Als u misschien trombose heeft, kan een arts trombose vaststellen oftewel diagnosticeren door vragen te stellen en een bloedtest te doen. Als er vervolgonderzoek nodig is, kan de arts besluiten om echografie, flebografie, of een CT-scan te laten doen.
Een huisarts kan trombose uitsluiten door ondervraging en bloedonderzoek. Als uitsluiten niet kan, is vervolgonderzoek nodig. In de meeste gevallen stuurt de arts de patiënt dan door naar het ziekenhuis voor een echo of scan.
Bij klachten die wijzen op een trombosebeen, zoals pijn, zwelling en verkleuring, voert de arts een lichamelijk onderzoek uit. De arts vergelijkt het ene been met het andere middels voelen aan het been. Daarbij wordt een lichte druk uitgeoefend om na te gaan waar de pijn precies zit.
Bij onderzoek naar trombose in het been onderzoeken we uw bloed met een d-dimeertest.
In veel gevallen is er een bloedpropje aanwezig waar u niets van merkt. Uw lichaam lost dit deeltje vanzelf weer op. Als het niet vanzelf over gaat, blijft het bloedpropje meestromen in de bloedbaan. Zolang het een klein propje is, hoeft ook dit geen klachten te geven.
Een van de bekendste klachten is het 'trombosebeen': een gezwollen en pijnlijk been. Daarnaast kan het been een rood-paarse kleur krijgen, kan de huid strakgespannen staan en glanzen, en kan het been warm aanvoelen.
Trombose ontstaat vaak zonder duidelijke oorzaak. Toch zijn er veel factoren die een rol kunnen spelen. Voorbeelden zijn immobiliteit (lang stilzitten), zoals bij lange vliegreizen en gips om het been, een recente operatie, kanker, roken, overgewicht, spataderen en het gebruik van de anticonceptiepil.
Wanneer bellen als je een trombosebeen hebt? Spoed: Bel direct je huisarts of de huisartsen-spoedpost bij 1 of meer van deze klachten:Je wordt benauwd, ademt sneller en ademen doet pijn.
Sta niet te lang stil, vermijd zwaar tillen. Sporten mag, meestal met steunkous(en). Wandelen, fietsen, (hard) lopen en zwemmen zijn gezonde sporten, ook als u een trombosebeen heeft gehad.
Risico op trombose: 5 tot 7 van de 10.000 vrouwen per jaar krijgen een trombose.
Trombose voet symptomen
Een bovengemiddeld warme plek op voet of been. Zwelling op de voet. Zwelling rondom de enkel. Zwelling op het been.
Een dik, warm, pijnlijk en roder of donkerder onderbeen kan een trombosebeen zijn. Bel met deze klachten je huisarts of de huisartsen-spoedpost.
Trombose in de beenslagaderen
Bloedstolsels kunnen ook een slagader in uw been helemaal of gedeeltelijk afsluiten. De spieren in uw benen ontvangen dan minder bloed en dus minder zuurstof. Tijdens het lopen ervaart u een stekende pijn, welke overgaat als u stilstaat.
Pijn in been door trombose
Bij een trombosebeen ervaart u veelal pijn in het onderbeen, wat al dan niet gepaard gaat met: Een plotseling gezwollen been. Een zwaar gevoel in uw been. Pijn in uw kuit.
Symptomen. De patiënten zullen meestal klagen over pijnklachten, krampen of een vermoeidheidsgevoel in de kuiten, bovenbenen of de billen. Dit is het gevolg van het zuurstoftekort in de spieren op het moment van de inspanning.
Vanaf 65 jaar neemt het risico op trombose toe. Maar ook jonge en sportieve mensen krijgen soms te maken met trombose. Hieronder leest u alles over de risico's van trombose.
Ouderen (boven de 65 jaar), mensen die roken, mensen met overgewicht, vrouwen die de anticonceptiepil gebruiken, zwangeren, vrouwen in het kraambed en patiënten met bepaalde vormen van kanker hebben eveneens een verhoogde kans op trombose.
Alle uithoudingssporten waarbij de beenspieren en de enkelgewrichten aan het werken worden gezet, helpen een diepe veneuze trombose te voorkomen en te genezen: wandelen.
U heeft vitamine K nodig voor het aanmaken van een aantal stollingseiwitten. Deze stollingseiwitten zorgen ervoor dat bloed kan stollen.
Allemaal factoren die de kans op een bloedklonter vergroten. Probeer daarom elke dag minstens een halfuur te bewegen. Dat helpt om een gezond gewicht te behouden, en heeft ook een gunstige invloed op je bloeddruk. Daarnaast kan ook gezonde voeding de kans op trombose verkleinen.
De oorzaken van trombose
Als het bloed te langzaam stroomt, kan er een stolsel ontstaan. Bijvoorbeeld als je lang stilzit tijdens een vliegreis, langdurig bedrust moet houden, geopereerd bent of een been hebt dat in het gips zit.
Het grootste gevaar van een trombose is een longembolie. Dit gebeurt wanneer het stolsel, of een deel ervan, naar de longen schiet. Kleine longembolieën zijn meestal niet dodelijk, maar een groot stolsel kan een acute dood veroorzaken. Een trombose moet dan ook altijd behandeld worden om dit te voorkomen.