Daltononderwijs werd ontwikkeld door Helen Parkhurst, een Amerikaanse lerares, vanaf 1904. Op achttienjarige leeftijd en nog niet volledig afgestudeerd kwam zij voor een klas te staan met veertig leerlingen van verschillende leeftijden en niveaus. Daarom zette ze de leerlingen zelf aan het werk en liet hen samenwerken.
Geschiedenis. Het daltononderwijs is vanaf 1904 ontwikkeld door de Amerikaanse lerares Helen Parkhurst (1886-1973). Het ontstond in drie fasen. In de eerste fase (1904-1905) was Parkhurst juf op een eenmansschool in Waterville, een gehucht op het platteland van Wisconsin.
Dalton is geen methode of systeem, maar een praktisch onderwijsplan voor basis- en voortgezet onderwijs. Op daltonscholen ligt de focus op vijf kernwaarden: (1) samenwerking, (2) vrijheid en verantwoordelijkheid, (3) effectiviteit, (4) zelfstandigheid en (5) reflectie.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Daltononderwijs is genoemd naar het dorp Dalton in Amerika, waar de grondlegger van het systeem, Helen Parkhurst, in 1920 voor het eerst met dit onderwijsconcept werkte. Parkhurst wilde af van het destijds starre klassikale Amerikaanse onderwijssysteem.
Ik raad zeker aan om naar de opendeurdagen van scholen te gaan, zo leer je de school kennen en kan je veel vragen stellen. Mijn dochter heeft op een daltonschool les gevolgd en dat is mij heel goed bevallen. Het is niet zo dat de kinderen zelf bepalen wat ze leren, maar er wordt hen veel zelfstandigheid bijgebracht.
Op een daltonschool leren kinderen zelfstandig kennis en ervaring op te doen. Uitgangspunt is dat kinderen graag willen leren. Er wordt gewerkt met dag- of weektaken en leerlingen krijgen de vrijheid om zelfstandig hun taken in te plannen en af te werken. Daarbij mogen ze samenwerken met klasgenoten.
Om te beginnen: een daltonschool is een 'gewone' basisschool voor 'gewone' kinderen, waar alleen op een andere manier wordt omgegaan met de leerlingen en de leerstof. Daltononderwijs is geen vorm van onderwijs waarin de leerlingen bepalen wat en wanneer er iets geleerd wordt.
Jenaplanonderwijs is voor elk kind geschikt. Het is vooral belangrijk dat ouders zich kunnen vinden in de visie van jenaplanonderwijs. Ouders die veel waarde hechten aan methodes en een leerstofgebonden curriculum zijn waarschijnlijk niet zo enthousiast over jenaplanonderwijs.
Middelbare school kiezen voor uw kind
Kijk op welke niveaus de school lesgeeft, bijvoorbeeld vmbo, havo of vwo. Lees hoe tevreden leerlingen zijn over de school en welke resultaten zij behalen. In de schoolgids staat informatie over bijvoorbeeld de lesmethode, lestijden, grootte van de klassen en kosten van de school.
Kinderen die niet heel zelfstandig, verantwoordelijk of gemotiveerd zijn, kunnen baat hebben bij daltononderwijs. Het is echter ook mogelijk dat sommige van die leerlingen de vrijheid van de daltonscholen niet aankunnen en juist behoefte hebben aan meer sturing, structuur en toezicht.
John Dalton (Eaglesfield, 6 september 1766 – Manchester, 27 juli 1844) was een Engelse scheikundige en natuurkundige. De alternatieve benaming dalton (Da) voor de atomaire massa-eenheid, de Wet van Dalton en daltonisme zijn naar hem genoemd.
Ontwikkelingsgericht onderwijs is een algemene term die aangeeft dat de ontwikkeling van het kind centraal moet staan in het onderwijs en niet het onderwijsprogramma. Daarnaast is de socialisatie van leerlingen een belangrijk uitgangspunt. Ontwikkelingsgericht onderwijs is dus zeker geen individueel onderwijs.
Jenaplan is traditioneel vernieuwingsonderwijs, waarin de ontwikkeling van het kind centraal staat. De meeste jenaplanscholen werken met stamgroepen, waarbij kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep zitten.
De vrijeschool is een onderwijsconcept dat is gebaseerd op persoonsvorming. Met het woord 'vrij' wordt bedoeld dat een leerling zich in vrijheid op elk vlak van zijn persoonlijkheid moet kunnen ontwikkelen. Daarom zijn er naast de gewone leervakken ook standaard veel creatieve- en doevakken.
Er is geen verschil in niveau of prestaties in vergelijking met andere scholen in het basisonderwijs. Kinderen van montessorischolen kunnen het programma in het voortgezet onderwijs goed aan. Ze vallen op door hun positieve werkhouding, hun mondigheid en zelfstandigheid.
Het jenaplanconcept is door Peter Petersen bedacht aan de universiteit in het Duitse Jena. Hij maakte een nieuwe onderwijsvorm waarbij kinderen van verschillende leeftijden in een groep zaten; daarbij een gezinssituatie nabootsend. In de jaren zestig introduceerde Suus Freudenthal het jenaplanonderwijs in Nederland.
Onder de richting algemeen bijzonder vallen scholen die een bepaalde onderwijskundige grondslag hebben. Deze scholen geven les vanuit hun visie over onderwijs of opvoeding.
Ervaringsgericht onderwijs. Dit onderwijsconcept gaat uit van betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. De gedachte daarachter is dat kinderen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. De grondlegger van dit concept is Ferre Laevers.
Een Freinetschool is een methodeschool. In een methodeschool hechten we belang aan de totale ontwikkeling van het kind. De nadruk ligt niet alleen op kennis vergaren maar ook op sociaal-emotionele vaardigheden. Ervaringen en belevingen van de kinderen zijn het uitgangspunt voor het onderwijs.
Op een oecumenische school wordt levensbeschouwelijk onderwijs aan alle kinderen aangeboden. Als er iets geoefend, geleerd of besproken moet worden, wordt dit met alle kinderen van een betreffende groep samen gedaan. Hierdoor ontstaat er ruimte om te leren van en met elkaar.
OGO staat voor OntwikkelingsGericht Onderwijs. Kinderen ontwikkelen zich pas optimaal als ze goed in hun vel zitten, zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Als leerkracht moet je uitdagende en afwisselende activiteiten aanbieden. EGO is ErvaringsGericht Onderwijs.