Een snel groeiend huidlymfoom kan uitzaaien naar de lymfeklieren, het bloed of naar andere delen van het lichaam zoals het beenmerg, de lever of de longen. Een langzaam groeiend huidlymfoom zaait bijna nooit uit.
Het NHL begint op één plek, meestal in een lymfeklier of in het beenmerg. Vervolgens kan de ziekte zich door het hele lichaam verspreiden binnen enkele weken, maanden of jaren.
Via de lymfevaten komen de kankercellen in de lymfeklieren. Van een uitzaaiing in een lymfeklier merkt u in het begin niets. Het duurt maanden tot jaren voordat de lymfeklier zo groot is dat u deze kunt voelen. U voelt dan een stevig bolletje onder de huid van ongeveer 1 tot 2 centimeter groot.
Lymfocyten zitten in het bloed en in de lymfe. Zo verplaatsen ze zich in het lichaam. Non-Hodgkinlymfomen verspreiden zich ook zo.
Gemiddeld zijn 10 jaar na de diagnose nog 54 van de 100 mensen in leven. Let op: dit zijn gemiddelde cijfers voor alle mensen met deze soort kanker. Jouw vooruitzichten kunnen anders zijn dan het gemiddelde. Bespreek dit met de arts.
De ziekte kan op iedere leeftijd voorkomen, maar wordt het meest gevonden bij mensen tussen de 20 en 35 jaar of bij mensen boven de 50 jaar. Hodgkin lymfoom is meestal goed te genezen met de tot nu toe gebruikelijke combinatie van chemotherapie en bestraling.
Grofweg is lymfeklierkanker onder te verdelen in twee hoofdgroepen: Hodgkin lymfoom en Non-Hodgkin lymfoom. Hodgkin lymfoom is grotendeels één soort lymfeklierkanker.Non-Hodgkin lymfoom is daarentegen onder te verdelen in veel verschillende typen. Kanker is een ingrijpende ziekte.
Een uitzaaiing komt meestal als eerste in de lymfeklier terecht die het dichtst bij de oorspronkelijke tumor ligt. Het is dan een locoregionale uitzaaiing. Er is dan nog steeds kans op genezing.
Het hangt bijvoorbeeld af van hoeveel uitzaaiingen u heeft en hoe groot ze zijn. Als u in verschillende organen uitzaaiingen heeft, kunt u meestal niet genezen. U kunt ook kiezen om geen behandeling te krijgen die kans geeft om te genezen. U kunt dan wel behandelingen krijgen tegen uw klachten.
Helaas is immuuntherapie niet bij alle patiënten succesvol en komt de ziekte soms terug. Zeker bij de agressieve vorm diffuus grootcellig B-cel lymfoom (DLBCL), is sprake van terugkeer van ziekte bij ~40% van de patiënten, waaraan ze vaak overlijden.
De huisarts of specialist kan een aantal onderzoeken voorstellen om vast te stellen of het om uitzaaiingen gaat, zoals een bloedonderzoek, PET-CT-scan, longfoto of CT-scan van de borstkas, echografie van de lever of CT-scan van de buik, botscan of MRI-scan.
Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Sommige zijn ernstig, maar kunnen genezen worden. Andere zijn bijna goedaardig, maar moeilijk te genezen. Dit zijn de meest voorkomende non-hodgkinlymfomen: het diffuus grootcellig B-lymfoom (30 tot 40% van de gevallen) treft vooral volwassenen tussen 55 en 60 jaar.
De zwelling kan ontstaan in de hals, in één van de oksels of in één van de liezen. Over het algemeen zijn de zwellingen niet pijnlijk.Soms zijn ze gevoelig als je ze indrukt. Zwellingen van lymfeklieren kunnen ook in de ruimte tussen de longen ontstaan.
Meer dan 80% kan goed behandeld worden. Vaak ontdekken we een lymfoom pas te laat: dan wordt de kans op genezing kleiner, tot 20%. Voorspellingen zijn bij NHL heel moeilijk te maken. Deze percentages zijn gemiddelden.
Gewoonlijk zijn die zwellingen niet pijnlijk. Bij uitbreiding van de ziekte kan vermagering, koorts of transpiratie ontstaan. Afhankelijk van de plaats van het gezwel zijn er nog specifieke klachten mogelijk, zoals kortademigheid door luchtweg- of longcompressie en vermoeidheid door bloedarmoede.
Met de CT-scan wordt duidelijk of er uitzaaiingen in andere botten zitten.
Chemotherapie na de operatie kan het risico op uitzaaiingen met ongeveer een derde verminderen. Artsen schatten het risico op uitzaaiingen in op basis van: Het stadium van de borstkanker. De kenmerken van de tumor.
Ook om uitzaaiingen vast te stellen, volstaat een bloedonderzoek alleen dus niet. Wat vertellen bloedtesten wel? Ze geven artsen een aanwijzing over wat er in je lichaam gebeurt en hoe goed je organen werken. Een abnormale waarde van een bepaalde stof kan een teken zijn van een kanker of de terugkeer van een kanker.
Het eerste verschijnsel van het Hodgkin of non-Hodgkin lymfoom is vaak een goed voelbare zwelling van een of meer lymfeklieren in de hals, in een van de oksels, of - minder vaak - in een van de liezen, die niet vanzelf weggaat. Over het algemeen zijn deze zwellingen niet pijnlijk.
Het eerste symptoom is vaak een voelbare zwelling in de hals, oksel of lies. Ook lymfeklieren tussen de longen, achter het borstbeen kunnen aangedaan zijn. kunnen patiënten last hebben van: perioden met koorts, afgewisseld door perioden met normale lichaamstemperatuur.
Ze groeien zeer langzaam, verspreiden zich niet zo vaak en kunnen soms door een operatie al behandeld worden. Een afwachtend beleid, behandeling met laaggedoseerde bestraling of behandeling met de antistof rituximab is soms al voldoende.
In ongeveer twee derde van de gevallen kenmerkt een lymfoom zich door een zwelling van een lymfeklier, die voelbaar is in de nek, de oksel of de lies. Het kan zich ook uiten als een zwelling van de milt, een orgaan dat wordt beschouwd als een 'grote' lymfeklier. Deze zwellingen zijn meestal pijnloos.
Vooruitzichten bij de ziekte van Hodgkin
Als je op jongere leeftijd de ziekte krijgt is de levensverwachting na een succesvolle behandeling vergelijkbaar met leeftijdgenoten. Maar ook op oudere leeftijd is de overleving goed te noemen. Twee jaar na de behandeling is de kans dat hodgkinlymfoom terugkomt klein.
Agressieve non-Hodgkin lymfomen
Bij een agressief non-Hodgkin lymfoom delen de kwaadaardige lymfocyten erg snel. Dit maakt dat de ziekte zich snel door uw lichaam verspreid en ook klachten veroorzaakt. Na de diagnose moet er vaak snel met de behandeling worden begonnen, met als doel genezing.