De oudste zonnewijzers waren obelisken (3500 voor Christus) en schaduw klokken (1500 voor Christus). Deze werden vervaardigd door Egyptische en Babylonische astronomen. Met behulp van de schaduw van de zon stelden zij de tijdstippen van de dag vast. Elke dag werd ingedeeld in twaalf delen, de uren.
De uitvinding van de mechanische klok wordt toegeschreven aan de Fransman Gerbert (later paus Silvester II), die leefde rond de 10e eeuw. Tot aan de Nieuwe Tijd was een klok de ingewikkeldste machine die men kon maken. Op zee is een slingeruurwerk onbruikbaar.
Het fundament voor ons woord tijd is tussen 1500 en 500 voor Christus ontstaan, en is waarschijnlijk afgeleid van het Oudgriekse woord voor verdelen, δαιέστηαι (daiesthai). Volgens het Etymologisch Woordenboek is de oorspronkelijke betekenis van tijd daarom niet periode of moment, maar indeling!
De eerste klokken, die enkel in staat waren om uren aan te geven, werden in kloosters geplaatst zodat monniken op gezette tijden konden bidden. Er wordt verondersteld dat de klok in de kathedraal van Salisbury uit 1386 de oudste nog tikkende klok ter wereld is.
Tijd is een natuurkundige grootheid. Tijd in klassieke zin is het verschijnsel dat gebeurtenissen geordend kunnen worden; dat van een gebeurtenis gezegd kan worden dat deze na of voor een andere gebeurtenis plaatsvindt.
1) Even 2) Heel korte tijd 3) Hortje 4) Korte periode 5) Korte tijd 6) Kwartiertje 7) Lutje 8) Niet lang 9) Ogenblikje 10) Tijdje Toon uitge...
'” Al enige tijd moet hoelang altijd als één woord worden geschreven als het om een tijdsduur gaat.
Heel lang geleden wisten mensen hoe laat het was door te kijken naar de stand van de zon, dat was hun versie van een klok. Zo wisten de mensen vroeger wanneer ze wakker moesten worden en wanneer ze moesten slapen, ook wisten ze zo wanneer ze moesten eten. Later kwam er een soort klok, de zogenaamde zonnewijzer.
Alles wat met regelmaat gebeurt, kun je gebruiken om de tijd in stukjes op te delen. Hulpmiddelen waren bijvoorbeeld de zandlopers die met het vallen van zand door een smal gangetje de tijd konden opmeten. In de Oudheid konden zonnewijzers het tijdstip van de dag bepalen met behulp van de zon en de schaduw.
Vroeger moesten mensen zonder klok of kalender de tijd zien te bepalen. Ze hadden hiervoor een aantal verschillende methodes bedacht. Enkele bekende methodes waren de zonnewijzer, de waterklok, een kaars, de maan en de sterren.
De wintertijd is de originele tijd, maar in 1977 voerden we de zomertijd in. De gedachte was: als het 's avonds langer licht is, hoeven we minder lampen aan te zetten. Én mensen kunnen langer van hun vrije tijd in het daglicht genieten.
Komkommertijd is een aanduiding voor de rustige zomerperiode, waarin er weinig nieuws en weinig handel is. Het woord wordt tegenwoordig vooral gebezigd in de media, die er bovendien inhoud aan geven door berichten te brengen die buiten de komkommertijd geen nieuwswaarde zouden hebben.
actueel, contemporain, eigentijds, huidig, modern, nieuwerwets, recent, van deze tijd.
De Egyptenaren hebben de 24 uur voor één etmaal bedacht, oorspronkelijk, zo rond 1300 vChr. In Egypte geldt per etmaal een verhouding van (ongeveer) 10 uur daglicht, 10 uur donker en 2 maal 2 uur schemer, samen 24. Ze hadden ook voor twaalf 'uren' kunnen kiezen, maar misschien was dat te onnauwkeurig voor ze.
In 1956 werd door de Internationale Commissie voor Maten en Gewichten (BIPM) de gemiddelde dag van het jaar 1900 als officiële uitgeroepen, en de seconde werd gedefinieerd als één 31 556 925,974 7-ste van dat jaar.
De indeling in zestallen (60 minuten in een uur en 60 seconden in een minuut) komt nog uit een methode van de oude Babyloniërs (ongeveer 1500 voor Christus). Die deden al hun berekeningen in een zestallig stelsel. Deze verdeling werd overgenomen door de Grieken en later aan de Romeinen.
Het allereerste hulpmiddel om de tijd van de dag aan te duiden was de zonnewijzer, uitgevonden door de Oude Egyptenaren en Mesopotamiërs. De oudste zonnewijzers waren obelisken (3500 voor Christus) en schaduw klokken (1500 voor Christus). Deze werden vervaardigd door Egyptische en Babylonische astronomen.
De klok is een meetinstrument waarmee tijd gemeten wordt.
Men kan niet precies zeggen wie de zandloper heeft uitgevonden. Men weet niet wanneer de zandloper werd ontworpen, maar dat zou niet voor de XIII de-XIV de eeuw zijn geweest. Hij werd in heel Europa gebruikt vanaf de XIV de tot de XVIII de eeuw.
Vroeger, toen er nog geen elektriciteit was en de wekker nog niet was uitgevonden, bestonden er porders die je wakker maakten. 's Ochtends kwam de porder langs de deur om je wakker te maken. Dit deed hij of zij door met een stok op de deur of raam te tikken. Met de komst van de wekker verdween dit beroep.
De analoge klok heeft twee wijzers; de grote wijzer en de kleine wijzer. De grote wijzer geeft de minuten aan. In het voorbeeld wijst de grote wijzer 5 minuten aan. Als de klok tikt, gaat de grote wijzer sneller dan de kleine wijzer.
De uitvinding van de allereerste wekker wordt toegeschreven aan de Griekse filosoof Plato (428-348 v. Chr.). Hij ontwikkelde een grote waterklok, ook wel een clepsydra genoemd, die hem hielp om ´s ochtends op tijd wakker te worden voor de colleges die hij moest geven.
Tijdig is een synoniem van op tijd. Formuleringen met op tijd zijn het gebruikelijkst, zowel in gesproken als geschreven taal. Tijdig is een formeler woord.
een moment lang, een momentje, een ogenblik lang, een tijdje, effe, eventjes, kort. eventjes (bw) : een tijdje, effe, kort.