Als je met de pen op de bovenkant van de bougie zit mag je met de andere pen nergens weerstand meten behalve op de elektrode. Meet je toch ergens anders weerstand, bijvoorbeeld op het schroefdraad van de bougie dan heb je ergens storing en is je bougie aan vervanging toe.
Je dient het pootje van je bougie tegen het blok te houden.Nu krijg je een groot spanningsverschil tussen het pootje (geaard) en de pool en zou het vonken moeten kunnen gaan beginnen. Ten tweede kun je je bobine (of bougiekabel) mollen als de bobine zijn spanning niet kwijt kan (bv. dmv een vonk.).
Op de motorfiets is het voldoende als ofwel de bougie of de bougiestekker een ontstoringsweerstand van 5 kilo-ohm heeft. Een te hoge weerstand maakt de ontstekingsvonk zwakker.
Om de bougie te laten vonken is er een spanning tussen de 20.000 en 30.000 volt nodig. Een bobine zet de accuspanning (rond de 12 á 14,8 volt) om in deze hoogspanning.
Beru heet een bougie ontwikkeld die maar één elektrode heeft. Deze zet de ontsteking in gang met behulp van een hoogfrequent magnetisch veld. Om de vonk tot stand te brengen is een hele hoge spanning van 10.000 tot 30.000 Volt nodig. Als de vonk een keer “loopt”, is 300 Volt genoeg om de vonk in stand te houden.
Check eerst als het contact aan staat of je spanning op je bobine hebt. Soms heb je dat niet door corrosie van de contactrol onder je startslot. Als je spanning hebt op je bobine kijk dan of je een vonk hebt. De hoogspanningskabels naar de bougie losmaken en kijken of je een vonk naar het chassis/koets kan maken.
R geeft aan of de bougie een ontstoringsweerstand heeft, in dit geval heeft de bougie een weerstand.
Slechts wanneer er bougies gemonteerd worden die voor meerdere motortypes van toepassing zijn zal er voor montage gecontroleerd moeten worden of de afstand die geleverd is overeenkomt met de fabrieksvoorschriften. De afstand is dan meestal afgesteld op 0.8 mm.
Een bobine is een een transformator in het ontstekingssysteem van verbrandingsmotoren. Bobine is een Frans woord en betekent spoel of klos, en in Vlaanderen spreken ze ook wel van een bobijn. Een bougie genereert een vonk waardoor de ontsteking van brandstof kan geschieden.
Een bougie bestaat uit twee metalen contacten, die minder dan een millimeter van elkaar staan. Op deze twee 'elektroden' wordt een enorm hoge elektrische spanning van zo'n 30.000 volt gezet, waardoor een vonk overspringt, die het lucht-brandstofmengsel aansteekt.
Elektroden van een bougie moeten bij Tomos altijd op 0,5 mm tussenruimte staan. Als dat groter wordt (omdat een bougie ook slijt) kan je ontsteking gaan haperen en door de hogere energie die dat overspringen moet hebben kan deze zelfs defect raken. Een goede vonk is plat/ breed tussen de electroden en blauw van kleur.
Een kapotte bougie kan leiden tot motorproblemen, zoals een onregelmatige loop, haperingen tijdens het rijden en verminderde prestaties van de auto. Het kan ook invloed hebben op het brandstofverbruik, waardoor je meer brandstof moet gebruiken dan normaal.
Als je met de pen op de bovenkant van de bougie zit mag je met de andere pen nergens weerstand meten behalve op de elektrode. Meet je toch ergens anders weerstand, bijvoorbeeld op het schroefdraad van de bougie dan heb je ergens storing en is je bougie aan vervanging toe.
Koperen, platina en irdium bougies komen het meest voor. Koperen bougies zijn de meest betaalbare optie, maar hebben een kortere levensduur. Platina bougies gaan langer mee en bieden een betere prestatie, terwijl iridium bougies de beste prestaties en duurzaamheid bieden, maar ook duurder zijn.
Het warmtebereik van een bougie wordt meestal gespecificeerd als een getal, waarbij sommige fabrikanten oplopende cijfers gebruiken voor hetere bougies en andere het tegenovergestelde doen, waarbij ze oplopende cijfers gebruiken voor koudere bougies.
Deze 'R' betekend resistor, weerstand. En deze weerstand wordt geplaats om minder storing te veroorzaken in dingen als transistor-radio's. De vonk die uiteindelijk door de bougie wordt geleverd kan bij niet-onstoorde bougies een geknetter in de radio-ontvangst veroorzaken.
Koude bougies worden toegepast om overmatige afbrand van de elektrode of vroegtijdig ontsteken te voorkomen. Deze situatie kan voorkomen als van de motor hoge vermogens worden gevraagd zoals bij snel rijden, sterke stijgingen en het trekken van zware lasten.
Auto stottert door defecte bobine
Een kapotte bobine kan geen hoogspanning meer creëren. Hierdoor ontstaan er minder vonken, waardoor de motor van de auto op minder cilinders gaat draaien. Dit zorgt voor schokken tijdens het rijden. U kunt het schokken oplossen door de bobine te vervangen.
Het verkeerd om aansluiten van de bobine is niet schadelijk voor de bobine. Een bobine is een spoel dus heeft geen polariteit dus kun je aansluitingen in feite omdraaien.
De meeste fabrikanten geven een levensduur van 80.000 tot 100.000 km voor bobines aan. Het kan echter zo zijn dat de bobine toch eerder slijt en aan vervanging toe is. Naast het aantal gereden kilometers, zijn er meer oorzaken waardoor de bobine defect kan raken.
Steek de bougie in de cilinderkop en schroef hem eerst met de hand vast. Draai vervolgens de bougie nog een 1/4 tot 2/3 slag aan (afhankelijk van type bougie) met een bougiesleutel of momensleutel. Draai de bougies niet te hard aan. Hierdoor kunnen de bougies scheuren.
De schroefdraad van de bougies is genormaliseerd, het meest voorkomend zijn, M14 x 1,25 en M18 x 1,5. De eerstgenoemde bougie heeft een sleutelwijdte van 20,8 mm, de laatstgenoemde 26 mm. Deze sleutelwijdten voor de bougies werden opzettelijk zo gekozen, dat het toepassen van speciale bougiesleutels noodzakelijk is.
Wat is het verschil tussen een warme en een koude bougie. Kort gezegd, bij een warme bougie gaat het deel van de warmte die de motor via de bougie aan de cilinder afstaat, via een langere weg dan bij een koude bougie, (dus de motor blijft daardoor wat warmer) Dit betekent bv.