Vooral bij katten die uitsluitend droogvoer krijgen en bij katten met blaasproblemen is drinken van levensbelang. Veel katten drinken graag uit de kraan of uit een bakje buiten. Dat heeft niet zozeer te maken met het feit dat ze stromend water lekkerder vinden.
Ondanks dat water ook voor katten onmisbaar is, drinken ze het vaak maar weinig. Van nature heeft een gezonde kat ook echt maar weinig water nodig. Doordat de voorouders van onze huiskatten altijd in zeer droge gebieden hebben geleefd is het lichaam erop ingesteld om weinig vocht te verliezen.
Katten kunnen gemiddeld 3- tot 4 dagen zonder water voordat er negatieve effecten ontstaan. Als een kat niet drinkt dan verminderd ook zijn eetlust. Mocht je kat minder eten dan is het super belangrijk dat hij goed blijft drinken. Beide gevallen zijn gevaarlijk voor de gezondheid van je kat.
Een normaal gezonde kat moet dagelijks tussen de 40 ml en 60 ml water per kilo lichaamsgewicht drinken. Uit zichzelf drinken ze niet zoveel maar katten moeten wel voldoende vocht binnenkrijgen om blaasproblemen en andere nierproblemen te voorkomen.
Verandering in gedrag
Uw kat laat zich bijvoorbeeld niet meer graag aanraken of komt juist ineens heel erg vaak om aandacht vragen. Uw kat kan bijvoorbeeld ook ineens defensief worden, oftewel ruzie zoeken met andere huisdieren. Een zieke kat verstopt zich, zwiept met de staart en trekt de oren naar achteren.
De reden hiervoor is dat katten het niet prettig vinden als eten en drinken naast elkaar staan. Roofdieren mijden instinctief water dat zich in de nabijheid van een prooi bevindt, want dat kan vervuild of besmet zijn. De waterbak op een andere plaats zetten zorgt er aantoonbaar voor dat katten meer gaan drinken.
De oorzaken van minder en niet eten bij de kat zijn zeer divers. Zo kan er een ziekte (niesziekte, nierfalen, schildklieraandoening, alvleesklierontsteking, suikerziekte of een maag- en/of darmontsteking) spelen of het komt door een voerwisseling, stress (andere kat er bij gekomen), heimwee of een slecht gebit.
Waterbak niet naast de voerbak
Vaak wordt het waterbakje naast het voerbakje gezet. Maar een kat wil meestal niet drinken als hij op diezelfde plaats gegeten heeft. Ook dat heeft met natuurlijk gedrag te maken. Katten in het wild zorgen ervoor dat hun drinkplaats ver verwijderd is van de plek waar ze eten.
Yoghurt is voor de meeste katten prima, in kleine hoeveelheden. Yoghurt is voor katten zelfs gemakkelijker te verteren dan andere zuivelproducten vanwege de goede bacteriën die het bevat. Yoghurt voor katten is potentieel goed voor de spijsvertering, mits je kleine hoeveelheden geeft.
Een klein beetje appel kan geen kwaad bij je kat. Sterker nog, de antioxidanten in appels kunnen zelfs goed voor haar zijn. Zo zit er calcium, vitamine K en C en veel vezels in appels.
Belangrijkste tip: geef de kat water te drinken. Ververs dit dagelijks en zorg ervoor dat de kat op meerdere plekken in huis een bak met water heeft staan.
de gemiddelde kat plast twee keer per dag en poept één keer per dag op de bak. Katten die buiten komen doen vaker hun behoefte; sommige katten gaan slechts één keer op een bak.
De voorouders van jouw kat dronken vooral uit beekjes; stromend water dus! Daarom heeft je kat liever stromend water uit de kraan dan stilstaand water uit het bakje, legt kattenexpert Nicky Trevorrow uit in zijn video over katten en hun haat-liefdeverhouding met water.
Als richtlijn voor een normale vochtbehoefte voor een kat gebruiken we 40-60 ml per kg per 24 uur. Een kat van 4 kg zal dus aan vocht gemiddeld 200 ml per etmaal nodig hebben. Aangezien blikvoer al gauw voor meer dan de helft uit water bestaat komt een groot gedeelte van de vochtbehoefte uit (blik)voeding.
Als een kat een evenwichtig dieet geniet, heeft ze niet per se kattenmelk nodig. Kattenmelk bevat echter wel wat nuttige voedingsstoffen, maar deze krijgt de kat al binnen door het normale voer. Daarnaast bevat kattenmelk veel calorieën, dat vooral bij binnenkatten kan leiden tot overgewicht.
Katten zijn, in tegenstelling tot wat je zou denken, niet echt goed in staat om dingen van dichtbij heel scherp te zien. Zo kunnen ze dus ook niet goed zien hoe hoog de waterspiegel is. Om dat voorzichtig te testen steken ze hun pootje in het water voor ze gaan drinken.
Wanneer de kat te veel drinkt spreken we van polydipsie en vaak gaat dit samen met polyurie (te veel urineren). Een normale waterconsumptie van een kat is 40-55 ml/kg/dag, ofwel een kat van 4 kg drinkt normaal gesproken ongeveer (50×4 =) 200 ml per dag.
Als traktatie kan tonijn voor de meeste katten gezond zijn, zolang het met mate wordt gegeven. Tonijn is koolhydraatarm, een rijke bron van eiwitten en omega-3 en bevat essentiële vetzuren EPA en DHA, die de huid en vacht verbeteren en onderhouden.
Altijd vers en schoon water!
De kat zal altijd zoeken naar vers, schoon en niet stilstaand water. Dit is de reden dat het niet ongewoon is dat katten uit de kraan drinken, sommige katten weten hoe ze deze open moeten draaien en sommige katten vragen zelfs het baasje om dit voor ze te doen.
Je kunt pijn bij een kat herkennen aan de lichaamstaal, gezichtsuitdrukking en het gedrag. Bijvoorbeeld dichtgeknepen ogen, gefronste wenkbrauwen, hangend hoofd, kromme houding, blazen, gespannen of juist rustig gedrag. Ook de lighouding vertelt veel over hoe een kat zich voelt.
Meer slapen dan normaal of op andere plekken, terwijl ze anders actief zijn. Maar ook minder slapen dan u van uw kat gewend bent, onvermogen om zich te ontspannen en lekker te slapen, kan een teken van ziekte zijn.
Je kat miauwt veel om aandacht te vragen
Dan hebben ze vrij snel in de gaten dat miauwen wat oplevert en wordt het aangeleerd gedrag. Je kat kan gaan miauwen uit verveling, hij wil dan aandacht van je of spelen. Er zijn katten die dan juist 's nachts veel miauwen.