56 Alle 16 patiënten met een pneumonie hadden een verhoogde CRP-waarde (gemiddeld 91 mg/l, spreiding 19-224 mg/l). Opvallend is ook de positieve CRP-uitslag (gemiddeld 18 mg/l, spreiding 4-33 mg/l) bij 3 van de 4 patiënten met een longembolie (ondanks een negatieve beslisregel en negatieve D-dimeertest).
Allereerst wordt er een d-dimeer waarde bepaald. Met deze waarde meten we de hoeveelheid afbraakproducten van de stolling in uw bloed. Als deze verhoogd zijn bestaat er een kans op een longembolie. Om de longembolie vast te stellen is er een CT-scan nodig van de longen.
CONCLUSIE. Hoge CRP-niveaus als gevolg van ontsteking bij longembolie geassocieerd met effusie en infarct onthullen waarom vroege mortaliteit significant is in deze groep. CRP kan helpen bij de risicostratificatie van patiënten met acute PE, met name die met effusie en longinfarct.
CRP is vooral verhoogd bij bacteriële infecties, maar ook bij pancreatitis, appendicitis, grote traumata, tumoren, actieve reumatische aandoeningen en diep veneuze trombose.
Bij een verhoogde waarde van meer dan 3 mg/l is bestaat er een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Een waarde boven de 10 mg/l duidt op een acute ontsteking. De uitslag van een CRP bloedtest zegt niets over waar een mogelijke ontsteking in het lichaam aanwezig is.
Een CRP-testresultaat van meer dan 50 mg/dL wordt over het algemeen beschouwd als ernstige verhoging. Resultaten boven 50 mg/L worden in ongeveer 90% van de gevallen geassocieerd met acute bacteriële infecties.
Uw huisarts kan zo bepalen of de 'CRP-waarde' (een eiwit) in uw bloed verhoogd is, wat kan wijzen op een ontsteking. Bij gezonde mensen (zonder ontstekingen) is de CRP-waarde in het bloed meestal lager dan 5 mg/l.
Een sterke klinische verdenking op longembolie
Voor de meeste D-dimeertests wordt een afkapwaarde gehanteerd van < 0,5 mg/l onder de voorwaarde dat deze klinisch is gevalideerd voor het veilig uitsluiten van een diepe veneuze trombose (DVT) of longembolie.
Bij patiënten met een geregistreerde diagnose hoesten of een onderste luchtweginfectie is de uitslag van de CRP test in de meeste gevallen lager dan 100mg/l. Bij patiënten met een geregistreerde diagnose pneumonie is de uitslag van de CRP test in bijna een derde van de gevallen meer dan 100 mg/l.
Een INR van ongeveer één is normaal. Bij een INR kleiner dan één stolt het bloed sneller dan normaal en is er sprake van een verhoogde kans op trombose. Bij de behandeling van trombose met bloedverdunners wordt een INR aangehouden van twee-drie. De stollingstijd is dan twee tot drie keer zo lang als normaal.
Hier is het risico op een afsluiting door een embolie het grootst. Als gevolg van de afsluiting vermindert de doorbloeding achter de afsluiting. Het bloed wordt hierdoor in de long minder goed van zuurstof voorzien. Dit resulteert in een lager zuurstofgehalte (saturatie) van het bloed.
Allereerst heeft u een gesprek met de arts, die u ook lichamelijk zal onderzoeken: Het bepalen van de D-dimeerwaarde in uw bloed. Met deze test worden afbraakproducten van de stolling in het bloed gemeten. Als de waarde verhoogd is, bestaat er een verhoogde kans dat u een longembolie heeft.
CRP is een bekende marker van infectie en ontsteking. Doordat het niveau van CRP aanzienlijk sneller stijgt bij een acute ontsteking dan het niveau van andere acute fasereactanten, wordt de CRP test al tientallen jaren gebruikt ter indicatie van de aanwezigheid van een systematische ontsteking, infectie of sepsis.
Andere symptomen van een longembolie zijn bloed ophoesten en koorts.
Uitgelokte PE treedt op wanneer de aandoening wordt veroorzaakt (uitgelokt) door DVT. In gevallen als deze is het sterftecijfer na vijf jaar ongeveer 20% . Niet-uitgelokte PE, ook bekend als idiopathische PE, is wanneer de oorzaak van het stolsel onbekend is. Deze zijn doorgaans minder ernstig met een sterftecijfer na vijf jaar van ongeveer 15%.
De pathogenese van PE-gerelateerde koorts is nog niet volledig opgehelderd. Er is gesuggereerd dat 1 of een combinatie van een verscheidenheid aan potentiële pyrogene mechanismen optreedt: infarct en weefselnecrose, bloeding, lokale vasculaire irritatie of ontsteking, atelectase of zelfbeperkende occulte superinfecties .
Wanneer de uitslag van de CRP-sneltest tussen de 20 en 100 mg/L ligt, is de klinische verdenking leidend bij het wel of niet voorschrijven.
Aanzienlijk verhoogde CRP-waarden worden meestal gevonden bij longontsteking , 3-6 en een hoge CRP-waarde is in de huisartspraktijk een sterke voorspeller gebleken voor deze ziekte. Echter, verhoogde CRP-waarden kunnen ook worden gevonden bij ongecompliceerde virale luchtweginfecties, met name die veroorzaakt door influenzavirus en adenovirus.
CRP wordt aangemaakt en afgegeven in de bloedbaan bij bijvoorbeeld bij een bacteriële infectie , maar ook bij een ontsteking van de slagaders bij het hart. CRP activeert je immuunsysteem.
DISCUSSIE: D-dimeer-assay is een zeer gevoelige test die wordt gebruikt bij de evaluatie van PE. Het is een maat voor monoklonale antilichamen tegen D-dimeer die worden geproduceerd tijdens het proces van fibrinolyse. D-dimeer heeft een halfwaardetijd van 4-6 uur en blijft ongeveer zeven dagen verhoogd.
Volgens de literatuur worden D-dimeerwaarden groter dan 500 ng/ml echter als positief beschouwd . Als de drempelwaarde voor een verhoogd D-dimeer in deze studie van de 217 patiënten uit de D-dimeergroep was verhoogd tot 500 ng/ml, zouden 66 patiënten een verhoogd D-dimeer hebben gehad, waarvan er 5 de diagnose PE kregen.
Bacteriële infecties en ontstekingen stimuleren de productie van CRP in de lever. Vanaf de eerste stimulus worden CRP-niveaus in 4-6 uur aantoonbaar en bereikt het een piek in 36-48 uur2,3. Wanneer de infectie of ontsteking tot rust komt, daalt het CRP-niveau weer snel naar normaal met een halfwaardetijd van 19 uur1,2.
De uitslag geeft aan hoeveel CRP er in uw bloed aanwezig is. Normaal is deze waarde kleiner dan 10. Een verhoging wijst op een ontsteking in uw lichaam. Als er een verdenking bestaat op een longontsteking dan wordt er bij waarden van 100 of groter meestal overgegaan tot het voorschrijven van een antibioticum.
We spreken van een verhoogde bezinkingssnelheid als de rode bloedcellen sneller zakken dan gemiddeld. Het bloed bevat in dit geval meer eiwitten dan wenselijk. Uit een hoge BSE waarde kan zo de aanwezigheid van een infectie, ontsteking, tumor of auto-immuunziekte worden afgeleid.