Met hun goed ontwikkelde achterpoten kunnen ze sprongen maken tot 20 cm ver en 8 cm hoog.
Ook sprinkhanen en krekels hebben, net als alle insecten, 6 poten, 2 antennes, een kop, een borststuk en een achterlijf. Bovendien hebben ze twee sets vleugels. Met hun achterpoten kunnen ze springen. Vaak ook spelen deze lange poten een rol bij het tsjirpen.
Hierdoor kan de huiskrekel tot wel 20 centimeter ver en 8 centimeter hoog springen.
Sprinkhanenpoten zijn mini-katapulten. Mochten er Olympische Spelen voor insecten bestaan, dan eindigt de sprinkhaan met gemak op het erepodium. Gemiddeld kan een sprinkhaan namelijk zo'n 25 centimeter hoog en makkelijk een meter ver springen.
Krekels kunnen niet tegen kou
Dat doen ze met hun vleugels, die ze razendsnel tegen elkaar aan bewegen. Hoe warmer het is, hoe sneller zij de vleugels bewegen en hoe harder het geluid is dat ze produceren. Maar naar mate het kouder wordt, is de kans groter dat de krekel zich ook binnen gaat schuilhouden.
Voorbeelden van amfibieën die krekels eten zijn vrijwel alle kikkers en veel grotere soorten salamanders. Insectenetende vogels als de klauwieren eten grote hoeveelheden rechtvleugeligen. Ongewervelde vijanden zijn met name andere (rovende) sprinkhanen en krekels, bidsprinkhanen en grotere spinnen en schorpioenen.
Ze zijn ongevaarlijk voor mensen: ze bijten niet en brengen geen schade aan aan de natuur. Sterker nog, hoe vies ze er ook uit zien, de krekels zijn wel degelijk nuttig. Veel dieren houden wel van een lekker hapje krekel.
De Grote groene sabelsprinkhaan is niet giftig en vormt meestal geen gevaar voor de gezondheid van de mens. Je hoeft je niet onnodig zorgen te maken. The Grote groene sabelsprinkhaan voedt op planten en veroorzaakt meestal geen grote problemen.
Ze kunnen flink bijten, indien vastnemen niet noodzakelijk is moet het vermeden worden.
De veelal groen gekleurde sprinkhanen hebben dunne en lange sprieten, vaak langer dan hun lijf. De krekels zijn donker gekleurd, bruin en zwart. Ook zij hebben lange sprieten en een legboor. Hét verschil met de sprinkhanen is dat de krekels, van voren bezien, afgeplat ogen.
Om huiskrekels te weren kunt u kieren en naden dichten. Daarnaast kunt u ventilatie-openingen van vliegengaas voorzien. Huiskrekels komen af op eten, dus dit kunt u het beste goed opruimen. Heeft u toch nog last van huiskrekels, dan kunt u eerst huiskrekels zelf vangen en bestrijden door een lijmval op te zetten.
Ze doen mee aan de grote schoonmaak van de natuur
Onze krekels zijn van nature omnivoren, ze eten werkelijk álles: wortels, plantenresten, bladeren, zaden, geleedpotigen, andere insecten …
Krekels maken geluid door de vleugels snel over elkaar te wrijven. Ze gebruiken de geluiden om andere krekels te vertellen wie ze zijn en wat ze willen. Geluid is een communicatiemiddel. De vleugels zijn zo gebouwd, dat ze als muziekinstrument kunnen werken.
De totale lengte ligt ongeveer rond de 8 centimeter, waarvan de vleugels of de legbuis ongeveer de helft bepalen. Het mannetje wordt exclusief vleugels 28 tot 34 millimeter lang, het vrouwtje 27 tot 38 mm. Bij het mannetje zijn de vleugels langer, maar deze heeft geen legbuis.
De achterpoten hebben een vergrote femur waardoor ze goed kunnen springen. De voorvleugels zijn gemodificeerd tot taaie, leerachtige dekschilden. Sommige krekels tjirpen door delen ervan tegen elkaar te wrijven. Veel soorten krekels vliegen slechts zelden.
De grote groene sabelsprinkhaan (Tettigonia viridissima) heeft lange vleugels en is een van de grootste sprinkhanen van Nederland. Het vrouwtje is groter dan het mannetje. Het mannetje is tussen de 28 en 34 millimeter lang en het vrouwtje tussen de 27 en 38 millimeter.
De meeste sprinkhanen zijn niet gevaarlijk, maar sommige soorten zijn giftig of hebben grote kaken waarmee ze kunnen bijten. Een bekende sprinkhaan is de wrattenbijter, deze werd vroeger gebruikt om wratten door te bijten bij mensen.
De volwassen insecten zijn eetbaar, maar ook de larven of de poppen. De insecten die in ons land worden aangeboden zijn meestal sprinkhanen, meelwormen en kevers. Ze zijn veilig om te eten mits je poten en vleugels verwijdert en ze niet rauw eet.
Grote groene sabelsprinkhanen hebben sterke kaken, waarmee ze hun prooien te lijf gaan. Dat kunnen andere sprinkhanen zijn, gepantserde insecten. Ze schijnen je te kunnen bijten, maar steken kunnen ze niet.
Sprinkhanen kunnen springen of zelfs vliegen over langere afstanden. Ze komen zo ook soms in huis terecht. Sprinkhanen zijn ongevaarlijk en bijten of steken niet.
Huiskrekels hebben betrekkelijk veel behoefte aan vocht. Dit kunt u geven in de vorm van voldoende 'groenvoer', of door middel van een bakje water met daarin een spons. Krekels verdrinken gemakkelijk, een bakje water vormt meestal al snel een massagraf van verdronken krekels.
Elk insect heeft de volgende inwendige organen: hersenen, darmkanaal, uitscheidingsorganen (buizen van Malpighi), eierstok, buisvormig hart, buikzenuwstreng. Het bloed van insecten dient niet voor het transport van zuurstof en is meestal kleurloos.
Eerder deze maand kwam een filmploeg bij het verkennen van een Zuid-Amerikaanse grot een aantal nieuwe soorten tegen, waaronder deze vleesetende krekel. Het feit dat deze insecten bloeddorstig zijn, maakt ze zeker intrigerend, maar ze hebben ook nog het geweldige vermogen om te zwemmen. En daar blijft het niet bij.