Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
De Leerplichtwet van 1901 maakt een definitief einde aan de kinderarbeid. Vanaf dat moment zijn ouders verplicht hun kinderen van zes tot en met twaalf jaar naar school te sturen. In de praktijk doen de meeste ouders dat dan al. Rond 1900 bezoekt 90 procent van de kinderen een school.
In Azië, Afrika en Latijns-Amerika werkt Stop Kinderarbeid samen lokale organisaties die zich inzetten om álle kinderen uit het werk te halen en naar school te krijgen. Bijvoorbeeld door het opzetten en versterken van kinderarbeidvrije zones.
Hij wilde een algemeen verbod omdat hij vond dat kinderarbeid een vorm van concurrentievervalsing was richting de lonen van volwassen arbeiders. ' Samuel van Houten werd in 1837 geboren in een zaagmolen aan het Damsterdiep, net buiten de Stad.
Het verzet tegen kinderarbeid groeit vanwege de slechte werkomstandigheden. Dokters en onderwijzers pleiten voor afschaffing. Dankzij het initiatief van politicus Samuel van Houten komt er in 1874 een verbod op kinderarbeid in fabrieken.
Al in 1874 zorgde het Kinderwetje van van Houten ervoor dat kinderarbeid onder de 12 jaar in Nederland afgeschaft werd. Met al deze wet- en regelgevingen in Nederland tegen kinderarbeid kunnen we wel stellen dat kinderarbeid ver van ons af staat.
Wereldwijd werken er 160 miljoen kinderen, blijkt uit onderzoek van UNICEF en International Labour Organization (ILO).
Als weerspiegeling van het nationale geweten, dat altijd het "juiste" doet, kwam het Amerikaanse publiek bijeen om kinderarbeid uit ons midden AF TE SCHAFFEN. Standards Act, ondertekend door president Franklin Delano Roosevelt . Deze wet gaf ons onze eerste federale kinderarbeidswetten die in 1941 door het Amerikaanse Hooggerechtshof werden gehandhaafd.
Op initiatief van de liberale politicus Samuel van Houten wordt de eerste wet in Nederland aangenomen die een einde moet maken aan kinderarbeid. De wet heet Wet houdende maatregelen tot het tegengaan van overmatigen arbeid en verwaarlozing van kinderen, maar wordt beter bekend als het Kinderwetje van Van Houten.
Over het algemeen stelt de Fair Labor Standards Act (FLSA) de minimumleeftijd voor werkgelegenheid vast (14 jaar voor banen die niet in de landbouwsector liggen), beperkt het aantal uren dat jongeren onder de 16 jaar mogen werken en verbiedt het jongeren onder de 18 jaar om gevaarlijke beroepen uit te oefenen.
Om kinderarbeid helemaal te stoppen zouden overheden, lokale gemeenschappen, organisaties en werkgevers moeten samenwerken en wetten moeten aangepast worden. De kinderen moeten uit de fabrieken worden gehaald en naar school gestuurd worden. Ook hun ouders moeten geholpen worden.
Armoede is de belangrijkste oorzaak van kinderarbeid. Als gezinnen niet kunnen rondkomen is de stap naar het inzetten van kinderen voor meer inkomen een stuk kleiner. De cijfers lijken positief. Wereldwijd gaat 90% van de kinderen in de basisschoolleeftijd naar school.
Kinderarbeid heeft gevolgen voor de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Omdat kinderen makkelijk uit te buiten, goedkope arbeidskrachten zijn, worden zij eerder ingehuurd dan volwassenen. Daarmee leidt kinderarbeid tot lagere lonen en hogere werkloosheid onder volwassenen.
12 uur rust per dag, niet werken tussen 21.00 uur en 7.00 uur; maximaal 8 uur werken per dag; maximaal 40 uur werken per week; maximaal 6 vakantieweken per jaar werken, waarvan maximaal 4 vakantieweken aaneengesloten.
Veel te weinig om met het hele gezin van te leven. Daarom lieten ze hun vrouw en hun kinderen ook werken, ze moesten wel. De kinderen werkten soms al vanaf hun vijfde of zesde jaar. De hele dag, soms wel 12 uur lang.
Aldus Pieter Daens, de sociaal bewogen christendemocraat over het leven van fabrieksarbeiders in Aalst en Gent in 1885. Het zijn de woorden van schrijver Louis Paul Boon. Het begin van kinderarbeid situeert zich in de achttiende eeuw in Engeland en in de negentiende eeuw in België en andere Europese landen.
Er waren bijvoorbeeld textiel- en sigarenfabrieken in Veenendaal, de zilverindustrie in Zeist, een rijwielfabriek in Rhenen, een touwfabriek in Oudewater en grote steenfabrieken langs de Rijn en de Lek. Ook in fabrieken werkten de kinderen mee. Hier was het werk vaak zwaar, vuil en gevaarlijk.
In 1874 werd het Kinderwetje van Van Houten aangenomen. Dit was de eerste stap naar sociale wetgeving in Nederland. De wet is vernoemd naar Samuel van Houten, een liberale politicus. Hij zorgde er voor dat kinderarbeid verboden werd: kinderen tot twaalf jaar mochten niet meer in fabrieken werken.
Vrouwen- en kinderarbeid waren kenmerkend voor de 19e eeuw. Omdat de lonen erg laag waren werkte het hele gezin mee in de fabriek, dus ook vrouwen en kinderen. Zowel de lonen van de kinderen als van de vrouwen waren lager dan die van de mannen. Rond 1860 werkten een half miljoen Nederlandse kinderen in fabrieken.
Kinderarbeid is volgens ILO-verdragen en het VN-verdrag voor de rechten van het kind (1989) verboden als die 'ongezond of schadelijk' is. In Nederland verbood het 'Kinderwetje van Van Houten' , genoemd naar het liberale Kamerlid Samuel van Houten, in 1874 fabrieksarbeid door kinderen beneden de 10 jaar.
In welke landen komt kinderarbeid voor? In Azië, en met name India, komt kinderarbeid het meeste voor.In veel landen in Afrika werkt bijna een derde van de kinderen (Unicef, 2019). De meeste kindarbeiders, 112 miljoen, werken in de landbouw.
Kinderarbeid komt overal ter wereld voor. Tot aan de 19e eeuw was kinderarbeid in Nederland heel gewoon. Veel kinderen moesten werken, omdat het gezin anders te weinig geld verdiende om eten, drinken, kleding en onderdak te kunnen betalen. Vroeger dachten de mensen dat het geen kwaad kon om de kinderen te laten werken.
Kinderarbeid de wereld uit!
Kinderarbeid houdt armoede in stand. Het bestrijden ervan biedt ontwikkeling en betere kansen voor iedereen. Vanuit die visie zet Stop Kinderarbeid zich wereldwijd in voor goed onderwijs voor kinderen en zeker inkomen voor volwassenen.
Hoe groot de kans op kinderarbeid is, verschilt per land en per schakel in de productieketen. Zo zijn India, China, Oezbekistan, Bangladesh, Egypte, Thailand en Pakistan berucht.
Ieder kind heeft recht op vrije tijd om te luieren, sporten of spelen. Ook moet het voor alle kinderen mogelijk zijn om aan culturele activiteiten mee te doen. Als je iets doet wat volgens de wet verboden is, kun je met de politie in aanraking komen. En als het ernstig is, kun je zelfs een straf krijgen van de rechter.