Streefwaarde bloeddruk Behandel patiënten met chronische nierschade bij een bloeddruk > 130/80 mmHg met leefstijladvies en, afhankelijk van hun CNS risicoklasse en hun geschatte cardiovasculaire risico (waarbij CNS extra meetelt), met bloeddrukverlagende therapie. De streefwaarde is daarbij ≤ 130/80 mmHg.
De meeste aanbevelingen binnen verschillende richtlijnen zijn daarom gebaseerd op deskundig advies. De richtlijnen van het Kidney Disease Outcomes Quality Initiative (KDOQI) uit 2005 adviseerden een predialyse BP-doel van < 140/90 mm Hg en postdialyse BP van < 130/80 mm Hg (Tabel 1).
Als tijdens dialyse veel vocht moet worden onttrokken bij een patiënt die het teveel aan vocht niet alleen intravasculair, maar ook extravasculair heeft zitten, kan hypotensie optreden, omdat aan het einde van de dialyse nog onvoldoende redistributie van vocht van extravasculair naar intravasculair heeft plaatsgevonden ...
De meeste patiënten met nierfalen hebben een hoge bloeddruk. Dit kunt u al krijgen als uw nierfunctie nog niet of nauwelijks gestoord is. Patiënten met hoge bloeddruk zouden zich dus ook moeten afvragen of er misschien iets mis is met hun nieren.
Dialyse kan namelijk maar beperkt de nierfunctie overnemen (PD: 5% tot 10%, HD: 10% tot 15%). Om te hoge ophoping van afvalstoffen tegen te gaan, zijn een dieet en medicatie noodzakelijk.
Bij een normale nierfunctie is de eGFR (de 'e' staat voor 'estimated') gelijk aan of boven de 90 ml/min. Als de nierfunctie lager is dan 60 ml/min, is de nierfunctie verminderd. Vaak wordt een percentage gebruikt. Bij een eGFR van 60 ml/min werken de nieren nog voor zo'n 60%.
De meeste nierpatiënten overlijden uiteindelijk niet aan nierfalen. Ze overlijden aan andere aandoeningen. Bijvoorbeeld een longontsteking of een hartinfarct. Als u wel overlijdt aan nierfalen, raakt u bewusteloos en uiteindelijk in coma.
captopril wordt voorgeschreven bij: chronische nierschade.
Wanneer u nog een redelijke nierfunctie heeft (>10% van de normale nierfunctie), kunt u nog jaren leven. Als er nog maar een paar procent nierfunctie over is, ligt dat anders. Dan zal dit waarschijnlijk niet meer dan een paar weken of maanden zijn.
Bij zeer hoge waarden kun je last hebben van hoofdpijn in het achterhoofd, sneller vermoeid geraken en vlugger kortademig. Je kunt wel symptomen hebben van de aandoeningen die aan de basis liggen van de hypertensie zoals algemene zwakte, misselijkheid, obstipatie, hartkloppingen, warmteopstoten.
Aangezien eiwitten essentieel zijn voor een goede gezondheid, is het niet verstandig om de eiwitrijke (fosforrijke) voedingsmiddelen zoals vlees, vis, vlees- vervangers, eieren, melk en melk- producten volledig uit de voeding weg te laten!
Tijdens de dialyse kunnen complicaties optreden, bijvoorbeeld lage bloeddruk, duizeligheid, misselijkheid, kramp of hoofdpijn. De dialyseverpleegkundige komt regelmatig bij u kijken en houdt u en het dialyseproces nauwlettend in de gaten.
Elk volwassen mens heeft ongeveer vijf liter bloed. Ons bloed bestaat uit vocht met daarin allerlei stoffen en bloedcellen. Per uur stroomt ongeveer zestig liter bloed door de nieren. Dit betekent dat al ons bloed meer dan tweehonderd keer per dag gefilterd wordt door onze nieren.
Een normale bloeddruk bij volwassenen ligt dus tussen de 120/80 en 130/89 mmHg. Dit getal kan variëren, soms ook afhankelijk van de leeftijd. Bij oudere volwassenen kan een iets hogere bloeddruk acceptabel zijn, waar een lagere bloeddruk bij kinderen vaker voorkomt.
Kans op psychische problemen, omdat de behandeling erg zwaar is. Kans op problemen met de shunt zoals vernauwingen, infecties of bloedingen. Kans op problemen met de PD-katheter zoals infecties of verstoppingen. Andere klachten zijn vermoeidheid, misselijkheid, jeuk, kramp, hoofdpijn, transpireren.
Tijdens een dialyse kunt u maximaal twee consumpties krijgen (koffie, thee, melk, kwark, yoghurt, vla in totaal 300 ml). Het vocht van deze consumpties, wordt meegerekend bij de totale hoeveelheid vocht die het dialyseapparaat uit uw lichaam haalt.
Als je geen dialyse (meer) wilt
Dit noemen we conservatieve behandeling. De reden kan medisch zijn, zoals een zwakke lichamelijke conditie. Of persoonlijk: je wilt zelf geen dialyse (meer), bijvoorbeeld omdat de nadelen zwaarder voor je wegen, dan een langer leven. Je mag daarover zelf beslissen.
Bij nierfalen werken je nieren minder dan 15%. Je kunt nierfalen krijgen als je ernstige nierschade hebt. Je kunt niet meer beter worden van nierfalen. Mensen met nierfalen hebben een behandeling nodig die de functie van de nieren overneemt: dialyse of een niertransplantatie.
Uw nieren scheiden onvoldoende vocht uit en het vocht blijft in het lichaam achter. De dialyse is dan nodig om het overtollige vocht uit uw lichaam te verwijderen. Het kan zijn dat u hebt gemerkt dat u minder bent gaan plassen of zelfs helemaal niet meer plast, sinds u dialyseert.
Ze houden het vochtgehalte in je lichaam op peil. Wanneer je teveel vocht in je lichaam hebt (bijvoorbeeld doordat je veel hebt gedronken) zorgen je nieren ervoor dat je dat teveel aan vocht kwijtraakt door meer urine te maken. Je moet dan vaker plassen en je plas ziet lichter van kleur.
Medicijnen zoals irbesartan (A2-antagonisten en ACE-remmers) hebben positieve maar tegelijkertijd ook negatieve effecten op de nieren. Ze zorgen voor een verwijding van de bloedvaten, waardoor de bloeddruk daalt.
Tijdens het ouder worden neemt de nierfunctie geleidelijk af. Dit is een natuurlijk proces, vergelijkbaar met andere lichaamsfuncties. De vermindering van de nierfunctie start rond het 40e levensjaar en is ongeveer 0,4 procent per jaar.
Na het stoppen van dialyse zal de patiënt in het algemeen snel komen te overlijden. De levensverwachting na het staken van de dialyse is gemiddeld 8 dagen, met variaties van 1-2 dagen tot 2-3 weken (Murtagh 2007 (1)). Naast de comorbiditeit spelen de rest-nierfunctie en diurese hierbij een belangrijke rol.
Stadium 4. Bij stadium 4 is verdere achteruitgang van de nierwerking meestal niet te voorkomen en moeten er voorbereidingen worden getroffen voor dialyse of transplantatie. Dit gebeurt in Deventer op de polikliniek predialyse.
Bij het stoppen van de dialysebehandeling, draagt het ziekenhuis de medische behandeling over aan uw huisarts. In overleg met u is het mogelijk om thuiszorg in te schakelen, of u kunt overwegen om naar een hospice te gaan.