Het tegenwoordige Nederlandse landschap is grotendeels gevormd in de laatste 150.000 jaar: de laatste twee ijstijden uit het Pleistoceen en het Holoceen, het huidige geologische tijdvak. Ruim 2/3 van het oppervlak wordt gevormd door Holocene afzettingen.
In Nederland vind je acht verschillende soorten landschappen: zee- en rivierkleilandschap, zandlandschap, droogmakerij, hoog- en laagveenlandschap, duinlandschap en het krijt- losslandschap. Aan de hand van bepaalde criteria kun je bepalen in welk landschap je je bevindt.
Meer dan 100 000 jaar geleden bedekte een dikke laag landijs vanuit Scandinavië Nederland. Het ijs nam veel stenen mee, variërend van grind en veldkeien tot enorme hunebedden. Ook nam het ijs veel keileem mee. Dit bestaat vooral uit door het ijs fijngemalen stenen.
Nederland is, op wat heuvels in Zuid-Limburg na, zo plat als een dubbeltje. De oorzaak hiervan is dat wij een sedimentatiebekken zijn, het zogenaamde Noordzeebekken. Een bekken is de geologische benaming voor een diep en langzaam wegzinkend stuk aardkorst.
Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
Deze krijgt de naam Bataafse Republiek (1795-1806). Onder Lodewijk Napoleon werd Nederland voor het eerst een Koninkrijk, het Koninkrijk Holland. Dit duurde slechts vier jaar (1806-1810). In 1813 herwon Nederland zijn onafhankelijkheid.
Nederland in het Eoceen
In het Vroeg-Eoceen was Nederland grotendeels bedekt door zee, alleen Limburg was vasteland. De zeebodem was op veel plaatsen vrij diep (mogelijk zo'n 200 meter) en er werden kleipakketten afgezet.
Wat is landschap? De Commissie m.e.r. gaat uit van de definitie van landschap van de Raad van Europa: 'Een gebied zoals dat door mensen wordt waargenomen en waarvan het karakter bepaald wordt door natuurlijke en/of menselijke factoren en de interactie daartussen. '
Dit uiterlijk, alle laagjes horizonten op elkaar, noemen we een bodemprofiel. Bodemprofielen zijn vaak heel oud, doordat het erg lang duurt om een horizont te vormen. De bodem in Nederland is ongeveer 10.000 tot 15.000 jaar oud. Dit klinkt heel oud, maar is eigenlijk nog best jong in vergelijking tot andere bodems.
landschap (zn) : gouw, gebied, gewest, landstreek, regio, streek. landschap (zn) : natuurschoon, panorama, vergezicht.
Waar lag Nederland op de wereldbol? Nederland lag vrijwel op de evenaar, aan de oostkant van het zich vormende Pangeacontinent, ongeveer ter hoogte van waar nu Congo ligt. Het schoof langzaam naar het noorden.
Deze waters groeven zich een weg door de zachte mergel- en zandondergrond. Al deze rivieren en beken sneden diepe en brede grachten in de Zuid-Limburgse bodem en sleepten de grond steeds dieper en breder uit. Alle hoogteverschillen en dus het glooiende Limburgs heuvellandschap zijn het gevolg van erosie door water.
Doordat Zuid-Limburg tijdens het Krijt werd overspoeld door een zee, ontstonden er kalklagen. Deze kalk bevatte veel klei; deze combinatie heet mergel. In het Tertiair loste de regen de kalk gedeeltelijk op en er ontstonden verweringslagen met veel vuursteen.
Een belangrijk onderscheid is dat tussen hoog en laag Nederland. Hoog Nederland Hoog Nederland bestaat uit de zandgronden in Oost- en Zuid-Nederland, de stuwwallen en dekzandgebieden die in de laatste ijstijd gevorm zijn en waarvan een deel beschermd is onder Natura 2000, onder meer de Veluwe.
Wereldwijd, maar juist in Nederland
De bodemdegradatie is een mondiaal probleem, maar ook in Nederland is het probleem onzichtbaar maar nijpend. Ooit was de Flevopolder, land gewonnen van de zee, de vruchtbaarste grond van Europa.
Toen de zeespiegel rond 6.500 jaar geleden zijn maximum bereikte, werd in het westen en noordwesten van Nederland klei afgezet op het basisveen. Langs vrijwel de gehele Nederlandse kust ontstond tussen 6.000 en 4.000 jaar geleden van een aaneengesloten gordel van strandwallen.
Doordat de zee sediment bleef aanvoeren, kon gedurende een periode van een sterk stijgende zeespiegel het waddenmilieu in stand blijven. Het dikke pakket kleiafzettingen wordt vanwege de blauwgrijze kleuren oude blauwe zeeklei genoemd.
Lanschappelijke waarde is een begrip uit de Ruimtelijke Ordening van Nederland. Het geeft aan dat er sprake is van een zekere waarde die wordt ontleend aan een beeld dat niet verstedelijkt is of anderszins verrommeld.
Een landschapstype is een ruimtelijk eenheid waar de fysische gesteldheid (reliëf, bodem en water), de ontginningsgeschiedenis en/of de kenmerkende ruimtelijke rangschikking van landschapselementen gelijk is. Dergelijke eigenschappen dragen in sterke mate bij aan de identiteit en aantrekkelijkheid van het landschap.
Het landschap van de Verenigde Staten varieert sterk. Het kan in zeven brede geografische gebieden worden verdeeld. Van het oosten naar het westen zijn dat de Atlantische kustvlakte, de Appalachen, de Mississippivlakte, de Great Plains, de Rocky Mountains, het Grote Bekken en de Cascade Range langs de Grote Oceaan.
Nederland als natiestaat heeft zijn wortels in de zestiende eeuw. In 1581 werd via een officiële verklaring, de zogenoemde Acte van Verlatinghe, de Spaanse vorst Philips II afgezet als hun heerser.
Met de Acte van Verlatinghe van 1581 werd door de gewesten van die unie, Stad en Lande (Groningen), Friesland, Overijssel, Gelderland, Utrecht, Holland, Zeeland, de onafhankelijkheid van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen.