Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie. Een goede behandelmethode sluit zoveel mogelijk aan bij het kind.
Dyslexie kan zich uiten in een langzaam leestempo, moeite met woordherkenning en spelling. Het is helaas niet te genezen, maar tijdens een dyslexiebehandeling gaat een kind aan de slag met de koppeling tussen letters en klanken. Door veel te oefenen met deze verbindingen wordt het lezen en spellen makkelijker.
Je kan dyslexie niet doen verdwijnen. Je kan er alleen mee leren omgaan. Zo weegt dyslexie minder zwaar. Dat kan door een aantal tips en hulpmiddelen.
Dyslexie gaat nooit over. Je kunt wel leren om er minder last van te hebben. Daarnaast kan het veel oefenen helpen om steeds iets beter te worden in het lezen en spellen. Niet ieder kind met dyslexie heeft veel moeite met zowel het lezen als de spelling.
Er is niet één oorzaak van dyslexie en dyscalculie. Het wordt veroorzaakt door een combinatie van meerdere dingen.Een heel belangrijke oorzaak zit in je genen (erfelijkheid). Als een van de ouders of beide ouders dyslexie hebben, dan is de kans veel groter dat een kind ermee geboren wordt.
Dyslexie is een persisterend probleem. Dit betekent dat de leerstoornis nooit weg zal gaan en niet te genezen valt. Behandelingen en therapieën kunnen het probleem niet voor 100% oplossen, maar ze kunnen wel helpen in het leren omgaan met dyslexie. Een goede behandelmethode sluit zoveel mogelijk aan bij het kind.
Bij mensen met een risico op dyslexie is aangetoond dat ze een verminderde grijze stof en corticale dikte hebben, vooral in de gebieden rond de perisylvische cortex op de kruispunten van de pariëtale, temporale en occipitale kwabben (13).
Dyslectici maken meer spelfouten dan leeftijdsgenoten: 'luisterfouten', (bijv.verspeken in plaats van verspreken), 'onthoudfouten' (bijv.ou-au of ei-ij) of regelgebaseerde fouten (bijv.dt-fouten).
Formeel testen van lees-, taal- en schrijfvaardigheden is nodig om een diagnose te bevestigen. Dyslexie is een levenslange aandoening zonder eenvoudige remedie zoals pillen, spieroefeningen of speciale brillen. Toch kunnen mensen met dyslexie veel van de symptomen overwinnen met lessen, oefening en geduld.
Het antwoord hierop is ja. Het is opvallend dat er zo veel vragen zijn over het vaststellen van dyslexie bij hoogbegaafde kinderen. Dyslexie staat namelijk los van intelligentie en er is dus geen verschil met beneden gemiddeld of gemiddeld begaafde kinderen bij het vaststellen van dyslexie.
Een goede interventie maakt een groot verschil voor kinderen met dyslexie. Maar het is geen 'genezing'. Dyslexie is een levenslange aandoening — en het heeft meestal invloed op meer dan alleen basisvaardigheden in lezen. In de kern is dyslexie een hersenprobleem met taal.
Gelukkig zijn er ook vaardigheden waar dyslectische mensen meestal juist erg goed in zijn, zelfs beter dan de meeste mensen zonder dyslexie. Het gaat dan om visuele, visueel-analytische en ruimtelijke vaardigheden.
Bij mensen met dyslexie kan er een 'stoornis' (zo noemen we dit in het medische model) zijn met het automatisch verwerken van informatie die via de kanalen van de ogen en oren naar de hersenen gaat. Dit wordt het automatiseringstekort genoemd en heeft betrekking op verwerkingsprocessen in de hersenen.
Veel volwassenen overwinnen dyslexie.
Na verloop van tijd verbeteren taalverwerkingsvaardigheden door simpelweg deel te nemen aan het leven — luisteren naar leraren, ouders, leeftijdsgenoten en muziek. Naarmate de verwerking verbetert, doen ook het fonemisch bewustzijn en andere fundamentele lees- en leervaardigheden dat.
Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze.
Dyslexie is een levenslange aandoening, maar met de juiste interventies kunnen individuen effectieve strategieën leren om hun symptomen te beheersen. Therapeutische benaderingen: Orton-Gillingham-therapie : Orton-Gillingham is een gestructureerde, multisensorische benadering die speciaal is ontworpen voor individuen met dyslexie.
Dyslexie is voor een deel erfelijk. Dat wil zeggen dat de kans groter is dat een kind dyslexie heeft als één van de ouders dyslexie heeft. Kinderen van wie één van de ouders dyslexie heeft, hebben ongeveer een vier keer grotere kans om dyslexie te ontwikkelen dan kinderen van wie de ouders geen dyslexie hebben.
Je kan dyslexie niet voorkomen omdat het een ontwikkelingsstoornis is. Wel is het zo dat niet elk leesprobleem tot een diagnose dyslexie hoeft te komen dankzij een preventieve en remediërende aanpak. Met de juiste begeleiding en hulpmiddelen vermijd je dat dyslexie tot laaggeletterdheid gaat leiden.
Problemen met lezen en spellen zijn de primaire symptomen van dyslexie. Daarnaast hebben kinderen met dyslexie vaak moeite met begrijpend lezen, vreemde talen en het automatiseren van rekenvaardigheden. Deze laatste drie symptomen worden ook wel de secundaire symptomen van dyslexie genoemd.
Als een kind dyslexie heeft en daarnaast ook hoogbegaafd is, dan noemen we dat een dubbeldiagnose of in in het Engels: Twice-Exceptional. Een kind heeft dan 2 kenmerken die op elkaar inwerken, maar elkaar ook maskeren. Door de hoge intelligentie zijn ze bijvoorbeeld in staat om hun dyslexie goed te compenseren.
Zoals eerder benoemd is dyslexie vooral gerelateerd aan leestaken en heeft het geen bewezen invloed op intelligentie.
Onderzoek toont aan dat mensen met dyslexie verschillen in hersenstructuur, -functie en -chemie hebben . Verstoringen in de ontwikkeling en functie van de hersenen. Infecties, blootstelling aan giftige stoffen en andere gebeurtenissen kunnen de ontwikkeling van de foetus verstoren en de kans op latere ontwikkeling van dyslexie vergroten.
Hoewel we de precieze oorzaak dus niet weten, is wel duidelijk dat dyslexie een neurologische basis heeft. Dit houdt in dat afwijkingen in de hersenen leiden tot verstoringen in het opnemen van talige informatie. Het gaat dan vooral om de verwerking van klanken en letters, dat zich uit in moeite met lezen en spellen.