Hoe ontstaat een dwangstoornis? Er is niet één oorzaak aan te wijzen waardoor een dwangstoornis ontstaat; wel zijn er verschillende risicofactoren. Een dwangstoornis ontstaat meestal door een combinatie van erfelijkheid, lichamelijke oorzaken, wat iemand meemaakt in het leven en persoonlijke eigenschappen.
Als je een dwangstoornis hebt, heb je last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dit gaat gepaard met angst, walging of een ander naar gevoel en heeft een grote invloed op je leven. De gedachten en handelingen kosten je veel tijd en maken het moeilijk om goed te kunnen functioneren.
Een dwangstoornis gaat meestal niet vanzelf over. Wanneer dwang je leven in de weg staat of zelfs heeft overgenomen, dan kan therapie je helpen.
OCD is een mogelijk invaliderende aandoening die levenslang kan blijven bestaan. Voor de meeste mensen is OCD een chronische ziekte waarvoor ze hun leven lang behandeld moeten worden. Voor sommigen veroorzaken de symptomen van OCD extreem ernstige angst en leed.
OCD is een vorm van een angststoornis. Er wordt ook wel eens een vergelijking gemaakt met een Autisme Spectrum Stoornis. Echter is OCD niet een vorm van autisme. Wel kan het zo zijn dat mensen met autisme bepaalde dwanggedachten/handelingen ervaren vanuit hun problematiek.
Wat gebeurt er bij een dwangstoornis in de hersenen? Bij mensen met een dwangstoornis is veel onderzoek gedaan naar de functie van de hersenen. Daaruit blijkt dat bij een dwangstoornis bepaalde delen van de hersenen actiever en andere delen minder actief zijn dan zou moeten.
Een dwangstoornis (OCD) gaat niet vanzelf over. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en steun en begeleiding van hulpverleners en naasten te krijgen.
Vaak gaan dwangklachten samen met depressieve klachten en slaapproblemen. Door negatieve emoties kunnen de dwangklachten verergeren en een vicieuze cirkel worden.
Heeft iemand in jouw familie een dwangstoornis, dan is de kans groter dat jij dit ook ontwikkelt.
Dwanghandelingen worden veroorzaakt door dwanggedachten; de handelingen volgen om je innerlijke onrust weg te nemen. Er wordt ook vaak gesproken over OCD, dit is de engelse afkorting van obsessive compulsive disorder. De dwangstoornis die het meest voorkomt is smetvrees, maar ook controledwang komt vaak voor.
SSRI's verbeteren de stemming en verminderen angsten. Artsen schrijven het voor bij depressie en bij angststoornissen, zoals een dwangstoornis, paniekstoornis, specifieke fobie (angst) en posttraumatische stressstoornis. Soms wordt citalopram ook gebruikt bij voortijdige zaadlozing en bij prikkelbare-darmsyndroom.
We onderscheiden 5 soorten dwangstoornissen: obsessieve-compulsieve stoornis, verzamelstoornis, excoriatiestoornis, morfodysfore stoornis, trichotillomanie.
OCD kan je leven beheersen. De aandoening zorgt soms voor moeilijke situaties op het werk of in relaties. De dwangstoornis is tijdrovend en je schaamt je vaak. Het is daarom belangrijk om hulp te zoeken en je te laten behandelen voor OCD.
Dwangstoornis of Obsessieve Compulsieve stoornis (OCS) OCS werd vroeger 'dwangneurose' genoemd. We spreken vandaag van een dwangstoornis. Zoals het woord 'dwang' al aangeeft uit zich dit angstprobleem meestal in twee klachten: dwanggedachten(= obsessies) en dwanghandeling (= compulsies).
Bij ASD (Autisme Spectrum Disorder) staan moeite met sociale communicatie en stereotype bewegingen meer op de voorgrond, terwijl zich steeds herhalende gedachten en dwangmatige handelingen bepalend zijn voor een dwangstoornis (OCD, obsessieve-compulsieve stoornis).
De vijf SSRI's citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline zijn voor de behandeling van de obessieve compulsieve stoornis (OCS) effectiever bevonden dan placebo. Met een behandeling met SSRI's verbetert 50% van de patiënten klinisch relevant. Het effect is te evalueren na 12 weken behandeling.
Ze kunnen heel hinderlijk zijn en moeilijk te stoppen. Door terugkerende dreigende of angstige gedachten kun je je gedwongen voelen om steeds dezelfde handelingen uit te voeren. Je voelt een onophoudelijke spanning, angst en onrust als je de handelingen niet uitvoert.
Meestal ontstaat de stoornis rond het 20e jaar, maar het kan op alle leeftijden voorkomen. In een kleiner deel van de gevallen ontstaan de klachten van de stoornis al in de kindertijd. In de kindertijd zijn er meer jongetjes die last hebben van de dwangstoornis dan meisjes.
Vraag waar je iemand met een dwangstoornis bij kunt helpen. Soms moet je betrokken zijn, soms is het goed om juist afstand te nemen, soms wil iemand geen hulp. Iemand is vrij om te 'dwangen' maar jij bent vrij om dat niet te doen. Meegaan in de dwang is niet verstandig omdat je daarmee iemand niet helpt.
Een behandeling duurt meestal drie tot zes maanden. Het is zinvol dat u de oefeningen zelf blijft herhalen, eventueel met behulp van een 'opfrisbijeenkomst'. Bij de behandeling van de dwangstoornis worden antidepressiva gebruikt.
Een dwangstoornis is een psychische aandoening en wordt ook wel een obsessief-compulsieve stoornis genoemd. Bij een dwangstoornis heeft iemand last van dwanggedachten en/of dwanghandelingen. Dit betekent dat iemand storende gedachten heeft die steeds terugkomen. Vaak heeft dit te maken met angst.