn handelingen die steeds op een bepaalde manier moeten worden uitgevoerd, zogenoemde rituelen.
Wanneer je iemand met een obsessief-compulsieve persoonlijkheidsstoornis leert kennen dan zal het niet moeilijk zijn deze stoornis te herkennen en te benoemen. Mensen met een dergelijke stoornis zijn mensen die heel perfectionistisch zijn, alles op hun eigen manier willen doen.
Hoewel behandelingen voor OCS vaak succesvol zijn, is het mogelijk dat de klachten later in je leven weer opspelen. Herstel gaat immers met vallen en opstaan. Het is belangrijk om jezelf voor te bereiden op zo'n terugval.
Mensen met een dwangstoornis voelen zich gedwongen bepaalde rituelen uit te voeren (meestal tikken, tellen, poetsen, of controleren) omdat ze bang zijn dat er anders iets ergs gebeurt. Mensen met een dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis streven naar perfectie vanuit een overtuiging dat dit de beste manier van leven is.
Bij dwang gaat het dan niet om een middel of een leuke bezigheid (gokken, gamen) maar om dwanghandelingen zoals controleren, schoonmaken, dingen steeds herhalen tot ze perfect zijn of “goed” voelen. Net als verslaving liegen ze soms, zijn ze “onder invloed” van hun dwang en doen ze hun dwanghandelingen stiekem.
Zichzelf herhalend, doelgericht en opzettelijk gedrag met als doel om dingen te controleren. 2. Het gedrag heeft tot doel een situatie waar de persoon bang voor is te voorkomen. Het gedrag is echter niet reëel ten opzichte van hetgeen wat volgens deze persoon voorkomen moet worden.