Er is geen simpele test of hersenonderzoek waarmee je kan vaststellen of iemand dyscalculie heeft. Als rekenproblemen niet overgaan met extra oefening en een kind met andere vakken wel goed presteert, moet er op taakniveau onderzoek worden gedaan.
Signalen die wijzen op dyscalculie
tellen. vaak omkeren van getallen (51 in plaats van 15), cijfers verkeerd schrijven of lezen. moeite blijven houden met de plaatsing van getallen (is 12 meer of minder dan 10?) veel moeite met opdrachten waarbij ruimtelijk inzicht een grote rol speelt.
Onderzoek naar dyscalculie
Het is mogelijk om een dyscalculie test te doen. Dit onderzoek bestaat uit een intelligentietest en een rekentoets. De kosten hiervoor zijn rond de 1000 euro en worden niet vergoed vanuit de basisverzekering of de aanvullende verzekering.
Dyscalculie is een complexe stoornis omdat bij rekenen meerdere hersengebieden worden gebruikt, waaronder ook het taalcentrum. Bij rekenen moeten kinderen tekst lezen en getallen herkennen, maar ook met symbolen als sterren en cirkels kunnen werken.
Om dyscalculie vast te stellen bij volwassenen, is een uitgebreider onderzoek nodig naar vooral de cognitieve mogelijkheden en leerbaarheid. Bij vermoedens van dyscalculie kun je bijvoorbeeld een diagnostisch onderzoek doen bij een hulpverlener die aangesloten is bij het Kwaliteitsinstituut Dyscalculie.
Wanneer dyscalculie tijdig vastgesteld wordt, heeft dat een hoop voordelen: De kans op het ontwikkelen van rekenangst zal verminderen. Het kan voor een kind met dyscalculie een enorme opluchting zijn te beseffen dat het niet 'dom' is, en dat hij/zij er niks aan kan doen dat het rekenen moeilijk is.
Gevolgen dyscalculie
De rekenproblemen kunnen leiden tot slechte leerprestaties, grote frustraties, een negatief zelfbeeld, faalangst en zelfs tot depressies. Dit kan nog versterkt worden als de omgeving het probleem niet erkent en niet weet hoe om te gaan met de gevolgen van dyscalculie.
"Bij kinderen met dyscalculie gaat 90 procent naar het vmbo, 10 procent naar de havo en 0 procent naar het vwo.
Toch is dyscalculie wel zeker te behandelen: met de juiste aanpak én een intensieve begeleiding kan een kind met dyscalculie vaak een enorme vooruitgang boeken!
Dyscalculie kan je letterlijk vertalen naar 'niet (kunnen) rekenen'. Het is een aangeboren leerstoornis die ervoor zorgt dat je weinig inzicht in getallen hebt. De oorzaak van dyscalculie is nog niet bekend. Waarschijnlijk werken bepaalde hersendelen die betrokken zijn bij rekenen minder goed.
Sinds 2009 bestaat er een vergoedingsregeling voor gespecialiseerde dyslexiezorg voor basisschoolleerlingen met ernstige enkelvoudige dyslexie. De gemeenten zijn sinds 2015 verantwoordelijk voor deze dyslexiezorg (zowel voor onderzoek als behandeling).
Dyscalculie is een leerstoornis op het gebied van rekenen en ruimtelijk inzicht en is nauw verwant aan dyslexie. Immers, er wordt gerekend met symbolen die bij elkaar getallen vormen (net zoals letters woorden vormen bij geschreven taal).
Hoe lang duurt een dyslexieonderzoek? Het dyslexieonderzoek duurt ongeveer één dagdeel. Wanneer krijgt mijn kind de diagnose ernstige dyslexie? Als is aangetoond dat je kind een grote achterstand heeft voor lezen (en eventueel spellen) in vergelijking met leeftijdsgenoten.
Het kind heeft problemen met de plaats van getallen en heeft weinig inzicht in het de getalopbouw. Schattend rekenen is erg lastig. Het kind vindt het moeilijk om getallen die ze hoort of denkt op te schrijven en maakt veel fouten in het correct lezen en schrijven van getallen. Bijvoorbeeld: getallen omkeren.
Dyscalculie is een langdurige leerstoornis, die zich levenslang manifesteert. De stoornis gaat ook vaak samen met andere stoornissen zoals dyslexie, ADHD, zwakke oog-handcoördinatie, zwak werkgeheugen, epilepsie, fragiele-X-syndroom, Williams syndroom en syndroom van Turner.
Kinderen met dyscalculie hebben moeite met automatiseren en moeten dus 'bewust' leren hoe ze moeten rekenen. Door veel oefenen en door in kleine stapjes aan te leren hoe ze een som moeten aanpakken, kunnen ze voor zichzelf het rekenen wat gemakkelijker maken.
Dyscalculie komt bij ongeveer 2 à 3 procent van de bevolking voor. In ongeveer 10 procent van die gevallen gaat dyscalculie samen met een andere stoornis; het vaakst met dyslexie of leesproblemen, AD(H)D, DCD (stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie van bewegingen) of ASS (Autisme Spectrum Stoornis).
Online rekenen oefenen
Dit kan ook goed zijn als je kind wel goed is in rekenen, blijven oefenen is altijd belangrijk. Online rekenspelletjes zijn een leuke manier om met rekenen te 'spelen'. Tijdens deze spelletjes komt alles aan bod: sommen maken, breuken, oefenen met procenten, tafels en redactiesommen.
Met de juiste begeleiding kan een leerling met dyscalculie gewoon wiskunde op een havo- of vwo-niveau volgen. Een bemoedigende rol van de wiskundeleraar is daarbij belangrijk. De leraar moet leerlingen helpen waar nodig, bemoedigen en zelfvertrouwen geven.
De volgende kenmerken kun je vaak terugvinden bij kinderen en volwassenen met dyscalculie: Problemen met tellen (cijferreeksen) Problemen bij het begrijpen van de basis van de rekenkunde, zoals: breuken, waarde van de getallen, verbanden tussen getallen. Problemen met inzicht: hoofdrekenen en schatten.
In het Protocol Ernstige Reken-Wiskundeproblemen en Dyscalculie (ERWD) wordt beschreven wat het onderwijs kan doen aan het signaleren en begeleiden van leerlingen met ernstige reken-wiskundeproblemen en hoe er uiteindelijk geconstateerd kan worden of er sprake is van dyscalculie.
Dyslexie en dyscalculie wordt in sommige gevallen pas op latere leeftijd ontdekt. Dit bijvoorbeeld wanneer er meer verwacht wordt vanuit de professionele omgeving of een nieuwe opleiding gestart wordt. Soms ontdekken volwassenen het van zichzelf pas op het moment dat hun eigen kind lees- en/of rekenproblemen heeft.
Hierbij wordt, voor de diagnose dyslexie, de ondergrens van een totaal IQ van 70 gehanteerd. Onder deze grens kunnen we niet meer van dyslexie spreken, maar kunnen de achterstanden op leergebied verklaard worden door de lage verstandelijke vermogens.
Meestal worden de kenmerken van dyslexie duidelijk vanaf een jaar of 7. Kinderen hebben dan moeite met klanken in de goede volgorde zetten, zoals dorp of drop. Maar ook bij cijfers: 12 en 21. Kinderen kunnen de letter d en b door elkaar halen, vinden hardop lezen vaak niet leuk en lezen vaak 'radend'.
Ouders van kinderen met dyslexie stellen ons vaak de vraag of de Cito-toets of Entreetoets daar rekening mee houdt. Het antwoord is: ja. Zowel op de Entreetoets in groep 7 als op de Cito-toets in groep 8 wordt rekening gehouden met kinderen die dyslexie hebben. In dit artikel leest u er meer over.