Met een duidelijk plan en steun van uw omgeving lukt het u beter om te stoppen met alcohol. Uw huisarts of de praktijkondersteuner kunnen u daarbij helpen. U kunt ook op internet een zelfhulpprogramma volgen om te stoppen met alcohol drinken. Soms kan uw huisarts u verwijzen naar een arts voor verslavingszorg.
Als je (nog) niet verslaafd bent, kun je gerust eerst zelf proberen te stoppen met alcohol. Let wel altijd op of je geen ontwenningsverschijnselen krijgt zoals: trillen, zweten, psychische klachten en/of andere lichamelijke klachten. Zodra je toch afkickverschijnselen ervaart, neem contact op met je huisarts!
Wanneer je stopt met alcohol te drinken, kan de schade in je lichaam herstellen. Het herstel van je lichaam na stoppen met alcohol duurt dagen tot jaren. Binnen een dag of drie zijn de directe schadelijke effecten van alcohol voorbij, zoals uitdroging en toegenomen insulinespiegels in je bloed.
Het lichamelijk afkicken van alcohol kan 3 tot 7 dagen duren. De ontwenningsverschijnselen kunnen per persoon iets verschillen. Zweten, misselijkheid en een gespannen gevoel kunnen daarbij horen.
Het aantal glazen alcohol dat je per dag drinkt, kan wijzen op een drankprobleem of een alcoholverslaving. Drink je meer dan 1 à 2 glazen alcohol per dag en minder dan 2 dagen in de week geen alcohol, dan drink je sowieso teveel. Een excessieve (mannelijke) drinker drinkt wekelijks meer dan 21 glazen alcohol per week.
Veel mensen die minder zijn gaan drinken, voelen zich snel fitter en hebben meer energie. Dit komt doordat je beter slaapt als je niet drinkt. Veel mensen die minder zijn gaan drinken voelen zich blijer en zelfverzekerder. Alcohol versterkt somberheid en depressieve klachten.
Na 1 week. Nu begin je als matige drinker enkele voordelen op te merken van stoppen met drinken. Je gaat weer beter (en dieper) slapen. Alcohol lijkt vaak wel te helpen om in slaap te vallen, maar verstoort eigenlijk de slaap, waardoor je een 'vals slaapgevoel' krijgt en uitgeput wakker wordt.
Je voelt je vitaler
Je voelt je fitter, kunt je beter concentreren, wordt productiever en hebt simpelweg meer energie wanneer je niet meer drinkt. Daarbij komt dat alcohol ervoor zorgt dat zuurstof minder goed door je lichaam circuleert.
Uit onderzoek blijkt dat mensen die veel drinken een verhoogd risico op verschillende soorten kanker hebben. Alcohol drinken vergroot de kans op slokdarmkanker, mondkanker, keelkanker, strottenhoofdkanker, leverkanker, darmkanker en borstkanker (bij vrouwen). Hoe meer iemand drinkt, hoe groter de kans op kanker.
Alcohol werkt ook als vasodilatator, wat betekent dat het de bloedvaten in gezicht en lichaam verwijdt. Overmatige alcoholconsumptie zorgt ervoor dat de bloedvaten steeds wijder worden. Na verloop van tijd resulterend in verlies van huidskleur en blijvende roodheid van het gezicht.
Op zich is dat niet zoveel, maar op een maand zijn het wel 1600 kcal en op een jaar 20800 kcal. Een kilo vet is 9000 kcal. Op een maand tijd zou je dus 170 gram afvallen en op een jaar 2,3 kg.
Vertel ze waarom je geen alcohol wilt drinken, als je dat moeilijk vindt, verzin je desnoods een smoesje. Je kunt zeggen dat je geen alcohol mag drinken, of dat je maag slecht alcohol verdraagt. Misschien kom je er wel achter dat er nog meer mensen uit de groep eigenlijk ook niet altijd alcohol willen drinken.
Alcoholisme wordt gekenmerkt door dwangmatig drinken, impulsief gedrag en terugval. De ziekte veroorzaakt biologische veranderingen in de hersenen waardoor het moeilijk is om zonder professionele hulp (blijvend) te stoppen met alcohol.
Een maand geen alcohol: langetermijneffecten
De kans op bepaalde soorten kanker neemt af. Het zorgt voor minder angstklachten. U heeft minder kans op depressie. Uw geheugen verbetert.
Onderzoek heeft uitgewezen dat de werking van de hersenen een rol speelt bij het ontstaan van alcoholafhankelijkheid. Het brein went aan de stof alcohol waardoor er een sterke hunkering (zucht) ontstaat als alcohol niet meer wordt gedronken. Zo kan afhankelijkheid ontstaan.
Veel mensen vinden het lastig om te stoppen met drinken als ze aangeschoten zijn, Hoogleraar neuropsychologie Erik Scherder vertelt dat alcohol gelukstofjes in het brein laat vrijkomen. Daardoor voel je je fijn. Als het effect uitwerkt dan wil je meer van die gelukstofjes.
Je wordt van alcohol dik omdat: calorieën uit alcohol meteen worden verbruikt, waardoor de overige calorieën worden opgeslagen als vet als die boven je energiebehoefte van 2000/2500 calorieën uitkomen. Bij mannen gaat het extra vet vooral in de buik zitten. Zij krijgen daardoor een 'bierbuikje'.
Als u regelmatig te veel alcohol drinkt, kunt u de volgende klachten krijgen: lichamelijke klachten, zoals veel moe zijn, slecht slapen, maagklachten (oprispingen, zuurbranden), diarree, hartkloppingen, zweten, trillen, vallen, minder kracht en minder gevoel, bijvoorbeeld in uw voeten.
Bij meer dan 15 gram alcohol (meer dan 1,5 glas) neemt het risico op een beroerte toe. Bij meer dan 2 glazen alcohol per dag, neemt de kans op tumoren van de mond- en keelholte, strottenhoofd en slokdarm, dikke darm en endeldarm en longkanker toe.
Meestal verdwijnen lichte onthoudingsverschijnselen na ongeveer een week. Vermoeidheid is het onthoudingsverschijnsel dat het langst aanhoudt. Je kunt hier nog een behoorlijk lange tijd last van houden.
Alcohol wordt meestal gebruikt om positieve redenen; voor de gezelligheid, omdat het lekker is en om te ontspannen. Er kunnen negatieve redenen zijn om te drinken, bijvoorbeeld om zorgen, stress of problemen te vergeten. Het drinken om negatieve redenen leidt sneller tot problematisch gebruik of een verslaving.
Regelmatig te veel alcohol drinken kan tot allerlei klachten leiden, zoals veel moe zijn, slecht slapen, maagklachten, diarree, hartkloppingen, trillen, onrust, prikkelbaarheid, somberheid of vergeetachtigheid. Alcohol heeft een negatief effect op het probleemoplossend vermogen en kan psychische klachten versterken.
Na 24 uur zijn de ontwenningsverschijnselen op een hoogtepunt, na drie dagen is het ergste voorbij. Sombere gevoelens en slapeloosheid kunnen echter nog enkele weken aanhouden. In sommige gevallen treden echter epileptische insulten op of komt een delirium tremens voor.