Moetie, nanou, bompi of paps – elke familie heeft zo zijn eigen namen voor grootouders. Maar 'oma' en 'opa' blijven toch veruit de populairste roepnamen.
Daaruit blijkt dat 'opa' en 'oma' veruit de meest gebruikte roepnamen blijven. Minder populair zijn 'bompa' en 'bomma' of 'vake' en 'moeke'. Er zijn ook regionale verschillen: 'bompa's' en 'bomma's' wonen vooral in de provincie Antwerpen, 'vakes' en 'moekes' komen dan weer minder voor in West- en Oost-Vlaanderen.
Bonus grootouders in opkomst
Kinderen hebben vaak baat bij een goed contact met hun grootouders. Helaas hebben ze niet allemaal een opa of oma met wie ze een band kunnen opbouwen. Gelukkig bestaat er nu zoiets als surrogaat grootouder-schap.
Gebruikelijk zijn de termen oma en opoe. Beide zijn afkomstig uit de kindertaal. Het zijn kinderlijke vervormingen van respectievelijk de woorden grootmama en grootmoeder. Daarbij zijn de eerste letters gr weggevallen, zijn de middelste letters tm vervangen door resp.
Ook 'vake' en 'moeke' worden vaak gebruikt als namen voor grootouders. Zowat een op de tien laat zich zo noemen. Andere klassiekers zijn bomma en bompa, en vava en moemoe. Sommige van die namen zijn duidelijk regiogebonden: in Oost- en West-Vlaanderen vind je bijvoorbeeld nauwelijks vava's of bomma's.
Stiefoma of stiefopa | Liefhebbende niet-biologische opa en/of oma.
Hier is opnieuw onderscheid tussen een kozijnskind van een kozijn en een achterneef/achternicht van een oom- of tantezeg(st)er. Wanneer een broer of zus van een grootvader/grootmoeder (grootoom respectievelijk groottante, ook wel oudoom respectievelijk oudtante) een kind heeft, is dit een kleinneef/kleinnicht.
Hierin wordt onderscheid gemaakt in abuelo (opa) en abuela (oma). Centraal in deze stamboom zie je los padres, wat de ouders betekent.
oma (zn): تِيتَة (en) colloquial: grandmother., جدة
Maar een goede oma is een oma die afstand neemt. Ze dringt zich niet op, maar is beschikbaar. Ze wordt de wijze vrouw op de achtergrond, die luistert en alleen adviseert als het haar gevraagd wordt. Ze geeft daarmee misschien iets op, maar als het goed is, komt er wel iets heel waardevols voor in de plaats."
oma (zn): bestemor.
betovergrootouders van uw partner; achterneven en achternichten (kleinkinderen van broers of zussen) van uw partner; neven en nichten (kinderen van broers of zussen van ouders) van uw partner; oudooms en oudtantes (oom of tante van ouders) van uw partner.
De kinderen van die grootouders zijn ooms (mannelijk) en tantes (vrouwelijk). Dit is derdegraads familie, omdat er drie stappen tussen zitten: kind → ouder → grootouder → oom (nonkel) of tante.
Het woord overgrootmoeder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Achterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overgrootouders, maar niet dezelfde grootouders. Achterachterneef/-nicht: hij of zij heeft dezelfde overovergrootouders. Achteroom/-tante: hij of zij is een neef/nicht van je vader of moeder. Oudoom/-tante: hij of zij is een broer of zus van je grootouders.
Tweedegraads familieleden: broers, zussen, kleinkinderen, opa's, oma's, schoonzussen, zwagers, stiefzussen, stiefbroers. Derdegraads familieleden: ooms, tantes, neven en nichten (kinderen van een broer of zus), overgrootouders, achterkleinkinderen.
Geen wettelijk omgangsrecht voor grootouders
Zij zijn bloedverwanten van het kind, net zoals bijvoorbeeld ooms en tantes dat zijn. Grootouders kunnen de rechter alleen vragen om een contactregeling vast te stellen wanneer de band met hun kleinkinderen gekwalificeerd kan worden als een 'nauwe persoonlijke betrekking'.
Wat is goed: 'Opa of oma komt morgen oppassen' of 'Opa of oma komen morgen oppassen'? 'Opa of oma komt morgen oppassen' heeft de voorkeur. Als in een onderwerp (zoals opa of oma) de elementen voor en na of allebei in het enkelvoud staan, staat de persoonsvorm bij voorkeur ook in het enkelvoud.