Op een geavanceerde systeemcamera zit er bovenop het toestel meestal een wieltje waarmee je het diafragma bepaalt. Open via het scherm de diafragma-instellingen en kies de waarde die je nodig hebt. Of kies door aan het wieltje te draaien het juiste diafragma.
Bij een Canon camera zit dit wieltje vaak aan de voorkant, bij een Nikon camera meestal iets meer aan de achterkant. Je draait het wiel naar links voor een groot diafragma en naar rechts voor een klein diafragma. Bekijk via het scherm of de viewfinder of je het juiste diafragma hebt geselecteerd.
Als je een grote lensopening nodig hebt, kies je voor een getal vanaf ongeveer 5.6. Voor een foto waarin alles scherp moet zijn, gebruik je een hoog getal vanaf ongeveer 11. Onthoud dus goed: hoe groter de lensopening, ofwel hoe groter het diafragma, hoe kleiner het getal.
Diafragma wordt in je camera aangegeven als 'f'. Deze f-waarde kan lopen van f/1 tot f/64. Hoe hoger deze waarde wordt, des te kleiner het diafragma wordt en des te meer er uiteindelijk scherp op de foto staat (dus: hogere f-waarde = kleinere opening = grotere scherptediepte).
Hoe lager het getal, hoe groter het diafragma en hoe kleiner de scherptediepte is. Er is een kleiner gebied scherp. Hoe groter de opening, des te meer licht er op de sensor valt. Hoe hoger het getal, hoe kleiner het diafragma en hoe groter de scherptediepte is.
Het diafragma in de camera is verantwoordelijk voor de hoeveelheid licht die binnenkomt en op de sensor valt. Hoe wijder deze doorgang is, hoe meer licht er binnenkomt.
Als je dicht op je onderwerp staat, bijvoorbeeld op minder dan 1 meter afstand, dan ontstaat er weinig scherptediepte in je beeld. Neem je wat meer afstand, dan zul je ook meer scherptediepte in je foto terugzien.
Je diafragma is opgebouwd uit zogenaamde lamellen; kleine metalen plaatjes die over elkaar heen kunnen schuiven. In het midden blijft een cirkelvormige ruimte open, waar het licht doorheen valt. Hoe groter de opening, hoe meer licht er op de film of je sensor valt, en andersom.
Welke sluitertijd moet je kiezen bij beweging? Voor een portretfotografie kun je je camera het beste instellen op 1/250 seconde. Personen bewegen nu eenmaal. Wil je een foto maken van een spelend kind, een sporter of een beweeglijk hier, dan kun je je sluitertijd het beste instellen op 1/1000 tot 1/1250 seconde.
Voordelen van een groot diafragma
Bijvoorbeeld f/1.8, of zelfs f/1.2. Dit betekent dat het diafragma helemaal 'open' staat en er dus veel licht binnenkomt. Dat heeft als voordeel dat je daarmee ook tijdens ingewikkelde (lees: donkere) lichtomstandigheden nog heldere en lichte beelden kunt maken.
Het middenrif is een dun, koepelvormig laagje spier die horizontaal langs de onderkant van de ribbenkas loopt. Zijn vorm dankt het diafragma aan de plekken waar het aanhecht, te weten de onderste ribben, het borstbeen en de wervelkolom, en ook door de organen eromheen, met name het hart, de longen en lever.
De sluitertijd bepaalt hoe lang er licht op de sensor van je camera valt. Zo lang de sluiter van je camera open staat, komt er licht op de sensor. Hoe lang de sluiter open staat, heeft invloed op hoe een beweging in beeld komt: bewogen of 'bevroren'.
F-stop is de term die wordt gebruikt om het diafragma in je camera aan te duiden. Het diafragma bepaalt de hoeveelheid licht die door de cameralens valt en wordt gemeten in F-stops. Samen met de sluitertijd en de ISO (lichtgevoeligheid) is het diafragma de derde pijler van de belichtingsdriehoek in de fotografie.
Het diafragma bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Hoe groter het getal achter f/, hoe kleiner de diafragma opening en hoe minder licht de sensor kan bereiken. De sluitertijd bepaalt hoe lang het licht op de sensor valt.
Een klein diafragma geeft meer scherptediepte: alle badeendjes zijn scherp, net als de achtergrond. Een groot diafragma zorgt voor weinig scherptediepte. Een klein diafragma zorgt voor veel scherptediepte.
Die vuistregels zegt dat je een sluitertijd van 1/60 kunt aanhouden bij een standaard lens van bijvoorbeeld 18-55 mm. Gaan we echter met een langere lens (70-200mm) werken dan zal je sluitertijd weer korter moeten zijn.
Je diafragma bepaalt mede hoeveel van de achtergrond en voorgrond scherp zijn. Als je je hele onderwerp en meer scherp wilt hebben, heb je een grotere scherptediepte nodig, dus zet je je f-getal hoger. Wil je maar een klein deel van het bewegende onderwerp scherp hebben, zet je je f-getal lager.
De grootte van de diafragmaopening bepaalt hoeveel licht er op de sensor valt. Wanneer je 's nachts foto's maakt, kies je het liefst voor een groot diafragma omdat er weinig licht is. Ik fotografeer 's avonds liever vanaf een statief. Ik kies voor een lage ISO en een diafragma van ongeveer F/11.
Houd de knop om diafragma aan te passen tijdens het draaien van de instelschijf ingedrukt (naar links voor grotere diafragma's/lagere f-waarden en naar rechts voor kleinere diafragma's/hogere f-waarden) om het diafragma aan te passen.
Stel het diafragma van de camera in op een waarde van f/8 tot f/11. Hiermee zorg je dat er genoeg scherptediepte in de foto zit om iedereen scherp vast te leggen. De camera heeft namelijk tijd nodig om alle personen scherp op de foto te zetten.
Bij een foto waar het onderwerp scherp is maar de achtergrond wazig spreken we over een kleine scherptediepte. De grootte van de scherptediepte wordt bepaald door een aantal factoren waaronder de kwaliteit van de lens, de gebruikte diafragmaopening en de afstand waarop scherp gesteld wordt.
Kies voor een grote diafragma-opening
Door je diafragma te openen komt er niet alleen meer licht in je camera, je verkleint ook de scherptediepte van je beeld. Wil je een foto met een wazige achtergrond, gebruik dan een grote diafragma-opening zoals f/1.8 of f/2.8 en stel scherp op je onderwerp.
De vuistregel is simpel: hoe kleiner het diafragma (ofwel, hoe hoger het f-getal), des te groter de scherptediepte. Zo geeft f/16 je bijvoorbeeld een grotere scherptediepte dan f/4. Dit komt omdat via een kleiner diafragma een kleinere lichtbundel de sensor kan bereiken vanaf een willekeurig punt op het onderwerp.