Als je als patiënt je goed aan de beweeg- en leefregels houdt, kan COPD heel lang stabiel blijven. Belangrijk is het zoveel mogelijk voorkomen van eerder genoemde longaanvallen. Dat kan dus dankzij telemonitoring en daarbij hebben wij een longaanval-actieplan ontwikkeld.
Een gezonde manier van leven en de juiste behandeling kunnen invloed hebben op het verloop van de ziekte en hoe ernstig je klachten zijn. Hoe oud je kunt worden met COPD is daarom moeilijk te zeggen. COPD krijg je meestal na je veertigste jaar en vaak zelfs nog later.
Medicijngebruik. Luchtwegverwijders en ontstekingsremmers zijn de belangrijkste medicijnen bij de behandeling van COPD. Luchtwegverwijders zorgen ervoor dat de spiertjes rondom de luchtwegen verslappen, waardoor de luchtwegen bijna direct verwijden en de kortademigheid vermindert.
Als u rookt, is stoppen met roken de beste behandeling voor COPD. U heeft minder last van klachten en de longfunctie gaat minder snel achteruit. De meeste mensen met COPD krijgen medicijnen. Als die niet goed genoeg helpen, zijn er nog andere behandelmogelijkheden.
Voldoende bewegen is voor iedereen goed, maar voor mensen met COPD onmisbaar. Elke dag een stevige wandeling, fietsen of zwemmen is genoeg om uw conditie op peil te houden. Door beweging raken uw spieren getraind en hebben ze geleidelijk minder zuurstof nodig. Dit zorgt ervoor dat u minder benauwd wordt.
Dat ons longweefsel zich in de loop der jaren steeds minder goed herstelt, is op zich normaal. Met het ouder worden, neemt de longfunctie langzaam af. Daar merk je meestal weinig van. Reinoud Gosens: 'Maar bij mensen met COPD gaat dat proces wel twee of drie keer zo snel.
Voor mensen met COPD kan het BIPAP-apparaat letterlijk een verademing zijn. 'Waar de CPAP helpt met inademen, ondersteunt de BIPAP bij in- en uitademen. In ons ziekenhuis stellen we het in voor mensen met ernstig COPD om 's nachts thuis te gebruiken. Sommigen gebruiken het ook als ze tussen de middag rusten.
Bij een longaanval worden COPD-klachten ineens erger. U merkt dat u veel meer last heeft van benauwdheid, hoesten of slijm. Het is belangrijk dat u een longaanval snel herkent en snel een behandeling krijgt. Een longaanval-actieplan kan u helpen om de klachten snel te herkennen.
Mensen met beginnend COPD hoesten veel. Het begint vaak met een zogeheten 'rokershoestje'. Daarbij wordt nogal eens slijm opgehoest. Sommigen hebben ook last van kortademigheid of een piepende ademhaling tijdens inspanning.
Sommige mensen met COPD hebben extra last van warm weer, of van koud en vochtig weer. Koude en vochtige lucht kan de longen prikkelen. Je kunt je daar op kleden of, in overleg met je arts, je medicijnen meer of minder gebruiken. Lees de tips bij koud weer.
COPD associëren we met hoesten en kortademigheid. Maar mensen met COPD hebben ook meer pijn dan mensen zonder COPD. Pijn komt het meest voor bij matig-ernstige COPD en is gerelateerd aan comorbiditeit en voedingstoestand.
Risicogroepen: COPD komt vooral vóór boven de leeftijd van 45 jaar. Het komt vaker voor bij mensen met een lage opleiding dan bij mensen met een hoge opleiding. Dit komt grotendeels doordat lager opgeleiden meer roken dan hoger opgeleiden.
De arts bespreekt met je wat de gevolgen van COPD voor je kunnen zijn, zoals: Moeite met aankleden, traplopen of boodschappen doen. Klachten, zoals benauwdheid, hoesten, vermoeidheid en gebrek aan energie. In je manier van leven, zoals werk, gezonde voeding, voldoende beweging of stoppen met roken.
Adem rustig diep in door de neus en diep uit door de mond. Blaas bij het uitademen licht tegen de lippen, alsof u een kaars laat flakkeren, laat de lucht ontspannen gaan, probeer geen druk te zetten. Ontspan de nek- en schouderspieren. Met deze oefening komt de lucht dieper in de longen.
Als je COPD hebt, heb je lichamelijke klachten. Maar je kunt ook andere klachten hebben, zoals: bang zijn om te stikken. Of heel erg somber zijn over jouw ziekte en nergens meer zin in hebben.
Een longfunctie-test is een onderzoek om te kijken of u COPD heeft. Op een longfoto is dit niet te zien. Bij dit onderzoek meet de praktijkondersteuner hoe goed uw longen werken (de longfunctie): hoeveel lucht u maximaal kunt uitademen na rustig diep inademen.
Meestal zijn de slijmen helder wit of gelig. Gekleurde fluimen en bloed in de fluimen kan wijzen op infectie of andere aandoening en rapporteert u best aan de huisarts. Een veel voorkomende klacht bij COPD is benauwd zijn of het continue gevoel te hebben van een tekort aan lucht. Sommige hebben een piepende ademhaling.
Hulp bij kortademigheid
Adem langzaam en diep in door uw neus en let op dat uw onderbuik omhoog komt. De hand op uw borstkas moet vrijwel stil blijven liggen.
Bij ernstige COPD werken uw longen niet goed meer. Er komt minder zuurstof in uw lichaam. Ook zit er meer slijm in uw longen. U kunt dit minder goed ophoesten en het blijft in uw longen zitten.
Bij COPD-patiënten ontstaat vaak een ademhaling waarbij even lang in- als uitgeademd wordt. Het is juist beter om de uitademing langer te maken waardoor er meer ruimte komt om de longen weer te vullen met nieuwe zuurstof.
Ja dat kan! Toch kan er verbetering bereikt worden: stoppen met roken vermindert de elasticiteitsafname, medicatie kan de longfunctie verbeteren en specifieke training kan een verbetering in algemeen uithoudingsvermogen en spierkracht geven.