Selecteer het pictogram Netwerk of Wifi in het systeemmeldingsgebied. Kies in de lijst met netwerken het netwerk waarmee u verbinding wilt maken en selecteer vervolgens Verbinden. Typ de beveiligingssleutel (wordt vaak het wachtwoord genoemd). Volg eventuele aanvullende instructies.
Als je bij configuratiescherm -> netwerkcentrum -> verbinden met een netwerk kijkt of je verbinding kunt maken met een draadloos netwerk, dan weet je het. Als er geen netwerken staan, dan heeft hij geen ingebouwde WiFi adapter, of er zijn geen draadloze netwerken in de buurt.
De meeste computers hebben standaard geen Wifi aansluiting. Je dient dan een Apparaat aan te schaffen die je computer verbindt met het Wifi netwerk. De goedkoopste methode is een Wifi USB stick. Deze sluit je aan op een USB poort van je computer en dan heb je verbinding met het Wifi netwerk.
Wifi en draadloos internet worden vaak door elkaar gebruikt, maar er zijn verschillen. Via een simkaart kun je bijvoorbeeld ook draadloos internetten. Maar wifi gebruikt het internetsignaal van een modem in een lokaal netwerk (LAN).
Controleer of de fysieke Wi-Fi-schakelaar op uw laptop is ingeschakeld. (Meestal wordt met een lampje aangegeven of Wi-Fi is ingeschakeld.) Voer de probleemoplosser voor netwerken uit. De probleemoplosser voor netwerken kan helpen bij het opsporen en oplossen van veelvoorkomende verbindingsproblemen.
Selecteer in Wi-Fi-status de optie Eigenschappen van draadloos netwerk. Selecteer in Eigenschappen van draadloos netwerk het tabblad Beveiliging en selecteer vervolgens het selectievakje Tekens weergeven. Uw Wi-Fi netwerkwachtwoord wordt weergegeven in het vak Netwerkbeveiligingssleutel.
Wilt u draadloos internet installeren, dan hebt u een WLAN router of een WLAN modem-router nodig. WLAN (Wireless Local Area Network) geeft vaak toegang tot het internet, maar kan ook twee of meer computers indirect met mekaar verbinden. Hierbij komt vaak ook de term Wi-Fi voor.
Om verbinding te maken met internet via ADSL, kabel of glasvezel hebt u bij uw internetabonnement een modem nodig. De modem krijgt of koopt u bij de internetprovider als u een abonnement voor internet afsluit. Wie een internetaansluiting voor thuis neemt, kan kiezen of hij dat bekabeld of draadloos wil.
Beperkt bereik: Wifi-netwerken hebben met name in gebouwen beperkt bereik tot maximaal 100 meter, waardoor de snelheid al gauw minder wordt. Meer elektriciteitsverbruik: daarnaast verbruikt draadloos internet opvallend meer elektriciteit dan bekabelde netwerken.
Sluit het modem met een utp netwerk kabel aan op de WAN poort van de router. Vervolgens zet je eerst je modem aan en wacht je tot deze helemaal is opgestart. Daarna zet je de router aan. Nu zou alles moeten werken en kun je verbinden met het draadloze netwerk die je herkent aan de naam die je hem zelf hebt gegeven.
Een USB WiFi-adapter vervangt de ingebouwde draadloze functionaliteit van de computer, waardoor je via de USB-poort een snellere en betrouwbaardere verbinding krijgt met de beschikbare netwerksignalen.
Een netwerkadapter kan gebruikt worden om een apparaat dat geen draadloze verbinding ondersteund, toch geschikt te maken voor WiFi. Handig bijvoorbeeld om je desktop PC draadloos te maken. Een netwerkadapter kan ook handig zijn voor uw laptop.
De meeste laptops van het merk HP hebben óf aan de zijkant óf aan de voorkant een knopje of een schuifje waarmee je de wifi-functies kunt aanzetten. Als de knop niet aan de zijkant of aan de voorkant zit, kan het zijn dat hij boven het toetsenbord zit of op één van de functietoetsen bovenaan op het toetsenbord.
Als je altijd online wilt zijn, dus ook als je in de bus, auto of op de fiets zit, dan heb je een mobiel internet abonnement nodig. Als je onderweg bent zou je namelijk constant op elk nieuwe wifi netwerk moeten inloggen, als er al een wifi netwerk beschikbaar is.
Wanneer je wifi gebruikt, verminder je ook het batterijverbruik en ondersteun je GPS-systemen om een nauwkeurige locatiebepaling te krijgen. Daarom raadt iOS aan om de wifi altijd aan te laten staan en stuurt het meldingen als je het uitschakelt.
Indien mogelijk: zet het access point (of de draadloze router) uit, wacht 30 seconden en zet deze opnieuw aan. Zorg voor de laatste drivers en client software van uw draadloze netwerkkaart. Verwijder de software van uw draadloze netwerkkaart en installeer deze opnieuw.
De eerste adapter steek je in een stopcontact in de buurt van je router. Deze powerline adapter vangt het wifi-signaal op en zet dit om naar een internetsignaal dat via het stroomnetwerk bij je thuis verstuurd wordt. Je kunt sommige powerline adapters ook met een internetkabel op je router aansluiten.